Fusie Universal en EMI zorgt voor vuurwerk voor de senaat

Senaat onderzoekt gevaarlijk groot machtsblok

Atze de Vrieze ,

Een zeldzame openbare samenkomst van de absolute topmannen van de Amerikaanse muziekindustrie donderdagavond: topmannen van onder meer Universal, EMI, Warner, Beggars Group en Live Nation lieten hun licht schijnen over de voorgenomen overname van major label EMI door concurrent Universal, die de nieuwe supermajor een marktaandeel van zo'n 40% zou geven.

De belangen zijn groot. Al jaren woedt achter de schermen een hevige strijd om EMI, de noodlijdende Britse major. Die was de laatste jaren in handen van het bedrijf Terra Firma, tot bank Citigroup na herhaalde slechte resultaten het roer overnam. De bank is van plan om het bedrijf te verkopen aan Universal, de grootste van de huidige vier majors. De senaat buigt zich momenteel over de fusie, omdat gevreesd wordt voor een monopoliepositie, met als gevolg mogelijk machtsmisbruik. De hoorzitting is hier in zijn geheel terug te kijken.

Moderne muziekmaatschappij
Aan Universal-topman Lucian Grainge en EMI-afgevaardigde Roger Faxon de taak iedere vorm van wantrouwen weg te nemen. Dat wantrouwen is niet nodig, vindt Grainge. Ten eerste omdat volgens hem de rol van labels in de huidige digitale omgeving sterk gerelativeerd dient te worden. Daarnaast is in de huidige tijd geen ruimte meer voor machtsmisbruik. Hij presenteert zijn bedrijf als een moderne muziekmaatschappij: eerlijk en gericht op de toekomst in de vorm van digitale innovatie. "Het is de muziek die er toe doet, niet de bron. Het is in ons belang zoveel mogelijk initiatieven te stimuleren, waar klanten terecht kunnen om muziek te verkrijgen." De tijd dat major labels de muziekliefhebber in hun macht hadden met hun exclusieve toegang tot de distributie van muziek, is voorbij, zo suggereerde Grainge. Faxon belooft dat de fusie niet zal leiden tot het afstoten van artiesten, Grainge spreekt zelfs over het creëren van banen.

Een opmerkelijke medestander vonden de huwelijkskandidaten in Irving Azoff, topman van concertpromotor Live Nation (ook eigenaar van het Nederlandse Mojo), volgens tijdschrift Forbes de machtigste man in de muziekindustrie. "Het digitale tijdperk heeft de barrières afgebroken en de muziek gedemocratiseerd. Het gaat weer echt om de muziek." Daarbij wees hij op een aantal eclatante successen van artiesten op independent labels in Amerika, met name het megasucces van Adele en de Grammy voor Bon Iver, onder het motto: iedereen kan doorbreken.

92% airplay voor majors
Die stelling werd met veel venijn van tafel geveegd door Martin Mills, oprichter van Beggars Group, een verzameling independent labels waaronder ook Adele's XL Recordings valt. "Laat u niets wijsmaken met een vertekenend cijfer van 30% marktaandeel voor de verzamelde indie labels. Bijna alle succesvolle indies maken gebruik van het distributienetwerk van de majors. Zelfs Adele had Sony nodig om in Amerika door te breken. De radio airplay in de Verenigde Staten is op dit moment nog altijd voor 92% in handen van de majors."

Belangrijkste bondgenoot van Mills was Edgar Bronfman Jr, topman van een ander major label, Warner Music. Bronfman heeft een nadrukkelijke agenda: goed ingelichte bronnen melden dat Warner lange tijd zelf in de race was om EMI over te nemen, maar uiteindelijk afzag van een hoger bod. Bronfman ontzenuwde op eloquente wijze de relativering van de macht van de majors. Hij onderstreepte het belang van airplay en duidde het economische model van de muziekindustrie. "We werken niet volgens het reguliere 80-20 model, maar volgens het 95-5 model. 5% van de producten zorgt voor 95% van de omzet. De controle over die 5% is enorm veel waard." Bronfman trekt een vergelijking met de voornomen fusie tussen telecombedrijven AT&T en T-Mobile, die eind 2011 door de senaat geblokkeerd werd. Beide bedrijven samen zouden een minder groot marktaandeel hebben. "Het marktaandeel dat door deze fusie zou ontstaan is ongehoord in de mediawereld en gevaarlijk."

Grote speler heeft belang bij status quo
De strategie van Bronfman is opmerkelijk. Hij manoeuvreert zichzelf slim in de underdog positie met de stelling: de macht van de major labels is nog altijd enorm groot, maar wij zijn slechts een klein major label. Bronfman stelt dat een te grote speler eigenhandig innovatie om zeep kan helpen. Hij klopt zichzelf daarbij ferm op de borst, door te stellen dat Warner met een relatief klein marktaandeel (destijds 17%) de eerste major was die aan boord stapte bij Apple's revolutionaire iTunes Store. "De vraag is of een superlabel als Universal-EMI aan boord zou zijn gestapt bij iTunes. Zo'n grote speler heeft namelijk belang bij het in stand houden van het status quo."

Dat zou niet alleen ten koste gaan van concurrerende labels en startups, maar ook van de consument. Volgens Gigi Sohn, vertegenwoordiger van Amerikaanse consumentenbelangen, is dergelijk misbruik van macht al jaren aan de orde van de dag. "Universal heeft aandelen in onder meer Spotify en VEVO, twee diensten die volledige support krijgen. Andere diensten maken ze het ontwikkelen moeilijk. Universal spande een rechtszaak aan tegen Deezer in Frankrijk over de voorwaarden van hun instapabonnement. Ze stonden bovendien vooraan om Grooveshark aan te klagen." Ook Martin Mills van Beggars sluit aan op dit punt. "Geen dienst is levensvatbaar zonder de catalogus van Universal. Er is groot en er is te groot. Geef majors macht, en ze zullen niet aarzelen die te misbruiken."

Het is met name dit punt waar de senaat zich zorgen om maakt. Universal-topman Grainge probeert zich met ontwijkende antwoorden door het debat heen te slalommen en schuddebuikt ruimhartig om de geestige bijdragen van senator en ex-Saturday Night Live komiek Franken, die hem en ook Azoff het vuur aan de schenen legt. Het komt hem uiteindelijk te staan op een luchtige tik op de vingers van senator Herb Kohl, die de hoorzitting leidt. Kohl is met name geïrriteerd als een bevredigend antwoord uitblijft op de basisvraag: als marktaandeel niet doorslaggevend is, waarom legt Universal dan 1,9 miljard dollar neer voor een noodlijdend bedrijf als EMI. Kohl stelt: "Meneer Grainge, het valt me op dat u vragen niet of nauwelijks beantwoordt. Daar zal uw slimheid dan wel in schuilen."