Burial – Burial (2006)
Het titelloze debuut van Burial geldt als het eerste grote dubstepalbum, en het zette de toon voor de sfeer rond het genre in de eerste jaren. Zoals dub een uitgeklede versie was van rootsreggae of dancehall, waarbij producers in de studio de verschillende elementen uit elkaar trokken en uitvergrootten, zo is dubstep in essentie een variant op bestaande genres als 2-step, garage, grime en drum 'n bass. Dit was de essentie: trage, donkere muziek, met een belangrijke rol voor de subbas. In clubs bovendien vaak in het donker gebracht. Vanaf openingstrack Distant Lights heb je het gevoel in een mistige omgeving bij nacht terecht gekomen te zijn. Het geluid doet stads aan - soms industrieel, soms als verkeersgeluiden - maar dan wel alsof de stad onder een soort troebel filter ligt. Als er al vocalen zijn, zijn ze sterk vervormd. Het mysterie rond de persoon achter de muziek versterkte de aantrekkingskracht alleen nog maar. Minstens zo klassiek is overigens opvolger Untrue, twee jaar later.
Luister op Spotify.
Wobwobwoensdag: 10 essentiële albums
Met o.a. Burial, Benga, Hudson Mohawke en Skrillex
Woensdag 20 juni is wobwobwoensdag in 3voor12radio. Wat? Wobwobwoensdag. Precies wat je denkt: wobbles run the airwaves! Nu dubstep (of bass music in brede zin) steeds beter zijn weg naar de radio weet te vinden, vinden Roosmarijn Reijmer en Tomas Delsing het tijd om eens een hele uitzending alleen maar wobwob te draaien. Gewoon, omdat het kan. Nu is dubstep natuurlijk helemaal geen nieuw fenomeen. Al jaren werkt het in de clubs, de laatste jaargangen ook steeds beter op festivals. En dus kost het geen enkele moeite om een lijst met tien essentiële albums samen te stellen.
Kode9 + The Spaceape - Memories Of The Future (2006)
Vocalist The Spaceape is niet de standaard mc zoals je die op dubstep- of drum 'n bassfeesten vaak ziet, de man die de feestende menigte moet opzwepen. Evenmin is hij een traditionele Jamaicaanse toaster, al stamt hij daar alleen al door zijn accent wel degelijk vanaf. The Spaceape heeft een totaal eigen stijl, als een man die spreekt vanaf zijn sterfbed, met voorkennis van wat de toekomst gaat brengen. En dat is niet best, zo belooft een onheilspellende track als Victims. "I am lost in paranoia's most beautiful dream", klinkt het in Portal, om maar aan te geven dat het niet alleen maar donker en angstaanjagend is. Sine, een vrije cover van Prince's ook al zo waarschuwende Sign O The Times verscheen in 2004 (onder de titel Sign Of The Dub) als allereerste release op Hyperdub. Het label van Steve Goodman alias Kode9 zou met releases van onder meer Burial, Joker, Flying Lotus en Darkstar uitgroeien tot een van de absolute smaakmakers in de scene.
Luister op Spotify.
Skream - Skream! (2006)
Meteen al heel anders is Skream. Nog altijd een van de meest populaire dubstep-dj's, op dat moment een piepjonge producer uit Londen die bekend staat om zijn enorme productiviteit. Honderden tracks schijnt hij in zijn computer te hebben, waarvan hij er dertien bijeen brengt op dit album. Skream is veel minder mysterieus dan Burial. Op de hoes van zijn album laat hij zichzelf portretteren op een feestje. Hij oogt zweteriger dan alleen op basis van temperatuur te verklaren is. Standout track van het album is Midnight Request Line, waarin de karakteristieke diepe bas wordt gecounterd door een opvallend vrolijk synthesizermelodietje. Tunes als Blue Eyez en Rutten hebben het open geluid dat al snel razend populair werd. In Tapped (met rapper JME) is de grime-invloed goed te horen. Skream koos er in de loop der jaren steeds opportunistischer voor de popkant op te zoeken, op zoek naar een echt grote doorbraak. Zeker in Engeland lukte dat met het eerste echte popdubstepalbum dat hij maakte met Benga en Artwork: Magnetic Man.
Luister op Spotify.
Caspa & Rusko - Fabriclive 37 (2007)
Caspa en Rusko zijn al enige jaren veelgevraagde vertegenwoordigers van de lompere variant van de dubstep. Zeker Caspa, een voormalig basketballer uit West-Londen, heeft een echte Engelse hooliganuitstraling. Hij maakte in 2009 een album met de welluidende titel Everybody’s Talking, Nobody’s Listening!, een harde, onvriendelijke plaat. Nog belangrijker is de Fabriclive mix die hij maakte met Rusko, met grotendeels eigen werk van de twee. Die Rusko – 27 jaar uit Leeds – heeft ambities op het popvlak (hij werkte met o.a. M.I.A en Britney Spears), maar in de club en op deze mix zorgt hij met Caspa voor het betere blaaswerk. De muziek waar tieners van nu hun moeders geheid mee de trap op jagen in de richting van hun dreunende zolderkamer. Dit is het soort dubstep waar de term wobwobwoensdag voor bedacht is: harde, trage snares en een fysieke, alles verwoestende subbas. Daar tussendoor zijn nog wat flarden uit de typisch Engelse gangsterfilm Snatch gemonteerd, om het af te maken. Met deze sound zijn de twee de grondleggers voor de zeer populaire, harde sound, ook wel brostep genoemd, die nog altijd populairder wordt.
Distance – My Demons (2007)
Al sinds halverwege de jaren negentig houdt ook het Planet Mu label zich bezig met cutting edge elektronica. Eerst vooral IDM en breakcore, maar vervolgens zeker ook dubstep. En dan vooral de rauwe, desolate variant. Producers als Boxcutter, Milanese, Jamie Vexd en Neil Landstrumm brachten er zeer boeiende albums uit, die het genre mede vorm gaven. Zo ook Greg Sanders alias Distance. Een aantal 12 inches bracht hij al uit voor zijn debuutalbum My Demons, dat luistert als een soort dubstep standaardwerk. Luister deze plaat, en je weet precies wat het genre inhoudt: strak gespannen snares met veel echo, daar onder een continu spel met de bas. Frivool, speels, onheilspellend, remmend, stuwend: Distance maakt van de sublaag een bewegend organisme, enkel door de frequenties steeds te tweaken. Het begin van de plaat is vrij ingehouden en zo kaal dat je haast achteruit gaat leunen, tot Distance met tracks Cyclops en Ska ineens venijnig uithaalt.
Benga - Diary Of An Afro-Warrior (2008)
Het is een mooi stel naast elkaar: Skream het blanke straatschoffie, Benga met zijn imponerende afro. Beide zijn ze afkomstig uit Croydon, de wijk in Zuid-Londen die geldt als de bakermat van de dubstep. Amper 21 was hij toen dit robuuste maar toch ook speelse album uitbracht. Op de dansvloeren scoorde hij vooral met Night, een samenwerking met Coki (de helft van Digital Mystikz) die werkelijk op ieder dubstepfeest te horen was. Naast ‘echte’ dubsteptracks zijn ook al wat experimenten met open melodieën – soms haast trance – te horen, die verraden welk pad Benga zal kiezen. Een track als Pleasure is wat dat betreft veelzeggend. Opvallend: soulzanger Jose James koos ervoor de track Emotions te coveren op zijn album Blackmagic. De New Yorker zei over Benga: “Geweldig album vond ik dat. Ik was op dat moment aan het werk met Richard Spaven, een briljante drummer uit Londen, die ook drum ’n bass en broken beats ritmes beheerst. Ik heb mijn band gevraagd dat nummer te spelen. In één take was het goed.”
Hudson Mohawke – Butter (2009)
Hudson Mohawke warmde de verwachtingen eerst al op met een uitstekende cover van Tweet’s ondeugende r&b masturbatiehit Oops voor hij in 2009 met zijn debuutalbum kwam. Het werd uitgebracht door Warp, het label dat in de jaren negentig altijd voorop liep met vooruitstrevende electronica, maar dat de dubstep-boot radicaal leek te missen. Wat Hudson Mohawke maakt is overigens met geen mogelijkheid te classificeren als dubstep, en al helemaal niet in de puristische zin. De jonge producer geldt samen met zijn maatje Rustie als de vaandeldragers van de Glasgow sound. Noem het ‘wonky’, noem het ‘aquacrunk’, feit is dat beide producers een grote voorliefde hebben voor bijkans vierkante hiphopbeats en onvaste synthesizermelodieën met frisse, luchtige geluidjes er doorheen. En dan die loodzware bas erbij natuurlijk. De volgende stap na de oorspronkelijke dubstep, maar net zo goed de volgende stap na de vooruitstrevende hiphopproducties van bijvoorbeeld Outkast. Goed voor een robuust geluid, dat Hudson met vallen en opstaan omzette naar een verschroeiende live set.
Luister op Spotify.
Shackleton – Fabric 55 (2010)
Sam Shackleton is een eigenwijs mannetje, maar daar zijn er wel meer van in de dubstep. De Brit hief zijn eigen label Skull Disco op omdat het ‘te belangrijk’ werd. Interviews geeft hij liever niet, omdat hij de muziek liever voor zich laat spreken. Nu is er eerlijk gezegd ook niet vreselijk veel uitleg nodig om zijn producties te snappen, hoe slim ze ook in elkaar zitten. Fabric 55, zijn mix voor de befaamde club, is wel een tamelijk uniek project. Na Omar S en Ricardo Villalobos was Shackleton pas de derde in de omvangrijke reeks die alleen maar eigen tracks in zijn mix verwerkte, grotendeels nieuw materiaal. Een aantal producties stonden al op zijn album Three EP’s, dat opvallend genoeg verscheen bij Perlon, een Berlijns label dat bekend staat om zijn microhouse releases. Shackleton’s producties hebben een razend tempo en zijn zeer percussief, maar zelden staat hij zichzelf toe de kickdrum vol te raken. En als hij hem dan raakt, dan verliest hij ineens alle andere trommels uit het oog. Hij werkt niet toe naar climaxen, bouwt soms zelfs eerder af dan op, trekt zijn luisteraar mee de diepte in. Minimalistisch en frivool tegelijk, en vooral geen moment op de automatische piloot.
Flying Lotus – Cosmogramma (2010)
Er zullen heel wat paddenstoelen aan te pas gekomen zijn om Cosmogramma te maken, het kosmische totaalalbum van Steven Ellison alias Flying Lotus. De producer uit Los Angeles stamt uit een muzikale familie – zijn oudtante was Alice Coltrane – en daar is hij zich maar al te zeer van bewust. Jazz, hiphop (met name de producties van wijlen stadgenoot J Dilla), Britse dubstep; Flying Lotus laat het samenkomen in een ambitieus maar tegelijkertijd intuïtief aanvoelend album. Lotus loopt weg met Radiohead, en zij met hem, wat concreet leidde tot een feature van Thom Yorke op Cosmogramma. Met dit album groeide hij uit tot het vlaggenschip van de L.A. scene, dat een totaal eigen draai geeft aan wat de Britten een paar jaar eerder in hun eentje uitvonden. Los Angeles is een boeiende broeiplaats, met onder meer Nosaj Thing, The Gaslamp Killer, Daedelus en Gonjasufi als exponenten.
Luister op Spotify.
Skrillex - Scary Monsters, Nice Sprites & Bangerang (2010/2011)
Vers bloed is er de laatste twee jaar volop, en de undergroundsound die dubstep ooit was, heeft zich ontwikkeld tot een harde, lompe sound die regelmatig de cross-over naar mainstream pop zoekt. Opvallend genoeg verwent de nieuwe lichting ons nog niet met ijzersterke langspelers. Ja, Nero probeerde het met een apocalyptisch blockbuster album, maar dat was nog niet half geslaagd. Harde jongens als Cookie Monsta, Flux Borgore en Doctor P scoren vooral met losse tracks en EP's. Dat geldt ook voor de grote man: Skrillex. De jonge Amerikaan – voormalig zanger van een emocore band – is enorm populair en invloedrijk, maar heeft kennelijk ook het concentratievermogen van een bromvlieg? Of passen snelle releases nu eenmaal beter bij wat hij doet? Hij maakt geen spannende geluidstunnels à la Burial, maar geeft iedere tune een dikke wobbleclimax. Skrillex plukt niet alleen de dubstep kaal, maar elk veldje dat op zijn pad komt. Hij mengt cheesy housekoortjes schaamteloos met Aphex Twins bizarre drumbreaks en de filmische filterdiscorock van Justice. Zapstep voor de volgende generatie.
Luister op Spotify.
Wobwobwoensdag: de hele uitzending van 3voor12radio op woensdag 20 juni staat in het teken van de wobbles. Luister van 22.00-1.00 op 3FM.