Lowlands-ontwerper Peter te Bos beoordeelt albumhoezen genomineerden 3voor12award

“Vormgeven is ook met rare ideeën naar buiten komen”

tekst en foto's Judith Laanen ,

Morgen is het zover, dan wordt bekend wie de 1203,12 euro in zijn zak mag steken voor de beste Nederlandse plaat van het afgelopen jaar. Maar dat is slechts de muziek. We hebben ook de hoes nog. En die laten we traditiegetrouw elk jaar door een grafisch vormgever bekijken. Dit jaar is Peter te Bos naar eigen zeggen “de lul”. Voodat de huisontwerper van Lowlands en de zanger van Claw Boys Claw voor de opnames van de nieuwe Claw-plaat naar België vertrekt mag 3voor12 in zijn ontwerpwalhalla in Amsterdam aanschuiven met de albumhoezen van de twaalf genomineerden. “Oh jee, er valt een schilfertje van het vinyl af. Als dat maar geen half nummer is.”

Peter te Bos runt met ontwerpkompaan Wouter van der Struys het ontwerpbureau Twizter in Amsterdam. Sinds de begindagen van het Lowlandsfestival maken ze de logo’s en alles wat met het festival te maken heeft. “Ik ben er een beetje ingerold. Willem Venema vroeg of ik niet eens een logo wilde maken. Dat vonden ze leuk, en sinds die tijd doen wij al het artwork.” Te Bos ontwierp ook de legendarische poorten bij de ingang, waarop elk jaar andere cijfers staan. Niemand weet wat ze betekenen. “Nee, en ook vandaag zeg ik niets tegen jou! Ik hou het gewoon vol, ik neem ze mee in m’n graf.” Te Bos en Van der Struys zijn niet geheel onbekend met hoesontwerpen. Zo ontwierpen ze een reeks hoezen voor de Dutch Dance-cd’s voor wat toen nog het Nederlands Pop Instituut was, een hoes van Urban Dance Squad en ontwerpt Te Bos natuurlijk ook de hoezen van zijn eigen band. Ok dan, it’s business time. Wat vindt hij van het artwork van de genomineerden?

Jungle By Night - Hidden (door Maslow)

“Ik ben ontzettend blij dat ik hier ook een LP zie, qua hoes. Ik ken de band een beetje van de muziek. Ik vind het artwork heel leuk, het heeft een heel eigen vormgeving, vooral ook de typografie. Er is ontzettend veel werk aan besteed. Wat ik er wel heel jammer aan vind is dat men het logo zo verdoezeld heeft. Ik zag een keer een advertentie waarbij heel goed te zien was dat het logo een soort maskerachtig ding was, dat het midden houdt tussen een dierenkop en iets anders. Het is samengesteld door typografie, heel mooi gedaan, heel helder. Als je dat op een cd zet ben je meteen herkenbaar. Nu hebben ze er een soort scruffy muffy-ruigheid aan de linkerkant overheen gelegd waardoor het niet meer helder is. Het is haast één grote grafische zoekplaat geworden. Ik vind de muziek iets te tuttig ten opzichte van het ontwerp. Dat is een kwestie van smaak. Het artwork is een georkestreerde chaos, terwijl de muziek niet uit de bocht vliegt. Degene die in het artwork gedaan heeft, Alex, zou meer zeggenschap moeten krijgen in de band.”

Bombay Showpig - Vulture/Provider (door Gees Voorhees)

“Bombay Showcake? Niet Bombay Pig? Oh Bombay Show Pig! Die ken ik alleen van naam. Ik vind het artwork van het vinyl heel moeilijk. Ik hou totaal niet van dit soort vormgeving. Ik hou wel van collagetechnieken, hier zijn dat illustraties met fotografie. Het ziet er in dit geval heel plat uit, er zit geen diepte in. De ene vorm beconcurreert de andere vorm. Ik zie een rotspartij, een stuk slang, een getatoeërde muppet,en ogen, een spin, een soort huisje met een arm...alles heeft een zelfde soort grootte. Er zit heel weinig hiërarchie in de illustratie. Op de achterkant is dat een stuk beter. Ik vind ook de achterkant meer een voorkant dan de voorzijde. Dat komt omdat die Chinees met die buil op z’n hoofd aantrekt. Nu snap ik ook meer de relatie van de foto van de slang en de geïllustreerde slang. De achterzijde komt spannender over. Als we de vinylhoes open slaan, vind ik het een stijlbreuk met wat er aan de buiten- en binnenzijde aan de hand is. Dan verwacht ik iets meer. Dat kan zijn omdat men niet door is gegaan met dezelfde techniek. Dit vind ik twee werelden. Qua typografie, dus hoe titels afgedrukt zijn, vind ik het ook heel erg klinisch. Dat past niet bij de rest van het artwork. Maar de grootste schok is de binnenhoes. Hoe is het mogelijk dat je toch een bepaald soort eigenzinnigheid hebt qua hoesontwerp, en dat je dan de hoes eruit trekt en je dan een space-plaatje geript van het internet krijgt?! Daar snap ik niets van. Wat wel weer heel mooi is, is het gekleurde vinyl. Daar ben ik altijd gek op. Oh jee, er valt een schilfertje van het vinyl af. Als dat maar geen half nummer is. Het vinyl en de hoes passen goed bij elkaar, maar het zit nu eenmaal in die verschrikkelijke binnenhoes. Sorry, Showpig!” 

Rats On Rafts - The Moon Is Big (Schilderij door Willem van Scheijndel, sleeve design; Arnoud Verheul en Shalita Dietrich, innersleeve drawing Chris van Harskamp)

“Ik vind de voorkant en de achterkant heel erg leuk, erg eigen. Het label in de binnenzijde is een beetje saai. Dit is nou een bandje dat ik heel explosief vind, ook live. Daar past zo’n hoes goed bij, ook het binnenhoesje, maar dan krijg je zo’n gewassen binnenkant die ook James Last zou gebruikt kunnen worden. Nou denk je natuurlijk ‘wie de fuck is James Last’... Dat is een Duitser die vroeger een bigband had. Dat is een minpuntje, maar je kunt niet alles hebben. Oh hee, die kleine zwarte dingetjes zijn mieren! Ik dacht dat het vogels waren. Dat vind ik helemaal geweldig. Als je dan goed doorkijkt zijn het dus mieren. Heel leuk, kanshebber!"

Fresku – Maskerade (door Studio Pluriform)

“Wat ik hier meteen leuk aan vind is dat er een vouwvel bij zit met teksten. Heel goed dat ‘ie heeft gedacht aan iets meer dan een foto. Onder de cd staat ‘ik wil jou bedanken’, dat is toch leuk! Er zit wel humor in, en je ziet dat hij zichzelf ook wel in de maling wil nemen. Dat vind ik goed, dit soort plaatjes. Dat het niet te serieus is. Het artwork is gedaan door...studio Pluriform. Dat is dan weer niet zo’n goeie naam.”

Faberyayo - Coco (door Cris Kühlen)

“Die doet altijd een beetje hetzelfde qua muziek, maar dat kan aan mij liggen. Altijd onderkoeld, en dan een lekker refreintje erop. Dan denk ik: jongen, spat eens uit je lichaam! De vormgeving vind ik wel een beetje achterblijven bij de muziek qua gekkigheid. Hij is zelf wel een beetje gek, toch? Hij heeft wel humor. Waar woont ’ie? In een duur huis in Amsterdam Zuid? Zo ziet de hoes eruit. Een beetje PC Hoofdstraat-achtig. En Chanel, en Anaïs Anaïs, met van die verstraalde beelden van meisjes. Hij maakt echt van die meezingertjes. Ik heb nu een paar liedjes gehoord, en het is vrij intiem. Het knalt er niet uit, dat vind ik raar in combinatie van de slicke manier van fotograferen en typografiebehandeling. De ironie straalt er niet vanaf. Het lijkt wel alsof hij dit echt meent. Dus ik krijg meteen de associatie dat hij in de PC Hoofdstraat woont. Ik snap die relatie tussen vormgeving en muziek niet.” 

The Kik - Springlevend (door Studio Pino)

“Hier kan ik weinig over zeggen. Het hoesontwerp is gedaan door studio Pino, dat klinkt al goed. Dit klopt wel aan alle kanten. Het zit in de vroege jaren ’60-stijl en zo is het. Kikkermans! Wat ik hier wel over kan zeggen is dat Excelsior zo volwassen moet worden dat ze hun naam een keer van de voorkant halen. Voor een ontwerper is het verschrikkelijk om z’n hoesontwerp te moeten beginnen met die sticker en dat platennummer. Dan komt het ontwerp pas. Dus Ferry, de baas, die moet z’n dikke kop een keer houden. Als hij me zou bellen had ik ‘m ook voorgesteld om die sticker eraf te flikkeren. Het is een ramp voor alle vormgevers. Qua ontwerp: het is niet slecht, het is niet briljant, het is gewoon goed. Die jongens verdienen wel wat meer dan dit hoor. Hoe dan? Ja zeg, ik zit hier toch niet om een college vormgeving te geven? De vormgeving van The Kik kan wel meer doorgetrokken worden naar deze tijd. Meer gebruik van rasters, iets groffers, iets gekkers. Ook met Coco, dat mag ook iets gekker. Het is allemaal zo fucking beheerst. Dat vind ik het leuke van Fresku, dat het niet beheerst is.”

Spinvis - Tot Ziens, Justine Keller (door Hanco Kolk)

“Ah, de spinman. Ik ben niet zo’n fan, maar muzikaal gezien vind ik het heel eigen. Het is een zeer verzorgd boekje met het artwork en teksten. Heel eigen – dat is een must. Het eigen van Spinvis vind ik leuker dan het eigen van Jungle By Night. Waarom? Dat is smaak. Dit sluit meer aan bij z’n muziek, het is haast literair vormgegeven met kleine krabbeltjes en tekeningetjes. Heel verzorgd maar ook een bepaald soort gekheid erin. Dat mis ik dan wel iets meer bij die Showpig. Het knalt er niet vanaf maar het is goed gedaan. Er zit nog een flyertje bij van Ferry en zijn bende, dat je lid kunt worden van de club. Dat zit voor het boekje aan de binnenkant, dat zou ik nooit doen. Altijd instrueren dat zoiets van latere zorg is. Er zit ook een foto van een stukje haar, maar het was leuker geweest als het echt was geweest. En dat kan makkelijk, want hij heeft een kop vol met haar, die gast. Dus dat is echt krenterigheid van de bovenste plank. Echt haar, dan had ik gedacht: wauw! Dat moet je ook meenemen in het vormgeven. Vormgeven is ook met rare ideeën naar buiten komen.” 

Moss - Ornaments (door Thijs Kuijken)

“De ingetogen vormgeving klopt heel erg bij wat ze doen. Maar weer die kutflyer van Ferry, die scheuren we nu door. Ze hebben ook een poster, maar het is allemaal heel saai. Hoe de tekst verwerkt is – had er niet iets meer eigens in gekund? Het gaat juist daarom. Het is heel expliciete muziek die ze maken, je kunt er van houden of niet. Ik moet er even een kanttekening bij maken: weer die sticker van Excelsior. Die moet eraf, Ferry. Het artwork is te klinisch ten opzichte van de muziek die ze maken. Er mag best een beetje maffigheid mee gebeuren.”

Kraantje Pappie - Crane (door Roelie Vuitton)

“Een tien voor het logo. Dat is echt een geweldig logo, gewoon omdat je het totaal niet kunt lezen. Ik moet het weer zeggen: een eigen manier van vormgeven. Het is ook heel brutaal in deze tijd omdat men geen tijd heeft om de beelden in zich op te nemen en je het toch goed moet kunnen lezen. Het is heel erg herkenbaar ondanks dat je het niet kunt lezen: dat is knap. Maar als je het hoesje dan open slaat, krijg je zo’n afstandelijke vormgeving. De typografie op laatste binnenblad van de cd suggereert dat er iemand is doodgegaan. Dat is een slippertje, daar moet je mee oppassen. Even kijken of Kraantje er nog wat teksten in heeft geflikkerd – nee. Ook een gemiste kans. Het logo knalt er ook op de rug van het hoesje goed uit." 

Blaudzun - Heavy Flowers (cover art Irina Vinnik, St. Petersburg, sleeve design Robert Jan Van Noort at Pankra)

“Het binnenwerk, dus het boekje, is met die typografie met teksten en nummers die in een bepaalde vorm zijn gezet echt geweldig gedaan. Ik pleit er haast nooit voor om een foto van de band of act op voorkant te zetten. Ik vind het altijd wel leuk als er iets meer aan de hand is dan dat alleen. Maar bij Blaudzun had ik z’n kop er groter op gezet. Ook met die portretjes en die turquoise kleur op de muur had ik het als hoes al geweldig gevonden, omdat hij zo’n markant hoofd daarvoor heeft. Verder is het keurig artwork, daar kan je geen buil aan vallen. Dat vind ik ook belangrijk, dat je er een buil aan kunt vallen. De voorkant en het binnenwerk zijn verzorgd, maar dan is met de tray, dus het papiertje dat eronder zit, niets gedaan. Dat komt goedkoop over, dat is jammer. Het heeft niets met geld te maken, want het is gewoon bedrukt. Het plastic hoesje, de jewel box, dat kan vandaag de dag niet meer. V2 krijgt een strafpunt omdat ze Blaudzun ertoe hebben gedwongen het album uit te brengen in een jewelbox en dat er geen geld was voor een digipack zoals Jungle By Night.” 

Martyn - Ghost People (door Erosie)

“Het gaat een beetje aan mij voorbij, de hoes. De muziek geloof ik wel, dat komt wel goed. Er zit genoeg energie in. Maar ik vind de hoes een beetje saai. En als ik dit zo hoor verwacht ik wel een cleanere aanpak van het artwork, dus nog sumierder dan het al is. Het is toch een beetje vlees noch vis. Als ik dit in een winkel zou zien, dan denk ik: tsja. Mag ik dat zeggen? Tuurlijk mag ik dat zeggen. Flauw he!”

Bart Constant - Tell Yourself Whatever You Have To

“Hee wat is dit! De eerste glimmende hoes! Dat vind ik ook wel een beetje goedkoop. Leuk, dat bos. De vormgever heeft geprobeerd beeld en typografie één te laten worden. Het is wel moeilijk om het cd-tje eruit te krijgen. Die grote baan zwart boven en onder heeft een verhouding van 9:16, dus die doet filmisch aan. Het label op de cd zelf heeft doorgezaagde boomstammetjes, daar is over nagedacht. Maar het is niet zo goed uitgevoerd. Wat ik een beetje jammer vind is dat de hoes met al die bomen heel erg natuur uitstraalt, maar dat het qua uitvoering totaal geen duurzaam karakter heeft. Als het een matte uitvoering had gehad, zoals negen van de elf hoezen die hier liggen, dan had het een betere uitstraling gekregen, en had het iets meer met hout te maken gehad. Die sticker erop ziet er vies uit. Sorry Bart, we halen je sticker eraf.” 

De top drie

1. Fresku – Maskerade
“Dat vind ik het meest doorwrochte ontwerp. Vanaf begin af aan tot aan de boodschap onder de cd is het één ding. Met ontzettend veel humor. Apart, die strip. Daarnaast groot tekstvel om de mensen bezig te houden.”
2. Kraantje Pappie – Crane
“Omdat het logo zo geweldig is. Het lijkt ook net alsof het logo erop gemaakt is om op je armen of buik te tattoeëren. Heel knap gedaan, er zit meer vorm in.”
3. Rats On Rafts – The Moon Is Big
“Die meloen op de voorkant is een metafoor voor de maan. ‘The Moon Is Big’, er is over nagedacht. En de donkere wolken boven Rotterdam, heel leuk artwork!”

Tips van de meester: de hiërarchie van het beeld
Tussen de recensiebedrijven door geeft Te Bos te pas en te onpas ook tips over vormgeving. Dus bands, letten we op? Volgens Te Bos moet een beeld dezelfde grootte en zwaarte hebben. “Bij de voorkant van Bombay Show Pig is er bijvoorbeeld niets wat je oog doet leiden. Op de achterkant is het daarentegen veel beter.” Als voorwaarde voor een albumhoes noemt Te Bos iconografie. “Die moet erin te ontdekken zijn. Zeker vandaag, je wordt aan alle kanten dood gegooid met beeld. Als band moet je niet met een te versnipperd beeld aankomen. Er moet een zekere herkenbaarheid in zitten, weliswaar op een eigen manier vormgegeven maar het beeld moet ook helderheid hebben. Dan heb je met dingen te maken als hoe groot doe je die vorm en hoe vang je dat qua kleur op. Dat het prettig oogt, dat het er goed uit ziet, dat er een beweging in zit.” De hoezen van Kraftwerk noemt Te Bos als voorbeeld. “Neem een plaat als Autobahn. Het zijn echte iconen, het zijn haast verkeersborden. Ook door de jaren heen zit er een bepaalde stijl in die hoezen. Franz Ferdinand heeft er ook dingen van gejat, zo baanbrekend waren ze. Dat bedoel ik dus met iconografischachtig beeld. ” Verder vindt hij het belangrijk dat je hoesontwerp ook op een t-shirt kan komen, dus dat je een soort pakket aanreikt. “Dit is ons nieuwe beeld voor de cd die we gemaakt hebben, en dit is het t-shirt dat erbij hoort. Dat kan met Jungle By Night bijvoorbeeld heel goed.” Wat betreft extraatjes die je als band bij je album kunt stoppen blijft Te Bos hameren op teksten. “Ik vind het leuk als er vandaag de dag teksten bij albums zitten. Dat geeft meer diepte. Die teksten kun je ook op de website bekomen, maar ik vind het leuk als je zo’n cd of vinyl koopt dat de teksten erbij zitten als totaalpakket.” Als laatste nog even over die stickers: “Als je besluit dat er een sticker op moet, laat het dan ook een goeie sticker zijn, zowel qua formaat als qua stickerontwerp. Of doe er wat losse stickers erbij, ook leuk!” Peter, bedankt!