Nick Waterhouse: “Ik ben niet gemaakt voor deze tijd”

Amerikaanse soulartiest heeft zijn plaats bijna gevonden

Sjoerd Huismans ,

Nick Waterhouse is een vreemde vogel. Strak in het pak en met een gedistingeerde bril staat de slechts 24 jaar oude zanger op het podium, om met zijn schurende stem het rauwe r&b geluid te produceren dat weer helemaal terug is. De jonge Waterhouse kan nu al buigen op een levensverhaal waar menig oude rot in het vak slechts van kan dromen. Niemand in San Francisco, de stad waar hij studeerde, kon zijn smaak begrijpen. Toen hij eindelijk een band bij elkaar had, wou iemand er vandoor met de opnames. Maar Waterhouse vocht terug: “Als het om mijn muziek gaat, ben ik als een moederwolf wiens nest wordt aangevallen.”

Nog weinig mensen kennen je muziek in Nederland. Laten we beginnen bij het begin; hoe ben je in de muziek terechtgekomen?
“Per ongeluk, denk ik. Ik weet eigenlijk niet zoveel over 'de muziekbusiness', ik had geen plan toen ik hiermee begon. Ik luisterde en speelde muziek in mijn eentje. Anderhalf jaar geleden bracht ik in eigen beheer een '45 singletje uit, met daarop het nummer Some Place. Veel mensen hebben die opgepikt, en vanaf dat punt ben ik een soort performer geworden. Die '45 kwam echt van de grond, weet je. Ik ben altijd een groot fan van ouderwetse vinylplaten geweest, en besloot iets te maken gebaseerd op veel van mijn ervaringen. Ik heb het gevoel dat Some Place goed viel onder mensen die dezelfde muzieksmaak hebben als ik.”

Van alle recente soulartiesten heeft jouw muziek misschien het meest pure retro R&B geluid. Probeer je dat geluid echt te vangen?
“Nee, ik streef er niet naar heel hard naar iets te repliceren. Ik maak gewoon de muziek die ik zelf zou willen horen. Ik luister wel veel naar rythm & blues, pop en soul. Amerikaanse muziek, met name zwarte muziek uit een bepaalde periode. Er is een geweldige quote: 'De ware poëet schrijft in de taal waarin hij droomt.' Dat is hoe mijn muziek ontstaat, volgens mij: ik droom in geluiden. Ik wil geen soul kopiëren, of specifieke geluiden uit het verleden. Maar yeah sure, de algemene spirit van oude R&B muziek is wel daar in mijn werk.”

Je hebt alles in eigen beheer gedaan. Het kost veel tijd en geld om een plaat op te nemen, en al het randgebeuren eromheen. Was het moeilijk om alles te bolwerken?
“Iets wat mij onderscheidt van andere retro-soul acts, is inderdaad hoe DIY ik te werk ben gegaan bij het maken van de plaat. DIY in de zin dat ik het met een hele band heb gedaan, en het uit eigen zak betaalde. Ik leende geld om dat te kunnen blijven doen. Toen ik de '45 met Some Place uitbracht kwam er ontzettend veel reactie, en daarmee ontstond er vraag van mensen naar meer optredens, en meer liedjes. Dat ontsloot een gevoel wat ik al die tijd – zelfs voor mezelf – had verstopt. Ik begon materiaal te schrijven met een geweldige urgentie, alsof iemand de poort had geopend en alles er ineens uit moest. Om het op te nemen verzamelde ik een band van acht mensen, afkomstig van over de hele kust van California. Die is ongeveer 350 mijl lang, en bovendien had iedereen overdag een baan. We hebben het album opgenomen onder zeer intense omstandigheden. Bijna niemand op de plaat had ooit in een band gespeeld, of iemand begeleid. Maar expertise interesseert me niet zoveel, zolang ze het gevoel hebben dat ik wil vangen is het goed. We zijn allemaal een stel begin-twintigers. George, die tenorsax speelt, is pas 20. Lea, de jongste zangeres, is 19.”

Heb je de band in San Francisco opgestart, waar je naar de universiteit ging?
“Ja klopt, ik ben hier in LA geboren en opgegroeid, maar heb een aantal jaar in San Francisco gewoond. Dus dit hele ding is eigenlijk begonnen in San Francisco. Ik ging naar de universiteit om een graad in de literatuur te krijgen. Maar uiteindelijk bleef ik hangen. Dat geldt voor de meeste mensen die er heen gaan, eigenlijk. Het is een rare stad. Een heel dure stad, mensen zijn ingesteld op overleven. Dat alleen al slokt veel van de drive en ambitie op om aan andere dingen te wijden.”

Sloeg je muziek daar aan?
“Ik kwam er in 2004, en was erg teleurgesteld. Ik had beter moeten weten, en niet te veel van mijn leeftijdsgenoten verwachten. Maar ik vond het heel jammer dat ik geen andere achttienjarige kon vinden die mijn passie voor vintage deelde. Iedereen die instrumenten speelde was meer geïnteresseerd in Joanna Newsom en dat soort dingen. Ik herinner me die periode als heel zwaar, het was geen goede omgeving, geen goede basis voor wat ik probeerde te cultiveren.”

Is dat nu veranderd?
“Ehm, niet per se. Er is nu wel een borrelende underground scene, en drie jaar later kwamen er soul en r&b avonden in de mode. Mensen die geïnteresseerd waren in indierock, folkmuziek etcetera gingen ook naar die avonden, ook al kenden ze de platen van die bands niet. Dus sommige barrières zijn wel verbroken. Maar de muziek die ik echt wilde horen, moest ik uiteindelijk zelf creëren.”

Naast muzikant was je er ook actief als dj...
“Ja, daar genoot ik erg van. Het is nu bijna een onderdeel van het muzikantschap voor mij. Het hielp me te denken over muziek, timing en dynamiek op een geheel andere manier dan gewoon door een liedje op gitaar of piano te spelen met de groep. Ik houd van uitgaan, dansen, van plaatjes draaien voor dansende mensen. Een avond dj'en kan echt geweldig zijn: je werkt in een verder reikende atmosfeer als je iemand zes uur lang kan laten dansen, dan wanneer je een uurtje optreedt. Als ik kan, doe ik het nog steeds. Hier in LA heb ik het nachtleven eigenlijk nog niet echt ontdekt, omdat ik te druk ben geweest met het album sinds ik hier naartoe verhuisd ben. Maar ik zou zeggen dat de cultuur hier anders is: er zijn meer funk- en soulavonden. Zeker iets voor mij.”

Maak je deel uit van een soort muziekscene in Los Angeles, met andere soulartiesten als Mayer Hawthorne en Fitz & The Tantrums?
“Ehm... Ik zou niet zeggen dat er per se zoiets als een soul scene is. Maar er zijn zeker kindred spirits, mensen die ik als mijn verwanten beschouw. Iemand als Ty Segall bijvoorbeeld, die ook in LA en San Francisco begonnen is. En White Fence, dat is een groep met een tasty feel to it. Ik voel me wel geestverwant met die groepen, maar we maken totaal verschillende geluiden. Ik ken verder eigenlijk helemaal niet veel dj's hier in LA. En ook mensen als Mayer Hawthorne en Adrian Younge heb ik nog nooit ontmoet.”

Vorig jaar tekende je bij Innovative Leisure, dat je muziek eindelijk uitbracht. Ik begrijp dat er daarvoor nog veel gedoe was met de opnames?
“Sinds zij erin gestapt zijn is er wat meer stabiliteit, denk ik. Daarvoor nam ik veel slecht advies aan. Er was bijvoorbeeld een gast waarvan ik dacht dat het een of andere rijke internetpersoon uit New York City was. Ik dacht dat hij mijn demo's zou financieren, zodat ik ze kon uitbrengen. Ik heb veel tijd in die kerel gestoken, maar hij heeft me nooit betaald. Hij had allemaal wilde verhalen over waarom hij geen geld had. Uiteindelijk probeerde hij zelfs de rechten op mijn songs te claimen.”

Op Some Place beschrijf je een plek waar je liever wilt zijn: Well it's something, I know it's not quite clear / There is a place, I can only say that it's not right here. Denk je dat je inmiddels wat dichterbij bent?
“Ik ben er constant naar aan het zoeken, maar heb het nog niet gevonden. Toen ik die tekst schreef, werkte ik in een koffiezaak in San Francisco, een heel sjieke tent. De klanten waren soms heel onbeleefd en confronterend. Miljonairs die in hun Blackberry headphones aan het praten waren, terwijl ze bestelden. En dan ook nog boos werden als je het niet verstond. Ik voelde me heel down, had net een universitair diploma gehaald toen de aandelenmarkt instortte. Ik schreef: There's some place I'd rather be, and it's something that's been on my mind almost constantly. Echt, zo voelde het sinds ik kind was. Ik hoopte altijd dat de volgende plek waar ik heen zou gaan, the thing zou zijn. Voor mij ligt het sentiment in dat nummer - ook al is het heel agressief - in het oprechte gevoel dat ik gewoon niet ben gemaakt voor deze tijd, zoals in het Beach Boys nummer. Elke keer als ik iets wilde doen, voelde het alsof niemand meedeed. Elke keer als ik denk dat ik er dichtbij ben, is het toch niet helemaal daar. Toen ik naar San Francisco ging, dacht ik dat alle antwoorden daar lagen. Op een bepaalde manier denk ik dat ik het nu wél bereikt heb. Als ik nu optreed, voel ik me soms geheel en al geweldig. Daar voorbij, zelfs. Ik denk dat dat de plek is, weet je. Dat is wat ik wil. Ik realiseer me dat er geen letterlijke tijd en plaats is waar ik wil zijn. Ik vind het juist een fijn idee dat het iets abstracts is. Alsof je een schilderij ziet waarop een vrouw haar hoofd draait, en je wilt weten wat er om de hoek is. Maar je zult het nooit zien.”

Time's All Gone komt uit via Stones Throw/V2 en ligt nu in de winkels. Op 1 juli staat Nick Waterhouse op Metropolis in Rotterdam. Op 5 juli speelt hij in Ekko te Utrecht, en 6 juli staat hij op PITCH in Amsterdam.