3voor12 bespreekt Album van de Week (30): Passion Pit

Depressies en verslaving in popsongs die blinken als spinrag in de zon

Atze de Vrieze ,

Nou, voorlopig komt het allesbehalve goed, hoe hard Michael Angelakos dat in I'll Be Alright ook zingt. Meteen aan het begin van de nieuwe tour moest Passion Pit zes shows afzeggen omdat Angelakos aan zijn 'mental health' moet werken. Wat een verschil met drie jaar geleden, toen dat nog met de mantel der oppervlakkigheid bedekt werd en 'Michael is zijn stem kwijt' heette. Gossamer, het tweede album van de band uit Boston, is dan ook een soort coming-out. Een album over depressies, verslaving en de relaties die daaronder zuchten. En dat verpakt in luchtige popsongs die blinken als spinrag in de zon.

Manisch depressief met ernstige suïcidale neigingen, afgedekt met stevig drankgebruik (tot anderhalve liter dure gin per dag). De diagnose liegt er niet om in de opvallend lange en openhartige feature op de Amerikaanse website Pitchfork. Dat had je er toch niet uitgehaald ten tijde van debuutalbum Manners (2009). Ja, een jongen die wat worstelt met de richting van zijn bestaan in hitsingle The Reeling. Maar ach, wat moet je anders als je 22 bent. Het debuut werd met name in Amerika een aanzienlijk succes. De kleurrijke synthesizerpop deed het goed, in de slipstream van de grote doorbraak van het Franse Phoenix aldaar.

Opvolger Gossamer biedt eenzelfde soort gelaagde popsongs, met leadsingle Take A Walk als goed voorbeeld: een catchy deun met stevig gedubbelde vocalen in het refrein (een female touch!) en een synthhook die vaag herinnert aan Nena's 99 Luftballons. Angelakos stem is licht en hoog. Instant popmuziek. Maar ondertussen is het wel een liedje over de economische crisis. Angelakos omschrijft een vader die alle moeite moet doen om de eindjes aan elkaar te knopen, terwijl de pensioentegoeden verdampen en een te hoge lening als een molensteen om de nek hangt. En toch is er ook een hardnekkige drang om door te zetten: "But I swear tonight I’ll come home / And we’ll make love like we’re young / And tomorrow you’ll cook dinner / For the neighbors and the kids."

Dat de zanger oog heeft voor de zorgen van anderen mag een wonder heten getuige de rest van de plaat. In potentiële single Carried Away verontschuldigt hij zich voor zijn heftige gedrag (‘But we all have problems / And we all got something to say’), in de ontroerende r&b ballade Constant Conversations voor zijn drankgebruik ('They told me drinking doesn't make me nicer'). I'll Be Alright weerspiegelt de twee gezichten van zijn gestel met een open melodie en een hectisch deel. Alsof er drie liedjes door elkaar heen klinken, met opgepitchte stemmen. De invloed van Hudson Mohawke?

Halverwege het album staan wat mindere songs. Het nerveuze Mirrored Sea - met lompe drums – en Hideaway bijvoorbeeld. Daartussen staat het intense Cry Like A Ghost, gebaseerd op een soort chillwave/hiphop instrumental die Angelakos in eerste instantie voor rapper Jay Electronica maakte. Naar het slot wordt de muziek wat gedragener en langdradiger, met als climax slotnummer Where We Belong, een wat al te georkestreerde song waarin Angelakos zich voorstelt hoe hij door de engel Gabriel zelf uit zijn bloederige badkuip getild wordt.

Het liep beter af dan dat, voorlopig. Dat dankt Angelakos kennelijk aan zijn vriendin (die een belangrijke rol in de songs speelt), maar ergens ook door de vitaliteit die toch uit zijn songs spreekt, zeker muzikaal gezien. Voortdurend refereert hij aan mainstream pop uit de jaren zeventig (van ELO tot Supertramp), maar dan wel met een slimme, moderne edge. Een knappe plaat met meerdere gezichten. Eén ding is zeker: aan het eind van de film hoop je dat de hoofdrolspeler het overleeft.

Gossamer van Passion Pit verschijnt op French Kiss/Sony.