5 Days Off: dansen op discobeats van Escort en WhoMadeWho

Paradiso vermaakt zich met mix tussen house en disco op eerste festivalnacht

Sjoerd Huismans ,

Druk was het niet gisteravond in de Paradiso, op de eerste avond van 5 Days Off. Er was echter genoeg te beleven: het New Yorkse disco-orkest Escort maakte er een spetterende show van, net als de drie excentrieke Denen van WhoMadeWho. Daarna namen housebeats het al snel over van de disco-retromania, en kon er tot in de vroege uurtjes gedanst worden.

Het is nog erg rustig in de grote zaal als KC the Funkaholic aan zijn set met disco-beats loslaat. De mensen die aanwezig zijn moeten duidelijk nog even in hun element komen. Hier en daar waagt een enkeling zich al aan een voorzichtige dans. Het grootste deel van het publiek is gekleed op een standaard avondje uit, maar sommigen hebben hun Studio 54 garderobe erop nageslagen en staan geheel in stijl op de dansvloer. Haperende apparatuur helpt de dj niet mee, maar in zijn geheel vormt de set een goede opstap naar hetgeen waarvoor de meesten hier vanavond zijn: Escort.
 
De zaal is inmiddels redelijk vol gestroomd als Escort de show start. Waar Het New Yorkse orkest normaal gesproken zeventien koppen telt, is vanavond 'slechts' twaalf man sterk. Muzikaal laat dit gebrek zich gelden: de strijkers zijn er niet bij, en de band speelt dus met de cd mee. Het lijkt zijn uitwerking te hebben op het publiek, dat wat moeilijk loskomt. Hetzelfde geldt overigens voor frontvrouw Adeline Michèle. Na een tijdje weet ze Paradiso toch met zich mee te krijgen. “We can go back to New York you know, we can still catch a flight”, zegt ze uitdagend. Dan komen de voetjes van de vloer, en bij hit Cocaine Blues ontploffen de voorste rijen. De strak gespeelde disco klinkt zoals het in Paradiso hoort te klinken: loepzuiver. Opvallend zijn de percussionisten die een flinke dosis funk aan de muziek toevoegen.
 
Hierna vallen ook de beats van KC the Funkaholic, die zijn tweede set draait, een stuk beter. Ook boven in de kleine zaal, waar Johanna Maria een vergelijkbare set speelt komen mensen een beetje los. Maar pas echt hard gaan ze pas bij WhoMadeWho, die vanaf de eerste noot het publiek voor zich winnen. De muziek van dit excentrieke Deense trio (gitaar, bas en drum) kan grofweg omschreven worden als een mix tussen LCD Soundsystem en Franz Ferdinand. Ook hier is het de ritmesectie die het meest opvalt: drummer Tomas Barford ramt er op los, met wilde slagen krijgt hij uiterst dansbare ritmes uit zijn instrument. De post-punkachtige, melodische bas van Tomas Hoffding vormt een goede aanvulling, terwijl gitarist Jeppe Kjellberg met een bak aan psychedelica de driekoppige band een stuk groter laat klinken dan die is. Soms klinkt zijn gitaar als een synthesizer, soms als een blaasinstrument maar zelden slechts als een gitaar. Tegen het einde van de set wisselt hij zijn gitaar af met een echte synthesizer, als om de house-feel die de rest van de avond tekent vast aan te kondigen.
 
Crazy P, met vanavond alleen James Baron achter de draaitafel, zorgt er in de grote zaal namelijk voor dat het accent van disco definitief richting house verschuift. Niet tot goedkeuring van eenieder: een deel van het publiek houdt het al voor gezien en vormt een rij voor de garderobe. De leegstroom is van invloed op het programma: de kleine zaal wordt vroeger dan gepland gesloten, waardoor de dj-set van Job de Wit komt te vervallen. De feestgangers die er nog zijn vermaken zich op de beats van Crazy P, die het Studio 54 gevoel zeker niet geheel loslaat maar wel – in tegenstelling tot de dj's die voor hem de revue passeerden – het mixwerk centraal stelt en disco-samples in een aaneengesloten set verwerkt. Op een gegeven moment wordt het allemaal wat al te repetitief. Crazy P speelt veel langer dan aangekondigd, en door zijn weinig variërende set verliest het publiek de aandacht.
 
Die aandacht wordt herwonnen door de Amsterdamse dj San Proper. Bij hem is de disco nog meer ondergeschikt aan de house. Hij vult zijn live-performance aan door met de microfoon in de hand zelf als een soort mc op te treden, hetgeen goed in de smaak valt bij het nog aanwezige publiek. Het leidt tot meer interactie met de zaal, wat zich terugbetaalt in een Jägermeister-shotje voor San Proper. Halverwege de show staat de helft van de mensen op het podium. Melon mag het vervolgens afmaken. Met zijn minimale breakbeats zorgt hij ervoor dat de nog resterende die-hards nog even alles uit hun tenen kunnen halen. Interessant zijn de jazzy samples, bijvoorbeeld saxofoonsolo's, die hij in zijn muziek mixt. Ook in de kelder gaat het feestje nog even door: Casper Tielrooij zorgt al vanaf elf uur voor een loungy club-atmosfeer voor een handjevol mensen. Af en toe zijn de mixes een beetje knullig en vallen de overgangen daarmee in het niet, maar het zal de nog aanwezige clubbers een zorg zijn.