3voor12 bespreekt Album van de Week (43): Ásgeir

Folky wereldster-in-eigen-land kijkt met hulp van John Grant over de grens

Timo Pisart ,

Eenentwintig jaar is Ásgeir Trausti Einarsson pas, en in IJsland is hij al een WERELDSTER, inderdaad in kapitalen. Hij was nog nat achter de oren toen zijn stemmige debuutalbum Dýrð í dauðaþögn vliegensvlug over de toonbanken van het land vloog. De plaat verkocht in het thuisland sneller dan welk IJslands debuutalbum dan ook. Björk en Sigur Ros inbegrepen. Sterker nog: er wordt geschat dat circa een op de tien IJslanders het album van Asgéir in huis heeft. Hoe sla je dan de brug naar de rest van de wereld? Met het resultaat scoort hij in ieder geval het 3voor12 Album van de Week.

Een gedachtenexperiment: u wilde het debuutalbum van Ásgeir Trausti aanschaffen in een lokale Europese platenzaak. Dan bekt “Dýrð í dauðaþögn” toch niet zo lekker in platenzaak Popeye in Hengelo, Ground Zero in Parijs of Rough Trade East in Londen, als u het al over uw lippen krijgt. Laat staan dat de besnorde man achter de toonbank (laten we hem vandaag Johan Dollekamp noemen) begrijpt naar welk album u op zoek bent. Daarom liet Ásgeir – in het buitenland gebruikt hij slechts zijn eerste naam – de teksten die zijn 72-jarige vader schreef naar het Engels vertalen door niemand minder dan tekstfreak John Grant. Volgende week komt dat debuutalbum dus opnieuw in de schappen te liggen, onder de titel In The Silence.

Commerciële keuze of niet, In The Silence is een bijzonder ingenieus album dat hangt tussen de gladgestreken popfolk van James Vincent McMorrow en een Bon Iver-light. Inderdaad: met akoestische gitaar gewapend, zo’n prikkelende kopstem die af en toe duizelingwekkende hoogtes in schiet en genoeg kennis van folktradities om de juiste akkoorden en thematiek te hanteren. Tegelijkertijd durft Asgéir af en toe ook prettig uit de band te springen met vernuftige genre-uitstapjes naar folktronica en indie-arrenbie. Een ideale herfstplaat, dus, met een voorzichtige glimlach en een traan.

Neem King And Cross: het liedje begint ingetogen met een akoestisch 6/8-bossa nova-gitaartokkeltje, een zanglijn die van een bebaarde liedjessmid zou kunnen zijn, en een tekstuele wandeling door het bos. En dan, plotsklaps, valt een vierkwarts-discobeat in die naadloos óver die bossa nova wordt verweven. Wellicht is dit nerden op de millimeter, maar het is geniaal gedaan. En dan is King and Cross óók nog een hyperaanstekelijke single te noemen, om mee te neuriën terwijl de dieprode blaadjes van de bomen vallen.

Nog zo’n razendslimme track en toevalligerwijs de volgende single: Torrent. Deze heeft óók al een vrij onconventioneel ritme (voor de muzikanten: 7/4) en een Coldplay-achtig piano-riedeltje dat het nummer naar extatische hoogtes moet duwen.

Niet dat alles zo verfijnd in elkaar steekt: nummers als In The Silence en Was There Nothing? zijn niet meer dan zoetgevooisde Bon Iver-aftreksels, de eerste tekstregel van Going Home lijkt zowel qua melodie als metrum wel érg veel op gigahit Home van Edward Sharp en soms is de productie een tikkeltje aan de gladde kant. Maar goed: wat wil je met een album dat de hitparades van het thuisland domineert? Om het succes van de troubadour in perspectief te plaatsen: ligt het debuut van Caro Emerald in één op de vijftig Nederlandse huishoudens, Ásgeir doet het in IJsland vijf keer zo goed. Dat zegt wat over de uitstekende smaak van IJslanders, maar ook over de klasse van Ásgeir’s schrijfkunsten. John Grant zei eens, toen hij het over de IJslandse baardman had: “I can say with total certainty, that at the age of 20 I did not know my asshole from a hole in the ground.” Met In The Silence komt Ásgeir heel wat verder.

In The Silence van Ásgeir verschijnt 28 oktober bij One Little Indian/Konkurrent en is nu al te beluisteren op de Luisterpaal.