Will and the People: "Ik schreef Lion In The Morning Sun in vijf minuten"

Londense reggaepoppers volgende week op Pinkpop

Atze de Vrieze ,

Soms is popmuziek dodelijk simpel: zanger Will zou rond het middaguur in de studio zijn met zijn keyboardspeler. Hij was er niet, omdat hij in de zon lag te luieren. Daar stond hij dan, uren later, met zijn leeuwenmuts op. Waar was je in godsnaam? Well, I was lying in the morning sun. Vijf minuten later stond het liedjes op papier dat nu dreigt uit te groeien tot DE zomerhit van 2012: Lion In The Morning Sun. "Het was een grap, ik schreef Lion In The Morning Sun in vijf minuten."

Lion In The Morning Sun heeft alles in zich om de zomerhit te worden. Het is onwaarschijnlijk catchy, heeft zomerse reggae-invloeden en is vrolijk op het irritante af. Gaat het ergens over? Niet echt. "Er zit zelfs een zin in die Engelse leraren gebruiken om je uitspraak te leren. The rain in Spain falls mainly on the plane. Ik zeg dat heel vaak in het dagelijks leven, het klinkt goed." Vrolijk is het in elk geval wel. Dat hoorde men ook bij 3FM, waar het liedje uitgeroepen werd tot Megahit en steevast leidt tot dansende en hossende dj's in de studio. Will lacht erom, maar is ook wel een beetje angstig. "Dit is veel meer wegwerpmuziek dan al onze andere liedjes. Ik hoop niet dat mensen het te snel zat worden. Ik hoop ook dat ze naar onze andere liedjes luisteren, waarin we meer diepgang te bieden hebben."

Zo lacht het succes Will and the People ineens toe. Maar volgens Will is dat niet altijd zo geweest. Vier jaar lang was hij op zoek naar een band om zijn liedjes wat meer gewicht te geven. "Ik heb jarenlang in mijn eentje opgetreden met akoestische gitaar. Tijdens Glastonbury 2010 ontstond de band zoals hij nu is. Een vriend van me had daar een tent, en ik zou optreden met mijn gitaar. Aan het eind van de rit stonden we op het podium met de band. Een maand later woonden we samen in een kraakpand. Zo moet het volgens mij: hetzelfde eten en ademen, en non-stop muziek met elkaar maken. Marijuana roken en muziek maken, dat doen we elke dag." Dat klinkt als een echte rastafari gemeenschap, maar een echte rasta durft de frontman zich zeker niet te noemen. "Ik ben geen religieus mens. Maar als je Bob Marley ziet zingen, wil je simpelweg geloven in wat hij gelooft."

Vanaf daar bleef het toeval helpen. Na een half jaar werd de band uit het kraakpand geknikkerd. Tijdens een optreden vertelde Will aan het publiek dat hij op zoek was naar een nieuwe ruimte. "Na het optreden bood een man ons zijn schuur aan, in Maidenhead, net buiten Londen. Gratis. Daar wonen we nu nog steeds." Deze maand verschijnt in Nederland het album Friends, het officiële debuut van de band, maar eigenlijk een onaf product. Om dat aan te geven hoor je af en toe zelfs nog wat opmerkingen uit de studio. "Yes, this was really good!"

Inmiddels is de band bezig aan album nummer twee, terwijl bij ons het eerste nog moet verschijnen. "Slechts twee of drie nummers op het album dat nu uitkomt zijn met de band gemaakt. Veel dingen deed ik toen nog zelf. De nieuwe plaat is meer representatief voor wat we nu doen. Het is harder, maar ook zachter, meer punk, meer energie. Alles meer. Ik miste gewoon iets op het podium, de energie die je met vijf man wel kunt brengen." Dat bleek goed te werken op Lowlands 2011, waar Will and the People als volkomen onbekende band aantrad. Aan het eind van het jaar deed de band London Calling aan, wat leidde tot een bomvolle, hossende bovenzaal in Paradiso. Wat je noemt een 'punky reggae party'. Gek genoeg 'vergat' de band daar de huidige hit Lion In The Morning Sun op de setlist.

De oorspronkelijke, akoestische benadering van Will doet ergens denken aan een andere Britse singer-songwriter die een opvallende invloed in zijn folk verwerkt: Ed Sheeran. Hij gebruikt hiphop, Will reggae. "Ed en ik hebben een paar shows samen gedaan. Hij is zeer getalenteerd. Een maand of twee geleden sprak ik hem nog. Hij zei: ik wil ook een band." De reggae-insteek zat er altijd al in, zij het in eerste instantie onbewust. "Ik speelde maar wat. Op een gegeven moment zei iemand: het is heel erg reggae wat je doet. Toen ben ik naar Bob Marley gaan luisteren en kwam ik erachter dat ik elk nummer kende van vroeger. Mijn ouders draaiden Bob Marley, naast Supertramp, The Beatles, Cat Stevens en James Taylor. Mijn gevoel voor pop komt uit de jaren negentig, toen ik naar groepen als Boyzone, Backstreet Boys en Spice Girls luisterde. Ja, daar kocht ik echt platen van. Ik was in mijn jeugd een buitengewoon oncoole jongen. Inderdaad: iedereen lachte me uit."