Nobody Beats The Drum in Amerika: fotodagboek week 2

Nobody Beats The Drum ,

Het gaat goed met de dance in Amerika. Niet alleen met grote kanonnen als Armin van Buuren en Afrojack, maar ook met acts die meer uit de underground komen, zoals Noisia en Nobody Beats The Drum. De laatste verkent de States zeer uitgebreid. Wekenlang bevinden Jori Collignon, Sjam Sjamsjoedin en Rogier van der Zwaag zich aan de andere kant van de plas. Ze sturen wat Instagrammetjes naar huis om een beeld te geven.

Mocht je gehoord hebben dat die bij elkaar geraapte paar stenen - die ze Stonehedge noemen - in Engeland staan, dan ben je dus mooi voorgeloge. Want net als die hoofden waarvan je dacht dat ze op Paaseiland rondhingen, komt dit alles dus allemaal uit Texas. Jazeker, en ze staan nog gewoon naast elkaar ook. Allemaal door de Amerikanen bedacht, net als de aardappel, de indianen en Jezus. We waren laatst in Texas, daar moesten we doorheen om vanuit Alabama in Los Angeles te komen.

Weet je wat superspannend is? Een onbewoond stuk woestijn inrijden en net zo lang doorrijden tot je busje aangeeft dat hij nog maar vijftien kilometer verder kan rijden op de inhoud van z'n tank. En dan kijken of je binnen die vijftien kilometer een tankstation vindt. Bij ons liep het jammer genoeg goed af. We vonden er eentje na 30 kilometer, die ons busje ook nog net haalde. Waarschijnlijk heeft hij het laatste stukje op onze schietgebedjes gereden.

Op dat moment weet ik niet meer precies of ik zo zweette van de temperatuur of van de gedachte om met een Jerrycan lopend het dichtstbijzijnde tankstation te gaan zoeken. Want als je moet gaan lopen onder dat heerlijke zomerzonnetje en een temperatuur van 48 graden hou je het waarschijnlijk nog geen kilometer vol. Wel heel boeiend trouwens, de woestijn hier. Hoe westelijker je vanuit Texas rijdt, hoe heter en droger het wordt. Hier en daar staat een dinosaurus, die overleven die hitte daar op een of andere manier, ze zijn ook heel vriendelijk, ze hebben trappetjes aan hun lichaam hangen waarmee je op hun rug kan klimmen. En ze hebben lichtjes in hun mond, zodat de mensen 's avonds beter kunnen zien waar ze hun SUV kunnen parkeren.

En wanneer je vervolgens genoeg kilometers door de Californische woestijn maakt kom je uiteindelijk in LA uit. Mocht je dat ritje gaan maken, rij dan even langs Tucson. Zo'n stad die waarschijnlijk niemand in Europa kent (wij en degenen die geen Westerns kijken niet). Het ligt ergens midden in de woestijn verstopt, is groter dan Amsterdam en ook nog heel erg leuk. Een jolige muzikant nodigt ons uit om bij hem thuis te blijven logeren en neemt ons mee naar een paar toffe cafeetjes. Drinken, drinken, drinken: het is immers toch vakantie. Op de grond slapen, rugpijn, kater, koffie, airco, Subway broodjes, Arizona, Californie, Los Angels, woehoe!

Doordat we een band zijn ("awesome!") lukt het steeds vrij makkelijk om met onze stinkende asses te kunnen logeren bij mensen die we nog nooit hebben ontmoet. In LA komen we terecht in een huis waar een berg muzikanten en kunstenaars bij elkaar wonen. En een hele grappige gay man van 72 jaar oud (foto). Tenminste, die komt elke dag even langs daar, en elke keer is hij weer vergeten wie we zijn.

In LA spelen we in de club van Steve Aoki. Elke dinsdag zijn daar de Dim Mak Tuesdays, waar we de eer hebben om te mogen spelen. Hele coole vibe daar. Het podium is te klein en daarom zetten we onze visuele installatie op het podium, en onze instrumenten ervoor. Daardoor (en omdat de club uitverkocht is) staan we midden in het publiek. En dat publiek gaat los! Levert mooie plaatjes op, kijk maar. De trendy gay meneer van 72 is er ook. Ook hij gaat uit z'n dak en is eigenlijk de echte ster van de avond. De volgende ochtend gaan we nog even langs bij het Dim Mak hoofdkantoor.

En daarna racen we door naar San Fransisco, waar we op woensdag een show doen. Helaas, na een hele toffe show in LA komen we in SF in een 'bottle service club' met alleen maar wat verwende rijkeluiskindertjes die ons op de helft van de set komen vragen of we misschien ook wat muziek van David Guetta kunnen draaien. Of anders iets met vocalen, vraagt een meisje, 'want ik houd zo van zingen'. Mja, zingen. Nu je het zegt. Wel lastig om daar iets tegen in te brengen, want als iemand van zingen houdt, dan is dat gewoon haar of zijn goed recht. Kan ook echt heel mooi zijn, mensen die zingen, tenminste, het kan mooi klinken.

We raakten er nogal van in de war, al deze gedachten. Helaas, SF schijnt een van de vetste steden van de VS te zijn, maar we zijn precies op de verkeerde plek terechtgekomen. Volgende keer beter. Diezelfde nacht rijden we de stad weer uit, want we hebben haast. Ze hebben trouwens meerdere bruggen in SF - laat je niet beetnemen - we dachten dat we op de Golden Gate zaten, maar dat was dus niet zo. Allemaal voor niks. Wat een kutleven.

Die dag daarna komen we aan in Vancouver, Canada. De stad ligt tussen de bergen en heeft een vette sfeer. We openen daar voor Wolfgang Gartner, in een uitverkochte Celebrities Club. Het publiek heeft zin om los te gaan, heurlijk. Ook deze stad mogen we niet langer dan een avond bezoeken, want over twee dagen moeten we op het Sasquatch festival zijn. En dat ligt weer een stuk zuidelijker.

The 30-foot neon Cactus.

Volgende week meer!