Afgelopen zaterdag heeft Nanne Tepper afscheid van ons genomen. Schrijver, popjournalist, muzikant, maar vooral ook muziekliefhebber. Voor mij was hij de laatste jaren naast een oude maat, tevens een buurtbewoner en we hadden vaak lange gesprekken op de vreemdste plekken. Als ik daarvoor geen tijd had, dan maakte ik wel tijd. Het was altijd geweldig om met Nanne van gedachten te wisselen over bepaalde muziekstromingen die hij had ontdekt, of opnieuw plannen te maken voor het masteren van bepaalde opames van een band waar we samen in hadden gezeten.
De laatste keer dat ik hem zag, ruim een week eerder, ging ik net weg voor het begin van onze Europese Charanjit Singh tour. Hij riep vrij vrolijk iets onze kant op en ik meldde lichtelijk gestresst wat we gingen doen. Ik voelde me bijna schuldig dat ik even geen tijd had, maar hij reageerde ongedeerd dat we elkaar later wel spraken. Ik voelde een bepaalde waardering. Lichtelijk gedistantieerd wellicht, zoals je kunt kijken naar cavia’s die zich druk maken om een blaadje sla.
Of verzin je zoiets achteraf? Niet helemaal waarschijnlijk. Nanne voelde zich al een tijdje afgesloten van veel werelden waar hij ooit graag deel van had uitgemaakt. De literaire wereld kon hij geen deel meer van uitmaken. Hij was te ziek. Teveel medicijnen. Te slechte conditie. Voor het andere schrijfwerk had hij zich op den duur ook laten afkeuren. Wat overbleef op het laatst was vooral een passie voor zwaar feedbackende overstuurde noise. Deconstructieve muziek die je alles doet vergeten, je losmaakt voor de ultieme zelfdestructie.
In de tijd dat wij in een bandje zaten (Imaginary Diseases) hoorde ik op elk moment dat de muziek stil viel Reve en Zappa citaten, deelde hij zijn waardering voor Vladimir Nabokov en bij hem thuis luisterden we, tussen alle cassettes met Zappa en Beefheart bootlegs, naar de noise van Sonic Youth en vroege hiphop met bijtende teksten. Alles met een bite, Nanne hield er niet van om de hete soep heen draaien. Net zo min als hij tegen hypocriete mensen kon. Op mooie praatjes verkopen die je niet nakomt stond bij Nanne de eeuwige verguizing.
Om twaalf uur ’s middags, op weg naar de repetitie, kwam er vaak al een enorme alcoholwalm achter uit de auto. Nanne en de tweede gitarist zaten dan al aan hun tweede biertje. Opstaan met bier was toen voor Nanne meestal noodzakelijk om zijn maag tot rust te brengen, zodat hij kon ontbijten. Door Nanne leerde ik een zwaar gevorderde fase van alcoholisme kennen, vond het wel knap hoe hij dit volhield, al had hij soms wel eens rare wonden door een val. De alcohol heeft uiteindelijk plaats gemaakt voor een heel palet aan medicijnen. Het was voor velen onduidelijk wat hij nou precies had, ik heb het niet echt begrepen in elk geval.
In de periode dat we elkaar leerden kennen was hij heel serieus met De Eeuwige Jachtvelden bezig. Hij werkte maar door. Schrijven en herschrijven. En opnieuw. Het boek hiervoor - in de ik persoon - zei hij door een vriend begraven te laten hebben aan de voet van de Rocky Mountains. Het geeft aan hoe serieus hij bezig was met literatuur, hoe kritisch hij was op zichzelf en vooral wat voor een enorme romanticus hij was, in de klassieke zin. Het geluk ligt altijd verder. Drama’s in de liefde. De roes en de vergetelheid zoeken. Te vroeg sterven.
Na vijftig jaar geleefd te hebben was het op. Als ik eens naar de lokale snackbar ging trof ik hem daar vaker aan dan wat mij goed leek voor zijn gezondheid en het viel me op hoe hij achteruit ging. Skin on bone, maar nog steeds een gepeperd mondje. Een begaafd spreker, scherp en genadeloos. En altijd met humor. We stonden elk gesprek minstens een paar keer te schateren. Tot kort voor zijn einde aan toe. Alles wat rook naar idioterie moest het ontgelden.
Even vurig was hij als het om bepaalde muziek ging. Het enige wat hij uiteindelijk nog kon doen was hierover schrijven voor de Prime Time. Tot dat dit ook niet meer ging. Een van de redacteuren kreeg een berichtje dat het hem niet meer lukte.
‘Sorry Jan, ik schaam me dood maar het wil gewoon niet. Brein in duigen. Sorry!’
‘ps: wel een verdomd goede plaat zeg, die todolo’
Todolodoki Nanne, we gaan je missen.