In het kader van de tentoonstelling God Save The Queen in het Centraal Museum in Utrecht en de bijbehorende artikelenserie op 3voor12, belt Roosmarijn Reijmer in 3voor12radio met Bart Chabot. De Haagse publicist en podiumdier schreef in 1984 ook artikelen in OOR. "Het was het jaar van het beroemde boek 1984 van George Orwell, dus de wereld zou min of meer vergaan. Dat is toen niet gebeurd en er was dat jaar ook een onverwachte nummer 1 hit van een totaal onbekende Engelse band: Frankie Goes To Hollywood. Hun eerste nummer Relax kwam op nummer 1."
Dat was de aanleiding voor een bijzondere ervaring van Chabot in het Verenigd Koninkrijk. "Dat staat me nog levendig voor de geest, want het was m'n eerste en laatste interview met een popster voor muziekblad OOR. Frankie Goes To Hollywood dat kon eigenlijk niet. Mensen in kringen waar wij ons in bewogen, die OOR lazen, die vonden dat niks. Ik vond het wel wat en de reden was a: dat het een te gek nummer was en nog steeds. En b: dat het nummer iets controversieels had, met name in Engeland."
De nummer 1 hit was des te opmerkelijker, als je nagaat waar het nummer over gaat, legt Chabot uit. "Het ging eigenlijk over sex, over neuken. Het werd dus gelijk verboden in Engeland en het werd niet uitgezonden in Top Of The Pops op televisie. Die jongens zouden niet met de pers praten, want dat was niet nodig en daar hadden ze geen zin in. Er was één uitzondering en dat was muziekblad OOR met ondergetekende. Ik ging helemaal in de zevende hemel naar Londen toe om Frankie te interviewen in Notting Hill. Ik heb drieënhalf uur gewacht op die assholes en toen kwam alleen die bijzanger opdagen."
Die wilde alleen op het dak geïnterviewd worden. Chabot herinnert zich nog dat het lekker weer was, maar niet bepaald een serieuze setting. "Het mocht niet langer dan tien minuten duren en alleen maar vragen over hun favoriete kleur en tv-programma en niet over de diepte van de muziek. Nou die was er ook niet", lacht de Hagenees. "Toen dacht ik: hier heb ik geen zin in. Ik ben niet volledig op mijn achterhoofd gevallen en ga geen twee weken in Londen wachten op zo'n van de pot gerukte lul, om te vragen naar z'n favoriete kleur." Dat was het laatste popinterview van Chabot, die voortaan "interviews met over het paard getilde Amerikaanse en Engelse rocksterren graag aan anderen overliet".
Roosmarijn Reijmer is toch benieuwd naar meer punkverhalen: "Als je terugkijkt, is die punk dan ooit weer goed tot leven gekomen?" Chabot geeft toe: "Ja een aantal jaren later alweer. De opwinding die punk bij mij en anderen teweegbracht, die kwam weer terug op wereldschaal met grunge. Wat de Pistols voor mij waren geweest, dat was Nirvana een generatie later. Je had natuurlijk meer bands, zoals Hüsker Dü en Soundgarden en zo. Maar met Kurt Cobain ging voor het eerst weer alles de barricaden op."
'Punk' associeert Chabot vooral met 1976/1977. "Toen Sid Vicious zelfmoord pleegde en vervolgens Ian Curtis, de leadzanger van Joy Division, zich ophing toen was het voor mij wel bekeken. We gingen een nieuw tijdperk in, het tijdperk van de yuppen-muziek... totaal oninteressant; Thompson Twins, Howard Jones, Pale Fountains, Lotus Eaters, Tears For Fears. Het ene was nog verschrikkelijker dan het andere. En daar ging men dan massaal achteraan lopen. Ik dacht: krijg lekker de tering met z'n allen! Mijn smaak lag toch elders. Maar Frankie Goes To Hollywood staat nog steeds kaarsrecht overeind."
Bart Chabot: "na zelfmoord Sid Vicious en Ian Curtis was het bekeken"
Haagse publicist vertelt over punk in 1984 en Frankie Goes To Hollywood
Bart Chabot schreef in de jaren '80 ook voor muziekblad OOR en kwam tot precies één diepte-interview: met zijn toenmalige helden van Frankie Goes To Hollywood. Die ervaring stelde teleur, zoals hij ook op de punkbeweging uitgekeken raakte. "Toen Sid Vicious zelfmoord pleegde en Ian Curtis, de zanger van Joy Division, zich ophing toen was het voor mij wel bekeken. Daarna brak het tijdperk van de yuppen-muziek aan. Nee, punk was voor mij toch echt de jaren 1976/1977."