De meest onwaarschijnlijke hype van het moment: Michael Kiwanuka, een Britse Afrikaan die deze maand debuteert met het album Home Again, een album dat niet alleen vanwege zijn titel, maar ook muzikaal gezien in elk woonprogramma gebruikt kan worden. Kiwanuka maakt klassieke soul in de stijl van Bill Withers, met hier en daar een folkrandje. Muziek die aanvoelt als een aai over je bol, een geruststellende klop op de schouders. De deur veilig gesloten, schoenen uit en met de benen opgetrokken op de bank. Woensdagmiddag speelt Kiwanuka zijn eerste show in Austin het in Convention Centre, op de niet al de sfeervolle Radio Day Stage. Meest opvallend: hij speelt nog altijd in kleine bezetting, met enkel een bassist als begeleider, hij zelf op akoestische gitaar. Precies zoals hij ruim een halfjaar geleden op het bospodium van Great Wide Open stond. Dat Michael Kiwanuka gezegend is met een gouden stem, hadden toen al geconstateerd. Het is jammer dat de Brit niet in staat is ook live de volgende stap te zetten, en die weelderige fluiten en percussie van zijn album mee te nemen naar het podium. Nu blijft het wel erg voorzichtig, al is zijn talent onmiskenbaar.
The Soul of SXSW12: met o.a. Michael Kiwanuka, Adrian Younge
Ook: Ava Luna, Nick Waterhouse, Lee Fields
De meest genoemde naam tijdens SXSW12: Alabama Shakes, een alternative soulband uit Amerika. Al op de eerste dag puilden de twee zalen waar zij spelen uit. Ze zijn niet de enige die het goed doen. Ouderwetse soul doet het goed deze editie van SXSW. 3voor12 pakte de soultrain.
Michael Kiwanuka (Austin Convention Centre, Radio Day Stage)
Lee Fields (Shangri-La)
Nee, dan Lee Fields. Die oude baas scoort juist door zijn band, uit de Daptone stal. Mensen die het vak verstaan, die alles nuances en trucs van een goede soulplaat kennen. Ze spelen strak en gedisciplineerd, maar doorspekken hun spel soms even achteloos met een frivool uitstapje, heel subtiel. Doorgaans staan de heren - Lee Fields voorop - strak in het pak op het podium, vanmiddag in een achtertuintje gaan we voor casual. En dat heeft ook wel wat, want een beetje ongedwongenheid kon de soulzanger best gebruiken na zijn wat te straf gepoetste vorige plaat. Een jaar of twee geleden trok Lee Fields nog gezamenlijk op met Charles Bradley, ook zo'n oude baas die het ambacht goed beheerst, zo'n man die na drie nummers vol hartzeer op de knieën valt. Bradley stal die tour de show, maar Lee Fields doet het hier goed. Hij pakt het tuintje in met zijn Al Green-achtige nieuwe single You're The Right Kind Of Girl, zo'n heerlijk stroperige sleper. Zoveel goede liedjes heeft Lee Fields niet op zijn repertoire, dus deze mag hij koesteren.
Nick Waterhouse (Shangri-La)
Zo eenvoudig als het lijkt bij Lee Fields is het echter helemaal niet, blijkt als direct na hem Nick Waterhouse het podium betreedt, een blanke jongen uit Los Angeles met een wat studentikoos uiterlijk. Het is een knipoog naar de fifties, wat Nick Waterhouse houdt van rock 'n roll en vroege rhythm & blues. Maar hij is helaas ook een soort Mayer Hawthorne zonder swap. In zijn band drie prachtige dames, waar gek genoeg toch geen seks vanaf straalt, zelfs in hun cameltoe-strakke zwarte broeken. Erger: hun zanglijnen zijn niet zo interessant. Ze zingen niet in harmonie, maar allemaal hetzelfde. De saxofonist speelt weinig opvallende licks, en zelfs als hij soleert hoor je hem eigenlijk nauwelijks. Scoren met zulke retropop kun je alleen maar doen als je toch iets nieuws toevoegt, of als de uitvoering simpelweg heel erg goed is.
Ava Luna (Iron Bear)
Iets toevoegen doet Ava Luna uit Brooklyn wel degelijk. De band speelde vorig jaar ook al op SXSW en viel toen in de categorie 'geinig bandje'. Nu is hun debuutalbum af en zijn ze getransformeerd tot de band die Jamie Lidell eigenlijk had moeten oprichten. Een zeer eigenwijze interpretatie van funk, soul en pop, waarbij de luisteraar continu op het verkeerde been gezet wordt. Ofwel doordat de drummer tegen de stroom in speelt, ofwel door de spacey of noisy synthesizersounds, ofwel door de rare koordjes van de twee zangeressen. Ze zingen soms tegen de lead in, soms weer mooi en lieflijk met hem mee. Zo is Ava Luna een heel rare, maar geen ongemakkelijke of vies klinkende band. Soul vanuit het hoofd in plaats van het hart, en zonder het gevoel voor humor van Jamie Lidell. Maar het werkt wel. Beste liedjes zijn single Clips en setafsluiters Cement Lunch en Past The Barbary.
Adria Younge presents Venice Dawn (Barbarella Patio)
Los Angeles producer en multi-instrumentalist Adrian Younge heeft een heel bijzondere plaat gemaakt met de titel Something About April. Een album waar internationaal verdacht weinig mee gebeurt, maar die toch echt op een heel knappe manier 70s soul combineert met oude soundtrackmuziek en een Portishead-achtige feel. Van die vibe blijft helaas heel erg weinig overeind op het krakkemikkige podium van Barbarella Patio. Dat komt deels door het podium (het slechtste soundsystem van de stad), deels ook doordat de band aan het begin te graag hard wil spelen. Het is vooral de drummer die zijn rol overschat, je zou hem er haast voor achter zijn kruk vandaan trekken. De gitarist is het type dat liefst met zijn gitaar achter zijn rug speelt, en dat soort show-off gedrag is dodelijk. De fluiten en extra percussie ontbreken, het speciale toetsinstrument (ergens tussen een modern keyboard en een ouderwetse klavecimbel in) dat de plaat zo nadrukkelijk kleurt is er wel, maar hangt scheef in de mix. De subtiliteit verdwijnt, en wat overblijft is een inwisselbare soulpap, die tot overmaat van ramp op zeker moment ook nog eens overstemd wordt door Blitzen Trapper, dat een tuintje verder aan zijn set begint. Aan het slot is veel meer ruimte voor details, met nummers als It's Me, Turn Down The Sound en het titelnummer van de plaat, met operazangeres, maar magie ontstaat niet meer. Misschien moeten we het niet erg vinden dat dit live niet werkt, in elk geval niet in deze setting, en gewoon die plaat nog maar eens opzetten.