Er zijn van die meesterwerken die niet voor jou bestemd lijken. Van die films of boeken waar je alleen maar in de grootste superlatieven van gehoord en over gelezen hebt, maar waar je zelf na een paar bladzijden of scènes bij afhaakt. Alleen, geef het maar eens toe. Hoeveel mensen zullen echt aardigheid hebben in Ulysses van James Joyce? Ook de popgeschiedenis kent van die gevallen. Van die platen die je niet alleen gehoord moet hebben maar die je ook moet koesteren alsof het een van de zeven wereldwonderen betreft. Trout Mask Replica van Captain Beefheart is misschien wel het beste voorbeeld. Alleen niet zozeer voor mij, want laat ik nu juist aan deze dubbel-lp veel plezier beleven.
Mijn blinde vlek heet Electric Ladyland van The Jimi Hendrix Experience. Ik heb het sinds pakweg 1981 vaak geprobeerd, maar kwam eigenlijk nooit verder dan kant 1. Natuurlijk, ik ken de plaat en heb me er beroepshalve wel eens doorheen geworsteld, maar daar moest ik mezelf wel na iedere plaatkant met een gevulde koek voor belonen.
Sinds ik de Classic Albums documentaire heb gezien is dat veranderd. Ik heb de dubbel lp - Hendrix derde en laatste bij zijn leven verschenen studioalbum - nu al een paar integraal gedraaid en er veel lol aan beleefd. Lol ja, want het is toch vooral een erg geestige plaat. Er heersen, zo valt me na al die jaren op, veel misverstanden rond Jimi Hendrix, bijvoorbeeld dat hij zwaar op de hand was, en zijn muziek daar uit voortvloeide.
In de documentaire wordt dit met succes weerlegd, en je hoort het eigenlijk ook aan zijn muziek. Hendrix was een behalve een meer dan begenadigd virtuoos ook een muzikale grapjas. Zijn muziek is ook helemaal niet ‘zwaar’ of moeilijk te verteren. Toen ik na jaren de plaat weer eens opzette viel me juist op hoe lucide zijn muziek is, ook het kwartier lang durende Voodoo Chile. Nooit geweten dat Steve Winwood hierop het Hammond orgel bespeelde, en al helemaal niet dat Hendrix een groot Winwood fan was. Hij wilde hem al veel eerder op zijn platen laten meespelen, maar durfde het nooit te vragen.
Er spelen meer gastmuzikanten mee op Electric Ladyland, dat toch ook een beetje de zwanenzang van de Experience was. Iets wat deze docu ook zo mooi maakt: het persoonlijke drama. Drummer Mitch Mitchell spreekt met de minste scrupules over zijn toenmalige broodheer. Maar bassist Noel Redding (overleden in 2003) en vooral de in 2006 gestorven Chas Chandler kunnen hun misprijzen over bepaalde facetten aan Hendrix’ handelen niet verhullen. Redding moest toestaan dat Hendrix zelf maar wat baspartijen inspeelde. De man die eigenlijk van oorsprong gitarist was, maar ten gunste van Hendrix bas was gaan spelen, bleek ook op dit instrument overbodig.
Chandler is de man die Hendrix groot had gemaakt, door hem vanuit de VS naar het Verenigd Koninkrijk te brengen, en als producer en co-manager op te treden. Hij spreekt in de film vol afschuw over al dat volk dat Hendrix maar in de dure New Yorkse studio uitnodigde, wat zijn werk alleen maar in de weg zou hebben gestaan. Chandler stapt tijdens de opnamen op, zijn Experience zou het einde ook niet halen. Maar Hendrix zelf had het zelf prima naar zijn zin. Eindelijk was hij in de VS doorgebroken, al was de slopende tournee begin 1968 niet ideaal gebleken voor de opnamen. Hij had ook wat geld, en voelde dat hij in alle vrijheid kon opnemen, zonder tijdsdruk.
Prachtig zijn ook hier weer de fragmenten achter de mengtafel. Engineer Eddie Kramer laat verschillende kanalen horen en legt uit dat de mandoline die je denkt te horen, gewoon een op halve snelheid opgenomen gitaar is. Inzichtelijk zijn ook de bandopnamen waarop je hoort hoe Hendrix de boel orkestreert. Hier is duidelijk niet iemand aan het werk die maar wat aanrommelt. Nee, hij had alles precies noot voor noot in zijn hoofd. Zoals dat kleine, eenvoudige shuffle, waar hij zijn Experience niet mee wilde opzadelen. Hij zocht meer een stel routiniers dat behept was met het neerzetten van een simpele groove. Die vond hij naast hem in een ander studiovertrek van de Plant Studios. Organist Mike Finnigan heeft weliswaar nooit betaald gekregen voor zijn spel (met daarin ook de baspartij verstopt) in Rainy Day, Dream Away, maar stralend van trots lijkt hij het belangrijker te vinden een rol te spelen in dit stukje rockgeschiedenis.
Want dat was het natuurlijk. Hoewel de reacties, net als bij die andere beroemde dubbel-lp, Exile On Main Street van de Rolling Stones, nogal zuinig waren, sloeg scepsis al snel om in bewieroking. De plaat werd een ijkpunt in de rockgeschiedenis en is dat eigenlijk altijd gebleven. Waarom het kwartje bij mij zo laat viel weet ik nog altijd niet. Ik was wel groot liefhebber van bijvoorbeeld Frank Zappa, dus gitaarsolo’s kon ik wel aan. En hoe kon ik een plaat met twee ijzersterke popsingles, Crosstown Traffic en All Along The Watchtower eigenlijk zo lang negeren?
All Along The Watchtower, een van de weinige voorbeelden in de popgeschiedenis van een cover die beter is dan het origineel, hakt er goed in, zo aan het eind van kant vier. Opmerkelijk ook dat Hendrix, een verklaard Dylan-fan, dit nog maar net verschenen Dylan-liedje op de plaat zette. Waarom hij dat deed wordt in de film niet helemaal duidelijk. Misschien wel omdat hij aanvoelde dat er meer van te maken viel.
Het meeste plezier beleef ik aan die Classic Albums-docu’s die gaan over platen waar ik niet veel mee heb. Bat Out Of Hell van Meat Loaf is er zo een, Electric Ladyland ook. Laat je dus niet afschrikken, er valt voor iedere muziekliefhebber wat uit te halen.
Classic Albums: zaterdag 17 maart om 21:25 op Nederland 3.