Een beetje schrikken was het wel: na de uitstekend ontvangen en overwegend folky debuutplaat Becoming A Jackal ging het Ierse Villagers op een gigantische tour, en wat was het eerste nieuwe materiaal om daarna mee op de proppen te komen? De zwaar op elektronica geënte track The Waves, waar geen akoestische gitaar meer op te horen is. Naar verluidt had frontman Conor O'Brien na de slopende wereldtournee van dik twee jaar een drumcomputer en synthesizer gekocht. Ziek van alle oude Villagers-liedjes maakte hij de slechtste technotracks. Niemand zal ze ooit horen, maar ze waren nodig om hem uit een writersblock te trekken.
Krautrock-flirts en subtiele productiegrapjes
Kentekende het nummer zo'n schokkende stijlwijziging? Nee hoor, Villagers deed wat we inmiddels "een Muse-je" mogen noemen: de meest extreme klanken als eerste naar buiten brengen, waarna de aandacht er meteen weer bij is. Veel van {Awayland} werd overigens wel degelijk geschreven met die elektronica, maar al gauw gooide O'Brien veel van de bliepjes weer weg om te komen tot eigenzinnige folky pareltjes. Toch is de elektronica niet helemaal verdwenen. Techno durven we het niet meer te noemen, maar Krautfolk? Jazeker, voornamelijk dat eerdergenoemde The Waves rolt alsmaar voort over hetzelfde akkoord en dezelfde beat, om pas bij het refrein open te barsten. Judgement Call doet hetzelfde in bescheidener vorm, en met maximaal effect. Alsof Wilco besloot hun krautrock-flirts lichtzinnig te herschrijven met meer catchy refreinen. Zo vallen er nog veel meer subtiele productiegrapjes te ontdekken op dit album: dat rare pianopiepje in het couplet van The Bell, bijvoorbeeld. Het zit nét na de tel. Een eerste luisterbeurt is dat storend, een tweede verwarrend maar de derde keer al geniaal en reden genoeg om de plaat opnieuw en opnieuw te willen draaien.
Tragikomische tekstflarden
Natuurlijk is die snuf kraut niet het enige dat deze plaat zo bijzonder maakt. Daarnaast staan er een paar briljante uptempo popliedjes op, zoals tweede single Nothing Arrived en het verraderlijk vrolijke Rhythm Composer, over depressie als een oude zwarte hond op je schouder. De eerste luisterbeurt zijn het die nummers die de aandacht trekken, en dan vooral die heldere, felle dictie van Conor O'Brien. Elk woord is al-tijd verstaanbaar, en dat is een verademing. Zo opent hij Earthly Pleasures met "Naked on the toilet / with a toothbrush in his mouth". Niet het mooiste beeld, nee, maar wel eentje die je meteen in het verhaal werpt. The Waves, over de aardbeving in Japan, herbergt er nog een paar, en ook de rest van {Awayland} is doorspekt met tragikomische tekstflarden.
In die zin is het mierzoete openingsliedje My Lighthouse een vreemde eend in de bijt. "You are needing a friend / for to follow, for to fend", zingt O'Brien. Zo staat er nog eentje op {Awayland}, In A Newfound Land You Are Free. Voor een (zijn?) pasgeboren kind zingt hij een klein slaapdeuntje. Waarschijnlijk dat juist daarom Conor O'Brien ook wel wordt vergeleken met pathetischer troubadours als Damien Rice en The Frames, toevallig beiden landgenoten van Villagers. Liefhebbers van bovengenoemde zouden inderdaad zomaar aan hun trekken kunnen komen bij Villagers, maar waar Rice en The Frames vrij rechtdoorzee zijn, is het ondoorgrondelijke {Awayland} een grillig en complex meesterwerkje. Niet alle pracht geeft zich meteen prijs, maar daardoor is de tweede van Villagers des te interessanter en duurzamer.
{Awayland} van Villagers is uitgekomen bij Domino/Munich en nu tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.