Vanderbuyst: van student wijsbegeerte tot duivel op zweetgympen

Willem Verbuyst over de derde plaat Flying Dutchmen

Oliver Kerkdijk ,

Gitarist Willem Verbuyst is zo’n jongen met wie je na een knallend optreden in een kleine rockclub allerplezantst bij een pint over muziek en andere belangwekkende zaken kunt ouwehoeren. Spoorloos is de duivel op zweetgympen die nog een half uur eerder de strafste riffs en soli uit z’n witte Gibson Flying V toverde. Voor zijn kompanen, bassist/zanger Jochem Jonkman en drummer Barry van Esbroek, geldt hetzelfde: bezeten op het podium en laconiek aards tijdens de après rock. Ziehier de essentie van het powertrio Vanderbuyst. In een paar jaar tijd tourde het rocktrio per tweedehands busje door heel Eu­ropa. Geen wonder dat hun derde elpee Flying Dutchmen werd gedoopt.

Niet voor niets knipoogt de bandnaam naar Van Halen en Vandenberg: Vanderbuyst wortelen diep in de melodieuze hardrock van de late jaren zeventig en begin jaren tachtig. Op het VdB-cv: één demo, twee studioplaten (Vanderbuyst en In Dutch) plus honderden optredens in iedere uithoek van Nederland en ver daarbuiten.

Met de aanstekelijke derde langspeler Flying Dutchmen zetten Vanderbuyst op 7 december een joker in. Wat meteen in het oor springt: na het kale, kurkdroog geproduceerde In Dutch is opus III in meerdere opzichten een aangekleed meneertje. Willem Verbuyst, ietwat gemangeld vanwege videoclipopnamen bij nacht en ontij, beschouwt album en bandparcours. ‘We hadden al besloten meerdere gitaren op te nemen, maar bij sommige nummers resulteerde dat in extra en nieuwe partijen. Ook wilden we bijvoorbeeld een groter drumgeluid. Tot dusver vond ik het belangrijk dat we op het podium waar konden maken wat we op plaat hadden gezet. Dus op dat wat werd opgenomen zat toch een rem. Ondertussen zijn we als band enorm gegroeid en kunnen we onszelf meer uitdagen. Ook is Barry gaan zingen, dat betekent dat we naast drie instrumenten ook drie stemmen tot onze beschikking hebben.’

Volwassen
À propos zang, de quantumsprong van Jonkman, van nature beschikkend over een rafelig donker stemgeluid sterk herinnerend aan wijlen Phil Lynott (Thin Lizzy), kenmerkt het album. ‘Jochem heeft ons allemaal zwaar verwonderd,’ aldus de gitarist, die negen van de elf tracks componeerde. ‘Op Flying Dutchmen is hij een volwassen zanger geworden, zowel zijn timing als timbre zijn erg interessant nu.’

In de staart van de plaat zit ‘Lecherous’, een heavy groover de luxe. ‘Dat nummer is geïnspireerd op Black Sabbaths “Supernaut”. Toen ik het schreef had ik de drumpartij in mijn hoofd voordat er één noot van de riff stond. Drums kunnen ook “scheuren”; luister maar eens naar dat bekken in het couplet, heerlijk. Het heeft ook echt een jaren-70-feel, zeker met die psychedelische solo op het eind.’

Première voor Vanderbuyst is een heuse powerballad, akoestisch introotje incluis: de welhaast epische tranentrekker ‘Give me one more shot’. Verbuyst: ‘Het was tijd voor een liefdesliedje. Al dat stoere gedoe over tijgers [‘Tiger’ van het debuutalbum geldt als VdB-klassieker - OK] is mooi, maar uiteindelijk word ik het liefst wakker naast een “schoon wijveken”.’

Stillekes punniken lukt niet bij de cover ‘Never be clever’: het fuifnummer van Herman Brood & His Wild Romance is swingend verbuystificeerd. ‘We hadden het in 2011 op festivals gespeeld. Leuk om daar een hardrock-twist aan te geven, [Danny] Lademachers riff leent zich perfect voor deze frats. Ook tekstueel vind ik dit een gaaf nummer.’

Occasionbusje
Zou voor de nieuwe VdB-koers een extra tourgitarist niet handig zijn?
‘Nee, dat is nooit aan de orde geweest,’ zegt Verbuyst resoluut. ‘Als trio is het hard werken om een vol geluid neer te zetten, maar het heeft ook voordelen. De communicatie, ook muzikaal, is heel direct en eerlijk.’

Van Terneuzen tot Tsjechië zijn Vanderbuyst al in een occasionbusje half Europa doorgejakkerd. Denk je dan onderweg niet eens: lag ik maar in m’n eigen bedje?
‘Ik heb nooit last van heimwee. Een van de redenen waarom ik zo van dit vak hou is dat ik vaak van huis ben. Het reguliere leven beangstigt me op een of andere manier. Als ik niet in een band speelde zou ik reizen.’ Wat Verbuyst ook geregeld doet, al ‘is de band een maand loslaten niet makkelijk’. Volledig los is dat overigens nooit, want in een exotische, inspirerende omgeving komen de liedjes vanzelf. ‘“Give me one more shot” en “Lecherous”, bijvoorbeeld, ontstonden in Sri Lanka. “Flying Dutchman” in Nepal. De tekst gaat erover dat, al heb je alles, voor iedereen eens het tij keert. Uiteindelijk sta je met lege handen.’

Even van hardrocker tot hardrocker: wie is de Bob on the road? ‘We rouleren, inclusief de roadies. Ook zij hebben recht op een feestje. Kijk, we doen meer dan honderd concerten per jaar. Dan ga je echt niet elke keer tot het naadje. De volgende dag is er weer een optreden, dat verneuken met een katerhoofd is geen optie. En de kick die je krijgt van een show is vele malen groter dan die van een biertje.’

Vanderbuyst, voor al uw rockende partijtjes: van kraakpand tot megafestival is de hele wereld een bühne. Soms wordt er onder sub­optimale omstandigheden gespeeld. Op Koninginnedag met één gymp in het luchtledige, bijvoorbeeld. Verbuyst: ‘In het kozijn staan op de tweede verdieping van een rockcafé was een enge ervaring. Zeker als je bedenkt dat we een nogal beweeglijke band zijn. Het sloeg ook nergens op: het geluid ketste drie meter verder tegen een bakstenen muur aan de overkant van de steeg. Mensen kregen nekpijn van het omhoog staren en hoorden ook nog eens geen fuck.’

Hersenactiviteit
Achter het podiumbeest Verbuyst vermoeden weinigen een filosofielaureaat. Verrassing, dan. ‘Ik heb mijn bachelor Wijsbegeerte behaald. Daarnaast volgde ik vakken aan de faculteit psychologie, zoals neuropsychologie en psychopathologie. Mijn scriptie heet Rethinking free will: towards a neurophilosophical perspective. Daarin heb ik geprobeerd te betogen dat ons concept van “vrije wil” achterhaald is en dat we het idee van totale vrijheid moeten opgeven als we ervan uitgaan dat er geen gedachten mogelijk zijn zonder hersenactiviteit. Ik heb er wel eens over gedacht om [voor Vanderbuyst] wat meer filosofische teksten te schrijven. Maar uiteindelijk vond ik een wat directere invalshoek toch minder pretentieus.’

Ook de muziekliefhebber Verbuyst heeft onvermoede kanten. ‘Op zondag draai ik heel vaak klassieke muziek. Barok zoals Bach of Telemann, maar ook een moderner componist als Tsjaikovski vind ik te gek. Daarnaast heb ik dit jaar wat black metal geprobeerd. Uit nieuwsgierigheid, want vaak klinkt het als op hol geslagen stofzuigers. En soms bega ik met een lach een zonde en zet een 80’s popklassieker op zoals “Maniac” van Michael Sembello of “Fresh” van Kool and the Gang.’

Geen zorg, het blijft onder ons. Wat niet onder ons bleef: begin dit jaar speelden Vanderbuyst in De wereld draait door een microversie van de hookline-parel ‘Into the fire’. Zo maakte kassiekijkend Nederland kennis met de Dutch Hard Rock Assault en Verbuysts fantastische, vloeiende gitaarspel. Rare ervaring? ‘Een nummer van vier minuten reduceren tot een promo van één minuut is pervers. Gelukkig kregen we, net voordat de opnames begonnen, de kans om het in z’n geheel voor het publiek te spelen. Nadat ik het toupet van de persoon die voor mijn versterker zat had weggeblazen zat de sfeer erin.’