Kim Janssen: "Ik ben van de Harry Potter generatie"

Singer-songwriter zoekt het spanningsveld tussen individu en traditie

Atze de Vrieze ,

Twee jaar lang tourde hij met The Black Atlantic vrijwel onafgebroken de wereld rond. In Duitsland, in Amerika, in de Baltische Staten, zelfs tot in China. In de tussentijd nam Kim Janssen zijn tweede solo-album op. Ancient Crimes, een liefdevol conceptalbum over traditionele kostscholen, zo'n beetje het ultieme tegenovergestelde van de vrijdenkende DIY muziektraditie. Hoe verhouden die twee zich tot elkaar?

Kim Janssen bracht een groot deel van zijn jeugd door in Nepal, waar hij met zijn Nederlandse ouders woonde. Van zijn 11e tot zijn 15e zat hij er in een kostschool, een veilige, afgeschermde omgeving. Het vormde hem zo sterk dat hij er graag eens wat mee wilde doen. "Ik zat in de stad Kathmandu, maar toch ook weer niet. Mijn hotelhouders durfden me niet zomaar de straat op te laten gaan in die chaotische stad. Die isolatie sprak me wel aan. Je zit in op een plek die een wereld op zich is. Je hoeft nergens heen: je hebt school, je hebt vrienden, je hoeft niet eens naar de supermarkt."

Positieve elementen
Voor een beetje creatieve geest moet dat klinken als de grootste nachtmerrie, dag en nacht opgesloten zijn in een schoolcomplex. Nooit ruimte om eens rustig in je eentje met je gitaar te gaan zitten. Maar Kim Janssen heeft er kennelijk warme herinneringen aan overgehouden. "Je hoort mij niet beweren dat het de ideale wereld is. Zo is het bijvoorbeeld een nadeel dat kostschoolscholieren nauwelijks met de echte wereld in aanraking komen. Maar ik heb ervoor gekozen om de positieve elementen uit te lichten en het iets magisch te geven. Zoals JK Rowling dat ook deed in Harry Potter. Ja, ik ben van de Harry Potter generatie. Toen ik elf was en op kostschool zat, kwam het eerste boek uit."

Kim Janssen, met zijn serene folk, moet de eerste serieuze muzikant zijn die de beroemde tovenaarsleerling als inspiratiebron noemt, maar hij meent het wel. En Harry Potter staat niet op zichzelf. De tovenaarsleerling in het grote magische gebouw, de dichters in de film Dead Poet Society, de studenten klassieke oudheid in het boek De Verborgen Geschiedenis van Donna Tartt. "JK Rowling pakt alle clichés van de kostschool en vergroot ze uit. Dead Poet Society vond ik eerlijk gezegd niet zo'n toffe film, maar hij past wel in dezelfde traditie. Het mooie aan De Verborgen Geschiedenis vind ik dat de hoofdpersonen zich volledig op hun studie storten en zo de geschiedenis letterlijk tot leven wekken."

Portsmouth Cathedral
Precies zo benadert hij de Engelse kostscholen op dit album. Janssen nam een specifieke school in het noordwesten van Engeland in zijn hoofd, een school met een traditie van 200 jaar. "Het ligt in een prachtig gebied, heel afgelegen. Leerlingen daar zijn heel serieus bezig met bijvoorbeeld klassieke muziek. Dat wilde ik terug laten komen in mijn plaat. Je hoort referenties daaraan, maar ook aan kerkhymnen. Ook iets onvermijdelijks in die christelijke scholen. Als research heb ik een aantal cd's gekocht met koormuziek, van het koor van The Portsmouth Cathedral. En dan begon ik zelf met mijn gitaar mee te zingen. Uiteindelijk heb ik een koor in Utrecht benaderd om het mee op te nemen. Het Toonkunstkoor, een koor dat al 200 jaar bestaat en in Vredenburg stukken van Britten zingt. Ik vond het hoog gegrepen, maar ze waren erg enthousiast over mijn idee."

Dat is de crux van Janssens plaat. Hij pakt een traditioneel lied, en maakt zijn eigen interpretatie. Zo beeldt hij uit hoe het individu zich verhoudt tot het groepsproces en de traditie in de kostschool. Het is een artistiek, muzikaal onderzoek. "Er zit iets heel subjectiefs in mijn uitvoering. Zo'n traditioneel lied an sich heeft geen emotie, het is neergeschreven, en dat is het dan. De emotie ontstaat pas als iemand het uit gaat voeren. De manier waarop je zoiets uitvoert zegt iets over hoe je in de wereld staat. Zo gebruik ik in het nummer Torches bewust traditionele instrumenten als fluiten, klarinetten en strijkers. Maar ik arrangeer ze op een minder traditionele manier, die ik ken van bijvoorbeeld The National of Nico Muhly."

Bon Iver
Het grote voorbeeld op dit vlak is voor Kim Janssen Justin Vernon alias Bon Iver. De folkzanger brak in 2008 door met het album For Emma, Forever Ago, maar bereikte een iconische status met zijn titelloze tweede album. Dat had veel te maken met de originele arrangementen. "Ineens gebruikt hij synthesizers, op een interessante manier, en saxofoons. Ik vroeg me af hoe het mogelijk was dat vorig jaar ineens iedereen saxofoons gebruikte op zijn album: Iron & Wine, Bon Iver, Destroyer. Het leek wel afgesproken. Maar het allermooist op die Bon Iver plaat vind ik de pedal steel melodieën. Hij gebruikt dat instrument op zo'n manier dat het in mijn hoofd blijft hangen."

Wie kan uitleggen wat Bon Iver in korte tijd zo'n icoon maakte? Was het puur dat mythische verhaal? Of toch de muziek? Feit is dat Justin Vernon in een klap de wind vol in de zeilen kreeg. Kim Janssen hoopt er stiekem op dat hem dat ook ooit overkomt, maar tot die tijd is hij bereid zijn publiek ziel voor ziel te winnen. "Gewoon heel geconcentreerd blijven, en hard werken. Ik heb niets tegen een hype, maar wij gaan gewoon alle steden af zonder 8,3 van Pitchfork op zak. Het duurt wat langer, maar je ziet het resultaat als je terug komt. Mensen vragen wel eens: heeft het nou zin om met The Black Atlantic naar de Baltische Staten te gaan? Moet je niet eerst zorgen dat je daar een label hebt? Los van het feit dat we nu eenmaal graag reizen en juist de rare plekken opzoeken, geloven we dat het zo kan. Bands hebben het altijd zo gedaan. Je gaat bij de mensen langs. En als je terug komt, nemen ze hun vrienden mee."

Lege zaal
Dat hoop je tenminste. In eigen land kan The Black Atlantic inmiddels Tivoli de Helling op eigen kracht vullen, Janssen solo staat nog wat lager op de ladder. Maar ook voor minder doet de band het. "Op onze eerste headlinetour in Duitsland trokken we gemiddeld veertig man per avond, maar ik vond dat al bijzonder. Vooral ook omdat we soms op de raarste plekken stonden, plekken waar nooit een band staat. Geert (van der Velde, zanger van Black Atlantic, red.) heeft die focus, hij is bereid om twaalf uur te rijden naar een platenzaak in Wisconsin en daar te spelen voor vijf punkkids. Daar moet je gek voor zijn, op een goede manier."

"Zelf ben ik ook zo. Ik woonde een tijdje in New York toen ik daar een stage had. Dan speelde ik vijf shows achter elkaar, een soort minitour. Op een avond stond in in Pete's Candy Store, een mooi zaaltje in Brooklyn. De band voor mij had vrienden of fans mee, maar direct na hun show vertrok iedereen naar de bar naast de zaal. Ik stond daar letterlijk voor helemaal niemand, er was niet eens een geluidsman. Op zo'n moment speel je toch, vind ik dan. Twee nummers heb ik gezongen, voor mezelf. Ik zei tegen de lege zaal: 'hello'. Maar kijk naar iemand als Damien Jurado, hij bevond zich jarenlang onder de radar, ondanks dat hij op labels als Subpop en Secretly Canadian zat. En nu ineens is iedereen in hem geïnteresseerd. Dat is een geruststellende gedachte voor een muzikant. Het kan altijd."