Het had hun grote doorbraak moeten worden: Crossing Border 2010. Het was het eerste optreden van The Walkmen in Nederland na de release van Lisbon. Het zesde album van de indieband uit New York, en het kreeg meer en breder gedragen lof dan al hun eerdere albums. "Crossing Border, volgens mij weet ik dat nog wel", zegt Hamilton Leithauser. "Was het dat optreden waar we tegenover The National en Spoon geprogrammeerd stonden? Allebei vrienden van ons, maar veel populairder dan wij. Achteraf konden we er wel om lachen. Toen niet."
Underdog
Was het maar eerlijke concurrentie geweest. The Walkmen stond die avond in een matig gevulde zaal, omdat de mensen bij de ingang van het Nationaal Toneelgebouw al weggestuurd werden. De rij voor de zaal waar The National speelde was te lang. Een logistieke blunder die zijn weerga niet kende. Ach, het zorgde er wel voor dat The Walkmen hun rol als eeuwige underdog eenvoudig kon behouden. Het is een rol die de band wel ligt. "Dit soort dingen hebben we een miljoen keer meegemaakt", zegt Leithauser. "Natuurlijk, je gaat voor succes, maar dat pakt dan niet uit zoals je hoopt. Wat is succes? We hebben heel wat vrienden die meer tickets verkopen dan wij, maar die zijn niet altijd blij met hun muziek. Dat wij al tien jaar bij elkaar zijn beschouw ik ook als een succes."
Sterker nog: hoe langer The Walkmen bij elkaar is, hoe meer Leithauser dat lijkt te koesteren. Neem Heaven, het titelnummer van de nieuwe plaat. Het is een ode aan oude vriendschappen. De begeleidende video toont een aaneenschakeling van foto's en videobeelden van de band door de jaren heen. "Our children will always hear romantic tales of distant years", zingt Leithauser. "Our gilded age may come and go, our crooked dreams will always glow," Er spreekt een groot verlangen uit naar vroeger, naar de jonge-honden-dagen, toen de jongens nog bij elkaar in een huis woonden en met elkaar op de vuist gingen op een slechte dronk. "Don't leave me now, you're my best friend. All of my life you've always been. Remember remember. All we fight for."
Familieportret
Anno 2012 ziet de band er heel anders uit. Een blik op de site van de band zegt genoeg: de nieuwe bandfoto toont geen vijf stoere muzikanten, maar een ouderwets familieportret. "Ik ben de jongste en heb ook als laatste een kind gekregen", zegt Leithauser. "Het ligt me wel, dat vaderschap. Het is zeker niet zo dat onze kinderen continu bij elkaar over de vloer komen. Sterker nog: sommige familieleden heb ik op de dag van deze foto's voor het eerst gezien. Dat komt doordat de band nu heel verspreid woont. Mijn neef en ik wonen nog in New York, twee jongens wonen in Philadelphia, een in New Orleans. Dat is ver. Als we drie weken op tour geweest zijn gaan we naar huis, komen we niet bij elkaar over de vloer. Maar uiteindelijk zitten we allemaal in deze fase. We zijn een grote familie geworden."
Het is natuurlijk ook nogal bepalend voor de werkwijze van de band. Elke dag in de studio rondhangen gaat niet meer. Ideetjes gaan via e-mail heen en weer. Eindeloos klooien tot er een goed idee komt? "Daar waren we eerlijk gezegd al niet zo goed in. Als wij in de studio gingen jammen, eindigden we met een soort In-A-Gadda-Da-Vida, iets waar we niets aan hadden. Die teaser met U2-covers die we voor het album uitbrachten is daar ook een goed voorbeeld van. Dat gebeurt er als we tijdens de soundcheck wat staan te klooien. Dit werkt eigenlijk veel beter. Je stuurt pas een idee op, als je denkt dat het echt goed is. Het heeft veel tijd gekost om dit album te maken, maar het ging heel anders dan bij Lisbon. Toen hebben we tijdenlang de verkeerde muziek gemaakt tot ineens het kwartje viel en het razendsnel af was."
The poets are wrong
In de loop der jaren heeft The Walkmen steeds meer gas teruggenomen in hun geluid. In hun begindagen scoorden ze een klein hitje met het venijnige, Strokes-achtige The Rat, nu is de midtempo single Heartbreaker een van de meest stevige nummers op de plaat. Al is het geluid altijd herkenbaar, vooral door de herkenbare gitaarsound van Paul Maroon en Leithausers rauwe stem. "Je probeert altijd iets nieuws te doen", zegt Leithauser. "Nooit jezelf te veel te herhalen. Maar veel muzikale ideeën beginnen bij Paul, dus dat zijn gitaar zo prominent is, is logisch."
Die melancholie - bijna bitterheid zelfs - uit Heaven is in de hele plaat te vinden. In Love Is Luck bijvoorbeeld, waar Leithauser het verdwijnen van de liefdesvlinders beweent. "After the fun, after all the bubble gum, there is no sweetness left on my tongue. You can't deny it, the poets are wrong." Hetzelfde gevoel zit in opener We Can't Be Beat, die bitter begint, maar eindigt met de strijdvaardige kreet waar het liedje zijn titel aan ontleent. Ook muzikaal is het een raar, tweekoppig liedje geworden. Het begint klein en breekbaar, het eindigt met een enorme drive. "Het was een risico om zo de plaat te beginnen", beaamt Leithauser. "In plaats van met een muzikale klap op je bek. Maar zowel muzikaal als tekstueel bevat het alles wat ik in dit album kwijt wilde."
Teleurstelling, dat brandende gevoel dat de gouden jaren achter je liggen. Die gevoelens verteert Leithauser niet dagelijks, zegt hij. "Ik ben zelfs niet per se verdrietig of down als ik zo'n liedje schrijf. Ik las tijdens het schrijven een biografie van Frank Sinatra, een van mijn grootste muzikale helden. Hij was onaantastbaar, maar zijn eigen favoriete werk was toch meer treurig, het arme-ik-gevoel, waar de meisjes overigens als een blok voor vielen. Ik denk dat Frank Sinatra een van de grootste inspiratiebronnen voor me is geweest, tijdens de hele plaat, maar vooral bij We Can't Be Beat. Niet alleen qua thematiek, ik ben ook relaxter gaan zingen dan ik vroeger deed. Dat komt vermoedelijk door hem."
The Walkmen: gouden dromen worden grijze haren
Hamilton Leithauser over de familie Walkmen, held Sinatra en Crossing Border
Liefde, vriendschap, grootse dromen die vervlogen: het zijn de belangrijkste thema's in het nostalgische zevende album Heaven van The Walkmen, dat deze week verschijnt. Frontman Hamilton Leithauser legt uit. "We lopen al een paar jaar mee. Er is nu eenmaal veel om op terug te kijken."