Anno 2012 gaat ChesnuTT door het leven met een helm, als een soort symbolische bescherming tegen het leven. In de tussentijd werd hij vader van twee kinderen, sloot hij een pact met de Heer en raakte zijn muzikale carrière in het slop. "I was a dead man, I was asleep", opent hij zijn nieuwe plaat met Til I Met Thee, hoofdschuddend omkijkend naar zijn richtingloze jonge zelf. Exact dezelfde thematiek in Don't Wanna Go The Other Way, waarin hij de schepper vraagt hem te helpen overeind te blijven. "I suppose I could feed the kind of demons I've been thinking of. Something in the storm is appealing." Hij herhaalt de titel als een soort mantra, alsof hij die demonen nog altijd in bedwang moet houden.
Het contrast kan bijna niet groter, ook muzikaal gezien. The Headphone Masterpiece stond vol met krakkemikkig opgenomen gitaren en eenvoudige drumcomputers, Hundred is een gloedvol opgenomen plaat, met een tienkoppige band die knipoogt naar de gouden jaren van de georkestreerde soul, in de jaren zeventig. Enige constante is ChesnuTTs sterke stem, van klassieke Marvin Gaye allure. ChesnuTT vertegenwoordigt de romantische en de levensbeschouwelijke kant van Gaye, niet de destructieve seksuele kant. Een man die weigert zich te laten leiden door snelle geluksprikkels. Op Love Is More Than A Wedding Ring bijvoorbeeld, laat hij met de hulp van fraaie gospel backing vocals weten dat echte liefde voorbij de obstakels ligt. I've Been Life is een ode aan Afrika, waarbij ieder land van het continent bij naam genoemd wordt. Er spreekt een haar rasta-achtige drang naar het 'Moederland' uit, die meteen de rood-geel-groene zelfportretten op de cover verklaart.
Je hoort ze weinig tegenwoordig, dit soort platen. Retro soulacts als Sharon Jones en Charles Bradley grijpen vaak terug op de rauwe variant, met een strakke, straffe band. Hier horen we de zwierige arrangementen van Willie Mitchell, die Al Greens klassieke hits voorzag van hun arrangementen. Single That's Still Mama heeft het soort blazersbravoure dat Kanye West en Jay-Z zoeken voor in hun sampleportefeuille, afsluiter Scroll Call heeft dezelfde dwingende blazers, maar nu met een luchtig-euforische basgroove, een sound die je in de jaren zeventig veel hoorde in blaxploitationsoundtracks. Op andere momenten houdt hij het juist klein en kaal, zoals in ballade What Kind Of Cool. Don't Follow Me klinkt als een soul-variant op Elbow's zeldzame balans tussen grootsheid en intimiteit.
De grilligheid en de bite van dat slaapkamermeesterwerk van tien jaar terug wordt hier en daar wel gemist. Het is bovendien jammer dat er op Landing On A Hundred geen song van het kaliber The Seed staat. Dat, en dat alleen scheidt hem van een moderne klassieker met een klassiek geluid. Tegelijk is iedere song van bovengemiddeld niveau en zijn juist de harmonie en het geluid dit keer de grote kracht. Dit is geen muziek die je met voorzichtigheid moet benaderen, ze komt je vanzelf tegemoet. "Build a bridge", zingt Chesnutt in Scroll Call. "Out of His greatness, out of a good thing as we have in common."
3voor12 bespreekt Album van de Week (48): Cody ChesnuTT
Amerikaanse soulzanger maakt in tien jaar complete transformatie door
"I got a dick full of blood and a wide open heart to lean on." Dat zong soulzanger Cody ChesnuTT op zijn wonderlijke, intrigerende debuutplaat, tien jaar geleden. "All I want is pussy, give me some religion", smeekte de jonge rebel vanuit zijn ouderlijk huis. Hij nam heel The Headphone Masterpiece op zijn cassettedeck op, maar man, wat klonk hij gevaarlijk. Hij zag er goed uit in leer en hij kon vrouwen hoogstpersoonlijk bevruchten met het zaad van de rock 'n roll. Dat was zijn claim to fame: The Seed, zijn nummer dat door The Roots bewerkt werd tot dé klassieker uit hun omvangrijke oeuvre. Een grootse carrière lag voor hem. Tien jaar later is er eindelijk een opvolger.
Cody ChesnuTT - Landing On A Hundred (One Little Indian/Konkurrent) is verkozen tot 3voor12 Album van de Week en tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.