Joost van Bellen tussen New York en Los Angeles: “Kaduuk!”

Dagboek SXSW/New York/LA/Miami dag 7 en 8

Joost van Bellen ,

Joost van Bellen houdt een dagboek bij vanaf SXSW in Austin, een kort bezoek aan New York, op de koffie bij Junkie XL in LA en eindpunt Miami voor de Miami Music Week en het Ultra Festival. “Toen ik het meisje aankeek zag ik dat haar pupillen klein als speldenprikken waren; die twee super leuke kids waren zwaar aan de heroïne. Ze liepen ook weer door zonder mijn antwoord af te wachten, ergens verdwaald in een gelukzalig niets diep in zichzelf. Heroïne is nog steeds groot in New York. Geregeld nemen jonge mensen die goed bezig waren in het uitgaansleven een overdosis, vreselijk“

DAG 7 & 8
ZONDAG 17 MAART
MAANDAG 18 MAART
NEW YORK


Ik vlieg ergens boven de staat Indianapolis. Rechts van me ligt Chicago, links begint de Biblebelt. Echt comfortabel is het niet. Mijn stoel kan niet naar achteren en ik vind het een vies vliegtuig. Ik ben aan het klagen, het is de vermoeidheid. Op zondag heb ik wat opgebaard op bed gelegen, starend naar het plafond en het opgegeven. Ik heb braaf mijn stukje getikt en ben gaan wandelen door de stad. Het was kraakhelder zoals het alleen in New York kan zijn, een grote vieze stad met schone en strakblauwe lucht.

Wandelend door het Meatpacking District, SoHo, China Town en Greenwich Village viel me op dat veel winkels niet meer bestaan, dat er best wel wat lege billboards hangen. De crisis heeft duidelijk toegeslagen. Ook vond ik New York harder geworden, minder vriendelijk dus. Er kwam iemand een winkel binnen waar ik stond en begon me de huid vol te schelden: fuck you fuck you fuck you! Hij was duidelijk boos over iets en zag mij als pispaal. Ik zag minder goedgemutste mensen dan wat ik gewend was in de Big Apple. Meer chagrijn en veel meer zwervers. De economie trekt aan in de USA maar op straat is daar weinig van te merken. Overleven in een stad als New York zonder werk is onmogelijk, het is er veel te duur voor. Een kamertje van een paar vierkante meter in Manhattan kost al snel $ 4000.- huur per maand. New York is altijd de stad geweest waar je heen ging om het te maken. Veel mensen blijven er maar een paar jaar wonen. Als het dan fout gaat is dat geen pré voor de vriendelijkheid waar de stad zo om bekend stond sinds 11 september 2001. Het bewijst ook maar weer hoe goed we het in Nederland hebben, vergeet dat niet.

Ik ben wat veel te dure modezaken binnen gelopen, maar heb nauwelijks wat gekocht. Het was er echt krankzinnig duur ( $ 780.- voor een T-shirt ) of er was niets in mijn maat te krijgen. In sommige zaken verkoopt men alleen voor maatje magere hekkenspringer en hipster met buikloop. In de duurdere straten heeft bijna iedereen nu een design hondje aan zijn zijde. Vooral die bruinzwarte mini sleehondjes waren er volop te zien, en ze zijn dan inderdaad ook prachtig. Ik ben benieuwd welk hondje het volgend jaar wordt en vraag me dan altijd af wat er met die andere hondjes gebeurd is.

Bij een restaurant waar ik buiten een sigaret stond te roken kwamen twee hele mooie en super hippe types op me af. De knappe donkere jongen vroeg me om een sigaret maar bedankte me niet toen ik hem er een gaf. Het Aziatische meisje ernaast vroeg: 'Do you find his music offensive?' Maar ik hoorde geen muziek en herkende geen beroemde popster voor me. Het bleek te gaan om een iPad die hij tegen zijn oor hield. Toen ik het meisje aankeek zag ik dat haar pupillen klein als speldenprikken waren; die twee super leuke kids waren zwaar aan de heroïne. Ze liepen ook weer door zonder mijn antwoord af te wachten, ergens verdwaald in een gelukzalig niets diep in zichzelf. Heroïne is nog steeds groot in New York. Geregeld nemen jonge mensen die goed bezig waren in het uitgaansleven een overdosis, vreselijk. En wat een verschil met ons! Welke jongere neemt er nog heroïne? Ik werd er een beetje triest van. Iemand lachte me toe, ik trok mijn schouders op als teken dat ik die kids zielig vond. De goedgeklede man zakte daarop op zijn knieën en dook een paar vuilniszakken in, duidelijk zo gek als een deur en homeless. En dan is New York zo hard en kil, ik schrok er van. Maar toch, ik zou er graag een tijdje willen wonen.

Ik ben naar Le Bain gegaan, een club op de 18e verdieping van het Standard Hotel, vriendjes en Rauw sterren Brodinski en Gesaffelstein draaiden er. Die club is te gek: het geluid is er super, ze schenken er flinke maten wodka en hoge glaspuien rondom geven een waanzinnig uitzicht op up en downtown. Minpunt was de overdaad aan rook en het ontbreken van licht in een nagenoeg zwarte ruimte met vele opstapjes. Ze hebben er ook een klein zwembad, maar die was overtrokken door een vloer. Blijkbaar is die alleen in de zomer open. Jammer, want met dat zwembad midden in je tent kan het op een super decadente manier uit de hand lopen. Jaren terug was dat zwembad gehuld in rook met lichteffecten. Ik had dat niet door en stapte erin, heb die avond met een natte schoen gelopen. Het publiek was een tikkeltje snobby helaas. Ik voelde me niet op mijn plek, alhoewel er ook best veel bekenden waren. Ik ben na een uurtje naar het hotel gegaan om een stuk af te tikken en te slapen. Na vier uur werd ik weer wakker, weer een uur voor tijd, zucht...

Op de automatische piloot heb ik gepakt (ik leef uit mijn koffers hier) en ben naar JFK gereden. De taxichauffeur was dit keer een praatgrage Tibetaan die twaalf jaar terug naar New York was gekomen en daar al snel carrière maakte. Maar het bedrijf ging failliet en nu was hij taxichauffeur, met twee verschillende roosters bij verschillende taxibedrijven. De man werkt dus zestien uur per dag, zes dagen in de week. En hij moet wel, anders houdt het op voor hem. Leuk was dat hij me vertelde van Hollandse erwtensoep te houden. Hoe idioot, een Tibetaande sherpa die gek is op Hollandse soep. Dat gebeurt je alleen maar in deze stad, die ongelofelijke vermenging van culturen, het gaat over het algemeen prima samen. Op het vliegveld leek de wereldbevolking pas echt samen te komen. Indiase mensen met hun prachtige kleuren en grijs-witte baarden en tulbanden, donkere mejuffrouwen, kogeltje rond met de meest bizarre haarkunstwerkjes in donkerpaars op hun hoofd gemonteerd en nagels waarmee je een brandkluis kan openen. Ik zag Japanners over the top in de meest modieuze freaky kleding. Joodse mensen met hun hoeden, pijpenkrullen, keppeltjes en touwtjes aan hun broek met in hun gevolg hun vrouwen met hun pruiken. Ze zaten overal fanatiek te bidden. Een aantal moslims uit Bangladesh deden mee, maar lazen uit een ander sprookjesboek, op matjes achter de bloembakken. En nu zit ik al uren in de vlucht naar Los Angeles, gelukkig is er WiFi aan boord zodat ik me niet hoef te vervelen. Vreemd genoeg wordt er geen eten geserveerd, dus mijn maag knort. We gaan zo landen.

Ik heb geen idee hoe Los Angeles zal worden. Ik ben hierheen gegaan om misschien te werken aan een nieuw nummer met Junkie XL, maar sinds hij in de studio’s van Hans Zimmer is opgenomen (de grootste filmmuziekproducent van Hollywood) wordt hij geleefd. En het is blijkbaar heel erg druk op het moment. Nachten van drie of vier uur slaap zijn hier gewoon voor Tom Holkenborg. Dus helaas geen muziek samen maken, maar wel een gezellige tijd hebben met Mevrouw XL Holkenborg en hopelijk veel zien van de stad. Ik heb mijn ticket naar Miami een dag eerder laten zetten. Ik ben hier nu maar dertig uur. In Miami staan er al goeie feestjes voor de woensdag op het programma. Het zou dom zijn om dan in LA te blijven hangen om te shoppen en te slapen. Alhoewel, slapen... daar heb ik echt zin in, ik ben kaduuk.