Joost van Bellen in Miami: “Was ik maar drie mensen!”

Dagboek SXSW/New York/LA/Miami dag 12

Joost van Bellen ,

Joost van Bellen houdt een dagboek bij vanaf SXSW in Austin, een kort bezoek aan New York, op de koffie bij Junkie XL in LA en eindpunt Miami voor de Miami Music Week en het Ultra Festival. “Op karretje nummer drie zat Tiesto, de rest zat vol met zijn entourage. Die man is nog steeds koning hier. Ik hoorde een deel van zijn set later. Niet helemaal mijn ding maar er waren nummers die best heel goed te doen waren. Voor Tiesto kwam ik natuurlijk niet, maar het was leuk om zijn circus een keer te zien.”

DAG 12
VRIJDAG 24 MAART
MIAMI


Na vier dagen weet ik eindelijk hoe het koffiezetapparaat werkt in ons appartement, en dat was hard nodig. Als je een espresso bij roomservice bestelt, kost het klauwen met geld en omdat we in een megalomaan gebouw zitten is die koffie bij aankomst koud. Verder speelt het verstoorde slaappatroon parten en is koffie hard nodig. Als ik weinig slaap voel ik me als een zombie, slaap ik een keertje veel dan ben ik het monster van Frankenstein. Houterig lopen met een hoofd vol watten. Vandaag ben ik zeven uur onder zeil geweest en inmiddels drie espresso’s verder zit ik met goede moed te tikken aan het dagboek.

In verte zie ik cruiseschepen groot als de Amsterdam Arena aanmeren en vliegtuigjes met spandoeken boven het strand van South Beach vliegen. Er cirkelen arenden majestueus rond de glazen torens van het hotel en honderden witte bootjes en jetski’s varen door de kanalen rond het hotel. De zwembaden liggen vol zonaanbidders en er klinkt muziek, heel veel muziek, keihard vanaf het Ultra Festival, vanaf feestboten, uit kamers en vanaf de terrassen van de hotels. Oenkaboenkaboenka-bonk, oenkaboenkaboenka-bonk, oenkaboenkaboenka-bonk, oenkaboenkaboenka-bonk, oenkaboenkaboenka-bonk, oenkaboenkaboenka-bonk, oenkaboenkaboenka-bonk, oenkaboenkaboenka-bonk.... En dan dus verschillende oenka’s en bonk’s in andere tempo’s door elkaar heen. De gekte van Miami is in volle gang. Ongelofelijk dat deze stad er gewoon voor gaat, dat dit mogelijk is, die drukte, dat lawaai. Bij ons had de zeur en klachtenbrigade het allang om zeep geholpen.

Ik ben gisteren met een paar uur slaap de straat op gegaan om een taxi te zoeken. Het was inmiddels zo warm dat het asfalt onder mijn schoenen meebewoog bij iedere stap die ik nam. Maar wonderbaarlijk genoeg voelde ik me goed. Ik wist dat het een leuke dag ging worden en zo geschiedde.

De opstart was iets minder; na twintig minuten had ik een taxi te pakken, maar de Peruaanse chauffeur gaf aan dat het wel even zou duren voor we op de plaats van bestemming zouden aankomen. Ons hotel is in downtown Miami, op het vasteland. Het feestje waar ik heen wilde ergens op een eiland voor de kust. Om daar te komen moesten we ons door de verkeerschaos van het Ultra Festival zien te wurmen. Het doel was het Standard Hotel waar een DJ Mehdi memorial feestje werd gehouden voor intimi. Na een uur rijden wilde de man me ergens afzetten, volgens hem was dat het Standard Hotel. Maar het zag er een beetje armoedig uit van de buitenkant en nergens stond de naam Standard. Ik heb ruzie met hem gemaakt, vertelde hem dat hij me naar het Standard op South Beach moest brengen. Die bestond niet zei hij, ik wist zeker van wel. Hij keek erbij alsof hij me bij Machu Pichu moest afzetten. De arme man bleek gelijk te hebben. Toen ik op Collins Avenue uitstapte was dat bij het verkeerde hotel. Dj’s Drop The Lime, AC Slater en Dillon Francis stonden op straat en vertelden me dat het Standard de kant op was waar ik vandaan was gekomen. Ik was er dus toch voor de deur geweest. Op South Beach waren geen lege taxi’s. Tientallen mensen stonden verwoed te zwaaien als er weer zo’n gele auto aankwam, klaar om te vechten voor een ritje, om anderen die dezelfde taxi zouden claimen de kop in te slaan. Er zat niets anders op dan terug te gaan lopen. Dillon Francis, Drop The Lime en AC Slater liepen met me mee, en dat was leuk. Allen in gevaarlijk zwart gekleed voelde het alsof we in een spaghetti western door de Death Valley liepen. Zwart is niet de kleur in Miami. Hier draagt men pastelkleurtjes of fluor roze en geel of alleen een string met een hoge hak eronder. Vooral Drop The Lime en Dillon Francis zijn hier sterren. We werden talloze malen gevraagd om op de foto te gaan met fans.

Uiteindelijk ben ik na ruim twee uur aangekomen bij het Mehdi feestje en dat was super. Het Standard Hotel is hip op een bescheiden manier. De meeste sterren die niet van uiterlijk vertoon houden zitten hier. Er was een zwembad waar Teki Latex in dreef als een groot roze badeendje. Er waren kleine barretjes met heerlijke komkommercocktails en er stond een simpel dj-boothje waar gezellig gedraaid werd. De dj’s deden er niet toe, de muziek wel. Hier geen dance maar klassiekers in elke vorm, van Queen tot Roy Ayers, van DJ Sven en MC Miker G tot Bob Dylan en Lou Reed. Die dj’s waren Boys Noize, Busy P, So Me, Gesaffelstein en iedereen die maar wilde. Het was er super gezellig zonder enige pretentie. Ik heb staan kletsen met Jake Shears van de Scissor Sisters, met Roxy Cottontail, met Arthur Baker, Isi van Digitalism en nog tientallen anderen. Ik heb mensen getroost die tegen het einde van de poolparty stonden te snikken om het verlies van Mehdi. Het was een mooie middag.

Natuurlijk was er geen taxi te krijgen en ben ik gaan lopen langs kleine villa’s met tuinen vol palmbomen en donkerroze bougainville. Over bruggetjes en langs kanaaltjes vol met boten. Ik zag Dexter en Don Johnson nog langs varen en heb hen de groeten gedaan van jullie allemaal. Uiteindelijk heb ik een taxichauffeur in een restaurant gevonden en heb hem voor een klein kapitaal omgekocht om me naar Ultra te rijden.

Het Ultra Festival vind midden in de stad plaats tussen enorm gebouwen, aan het water van de baai van Miami. Een waanzinnig locatie. Ik heb mijn AAA (Access All Areas) bandjes voor de aankomende drie dagen opgehaald bij een vriendelijke dame. Ze zat gewoon op de weg, ergens langs de hekken van het festival. Op een krakkemikkig campingtafeltje stonden dozen vol enveloppen met bandjes en stapels lijsten. Ultra mag dan een van de beste line-ups van de wereld hebben, maar écht professioneel zoals bij ons is het er niet, alhoewel het ieder jaar beter wordt. Maar nog steeds zag ik op Ultra overal kabels open en bloot liggen, gaten in podia waar je in kan vallen, security die zo lek lijkt als een mandje. Op een of andere manier gaat dat niet fout hier, de Amerikaan is er te braaf voor. En zo was het ook op het festival, iedereen is vriendelijk en beleefd, niemand stoot tegen je aan, en als ze dat doen verontschuldigen ze zich.
Het publiek van Ultra is jong, opgewonden en enthousiast. Ze kleden zich het liefste in fluor of zelfgemaakt knutselwerk. In hun rugzakken hebben ze zakken met water die ze met een slangetje in hun mond leegdrinken. Ze zijn druk in de weer met lichtgevend speelgoed en balletjes aan touwtjes. Ze hebben de tijd van hun leven. We gaan zien hoe ze zich op dag drie voelen, want geheel nuchter zijn ze niet.

Op een straat backstage zag ik een colonne van minstens tien golfkarretjes rijden, fotografen renden er omheen. Op karretje nummer drie zat Tiesto, de rest zat vol met zijn entourage. Die man is nog steeds koning hier. Ik hoorde een deel van zijn set later, niet helemaal mijn ding maar er waren nummers die best heel goed te doen waren. Voor Tiesto kwam ik natuurlijk niet, maar het was leuk om zijn circus een keer te zien.

De kleedkamers hier zijn een verhaal apart. Elke artiest heeft een eigen camper of zelfs een luxe jacht die met veel security aangemeerd ligt bij het festival. Er is ook een heel aangename backstage-bar, op een standje, met gratis drank voor iedereen. En dat zijn heel veel mensen. Ik denk dat er geen festival is dat zoveel gasten heeft. Ik kwam Debbie van Avenue D. tegen, een van de twee zangeressen die Rauw in de begindagen onveilig heeft gemaakt met nummers als ‘Do I Look Like A Slut’. Heel leuk om haar daar tegen te komen, ik had haar al jaren niet meer gezien. We spraken over de eerste keer dat ik hier was, in 2002. Hoe anders Miami toen functioneerde, hoe klein nog qua opzet. We hebben gelachen over hoe electroclash toen een revolutie was en house naar de schroothoop bonjourde.

Op Ultra is het onmogelijk om te sms’en en als je dan alleen bent mis je al je vrienden. Ik had ook geen programmaboekje en online gaan lukte niet. Zo miste ik Skrillex, het moet een geweldige show geweest zijn. Ik heb Miike Snow zien optreden en dat was gelukkig echt goed. Op SXSW moet het niks geweest zijn, hier sloeg het in als een bom en stond de show als een huis. Duizenden mensen zongen uit volle borst al de nummers mee. Kraftwerk was er ook en zette een goeie show neer. Het was minder dan de andere keren dat ik ze gezien heb; een festival versie van hun show betekent aanpassen, compromissen maken, nauwelijks soundchecken. Maar nog steeds was het briljant, kippenvel. Hun visuals waren nieuw en geweldig goed. De muziek alweer in een nieuw jasje, live gespeeld door drie originele bandleden en een nieuwe. Ik geloof dat nummer vier een paar jaar geleden net voor een optreden in Australië een hartaanval heeft gehad en sindsdien niet meer meedoet. Maar jongens, wat is Kraftwerk toch goed. En waarom hebben ze nog nooit op Lowlands gestaan? Het kan makkelijk.

Ook Nobody Beats The Drum trad op, ergens weggestopt in een hoekje van het festival, zonder hun eigen visuals. Er stond bij aanvang van hun show misschien tien man, toen ik wegging waren dat er enkele honderden. En met recht, ze waren weer heel erg goed. Op de torenflats achter hen waren gigantische projecties te zien, Blade Runner eat your heart out.

Ons hotel zit op een kwartiertje lopen van Ultra. Ik heb er mijn batterijen opgeladen, die van mijn telefoon met elektriciteit en die van mezelf met een goed bord sushi. De ID&T ploegmaatjes hingen thuis als uitgebloeide begonia’s aan tafel, nog kapot van de nacht ervoor. Met geen mogelijkheid kon ik ze overhalen om mee te gaan naar andere feestjes. Dat is niet helemaal de spirit natuurlijk, maar ik geloof dat ze vandaag vol gas er weer tegenaan gaan.

Met Michiel ben ik naar Fixed gegaan in de Vagabond, eigenlijk altijd de leukste avond in Miami. Om daar te komen hebben we een monorail treintje gepakt. Soms als sardines in een blik met Ultra ravers. En dat ruikt niet best: oud zweet, ondergeplaste shorts en zure kotsmonden. En allemaal zo waus als wat, inclusief bekentrekken en rollende ogen. Maar niet agressief of vervelend, gewoon netjes en vriendelijk Amerikaans waus. We hebben de reis doorstaan om uiteindelijk bij Fixed terecht te komen.

Het clubje is geweldig, twee zaaltjes binnen en een heerlijk terras buiten. Het geluid binnen is steengoed, de bassen zo hard dat de huid van je kuiten gaat wapperen en je ingewanden een massage krijgen. Ik zag er weer veel bekenden, onder andere de zangeres van Crystle Castles die zelfs probeerde te glimlachen toen ze met me sprak. Dat is helemaal niets voor haar, het was gewoon een beetje griezelig.

Op het terras stonden 2ManyDJ’s (onaangekondigd undercover) te draaien. Als je op Ultra geprogrammeerd bent op een goeie tijd mag je van het festival nergens anders staan, logisch. Ik geloof dat maar tien procent van het publiek in de Vagabond doorhad dat zij het waren. Het deed er ook niet toe wie wie was, daar was het de avond niet naar. Ze draaiden geweldig, het ene juweeltje na het andere werd op een ongelofelijke manier aan elkaar gemixt. Super leuk om ze weer te zien en te horen. En bij deze een skoop: 2ManyDJ’s staat deze zomer op de Rauw stage op Extrema Outdoor.

En toen was het opeens vijf uur in de nacht. De tijd was voorbij gevlogen. Heel gezellig dus, maar ook jammer dat ik het Trouble & Bass feest met onder andere Bart B More en Drop The Lime heb moeten missen. De heren staan trouwens op 14 april op Rauw in Tivoli. Dat wordt feest. Maar eerst mezelf in de steigers zetten voor vandaag. Ik ben alweer laat en mis nu Metronomy. Was ik maar drie mensen. Een om te tikken, een om te slapen en een om te feesten.