Blaudzun: "Zonder twijfel kun je niets zelf ontdekken”

Derde album Heavy Flowers vrijdagavond gepresenteerd in Tivoli

Atze de Vrieze ,

"Ik dacht nog wel dat ik een luchtige plaat gemaakt had", zegt Johannes Sigmond aan het slot van een uitgebreid gesprek over zijn nieuwe Blaudzun-album. Toegegeven: Heavy Flowers klinkt meer uptempo en is zwieriger en weelderiger gearrangeerd dan zijn voorganger. Krachtig en energiek, in de traditie van bands als Arcade Fire en Beirut. En Sigmond zelf is in levende lijve zeker niet de gepijnigde, wereldvreemde kluizenaar die je achter zijn intense manier van zingen zou zoeken. Integendeel: je kunt hem rustig vragen naar zijn mening over popfenomeen Rihanna, zo bleek onlangs bij De Wereld Draait Door.

Dat programma deed veel goeds voor Blaudzun. Zijn cover van Tears For Fears-klassieker Shout was een van de meest opvallende bijdragen aan het project DWDD Recordings. Hij belandde definitief in de Rolodex en zou wel eens de stap kunnen maken naar een groter publiek. Een voorzetting van de stijgende lijn die hij inzette sinds de release van Seadrift Soundmachine in 2010. Wat dat betreft maakt hij vrijdagavond een goede start van de nieuwe cyclus, als Heavy Flowers ten doop gehouden wordt in een uitverkochte Tivoli Oudegracht.
 
Het album begint met de zin 'I wanna go down to the sea again', een verwijzing naar je vorige album Seadrift Soundmachine, waarvoor je veel tijd aan de kust doorbracht. Heb je hetzelfde ritueel uitgevoerd?
"Inhoudelijk is het zeker een verwijzing, maar de benadering van deze plaat was heel anders. Een aantal liedjes had ik al live gespeeld voor ik ze opnam, om ze te testen. Ik schreef ook enigszins onder druk van het touren. Ik wilde nieuwe liedjes hebben. Normaal ging ik met kant en klare ideeën de studio in, nu schreef ik soms op maandagnacht een liedje, om het dinsdag meteen op te nemen. Dat live spelen heeft veel invloed gehad, daardoor is het dynamischer en meer uptempo geworden."
 
Was dat ook je bedoeling?
"Nee, helemaal niet. Er kwam simpelweg niets anders uit. Ik wilde eigenlijk een plaat met kleine liedjes maken, hooguit met twee snaarinstrumenten. Dat is het totaal niet geworden."
 
In je eerste single Elephants maken we kennis met een typische Blaudzun-vrouw, een mysterieuze dame die rondscharrelt in oorlogsmuseums. Waar komt ze vandaan?
"Ze is geïnspireerd op een mooie, maar ook wat naïeve dame. Er spelen allerlei vrouwen in mijn hoofd, het is niet gebaseerd op een specifiek persoon. Die vrouw staat ook symbool voor de menselijke geschiedenis. Stel je de menselijke geschiedenis eens voor als een vrouw, waar je een avond mee in de kroeg zou hangen. De liefde bedrijven hoeft nog net niet."
 
Wat zou je Vrouwe Geschiedenis vragen tijdens een eerste date?
"Laat ik vooropstellen dat het me een leuke vrouw lijkt. Sexy ook wel. Maar ze is ook raar, ze leeft niet alleen in oorlogsmusea, maar ook in gestichten en hoerenhuizen. Het is een vrouw die een hoop heeft meegemaakt en waarschijnlijk helemaal de weg kwijt is, maar tegelijkertijd de sleutel heeft waarmee wij onszelf beter zouden kunnen begrijpen. Dat stel ik me er in elk geval bij voor. Misschien zou ik van zo'n ontmoeting wel enorm schrikken."
 
Als we een ding mogen concluderen uit het feit dat de geschiedenis een vrouw is, dan is het wel dat ze ondoorgrondelijk is.
"Absoluut. Overigens wil ik ervoor waken mijn eigen liedjes te veel te duiden. Ik wil mijn luisteraar zijn eigen eerste luisterbeurt niet ontnemen."
 
Zijn je luisteraars erg bezig met waar liedjes over gaan?
"Een liedje als The Choking Game, van mijn vorige album, riep veel reacties op. Veel mensen wisten niet precies waar het over ging. Ze dachten vaak dat het over SM of seks ging. Dat kan ook, maar het is geïnspireerd door een spelletje dat op zeker moment heel populair was op middelbare scholen. Tieners deden daarbij hun best zo lang mogelijk hun adem in te houden, om zo in een soort high te komen. Voor mij was dat weer een metafoor voor iets anders. Ik heb toen een brief gekregen van een vrouw wiens zoon bij zo'n spelletje om het leven gekomen was. In Elephants zing ik 'she sings in big tent ralleys'. Mijn clipmaakster begreep dat beeld niet, voor mij is het een beeld dat me raakt, een vrouw die ontzettend overdreven staat te zingen en schreeuwen in een pinkstergemeente."
 
Het is zeker niet de enige verwijzing naar religie in je liedjes. Flame On My Head refereert aan pinksteren, ergens anders zing je: 'we're all Gods in the new age'.
"Ook al doe ik er zelf niet meer aan, religie staat garant voor goede verhalen. Jezus die dood gaat en na drie dagen weer opstaat, dat is de kern van ieder goed verhaal. Het is net als een bloem die aan het eind van de herfst afsterft en in de lente weer opbloeit. Ik ben opgegroeid in een kerk zoals je die kent uit de zwarte Amerikaanse gemeenschap. Er was geen orgel maar bas, drums en gitaar. Daar heb ik muziek leren maken. Er werd gedanst, er werd in tongentaal gesproken."
Dat klinkt als een vorm van het geloof die volledig gebaseerd is op gevoel, en niet op intellect. Is dat waar het bij jou fout ging?
"Het is zeker niet de bedoeling dat je kritische vragen stelt in de kerk. Geloven heeft niets met verstand te maken. Mensen proberen die twee wel eens krampachtig bij elkaar te brengen, maar dat lukt nooit. Met de politiek heb ik hetzelfde probleem. Iedereen die mij in hapklare brokken probeert uit te leggen hoe de wereld in elkaar zit, wantrouw ik. Zonder twijfel kun je niets zelf ontdekken."
 
Heb je er wel eens jaloers naar gekeken en gewenst dat je zelf zo 'naïef' was dat je de Heilige Geest kon ervaren?
"Man, ik heb het allemaal geprobeerd, ik heb het gevoeld, tot achter de komma. Uiteindelijk draait het allemaal om overgave. Als je heel hard zingt, voel je al snel iets, zeker als je het met overgave doet. Maar het maakt niet zo veel uit of je dat bij Arcade Fire, op de EO Jongerendag of bij FC Utrecht doet. Ik geloof best dat bidden kan helpen, zoals een placebo kan helpen, of een verdovend middel. Overigens heb ik er geen probleem mee als andere mensen wel geloven. Sommige van mijn beste vrienden geloven. Als je er een mooier mens van wordt, dan vind ik dat prima. Maar ik ken ook genoeg mensen die er juist lelijk van worden. En met lelijk doel ik dan op een gevoel van onvrijheid."
 
Dat gebeurt toch al vrij snel?
"Het gebeurt al snel met elke georganiseerde ideologie. Georganiseerde dingen lopen vaak mis. Kijk naar de PvdA, dat is ook niet meer wat het geweest is. Dood-georganiseerd. De bezieling uit het begin is verdwenen, en daarmee ook de slagkracht."
 
Kun je je voorstellen dat je als band dood-georganiseerd raakt?
"Ja, en daarom ben ik ook blij dat ik geen band ben. Ik werk wel met vaste muzikanten. Ik werk altijd met mijn broer Jakob, met Wouter de Waard. Maar het was niet vanzelfsprekend dat ik met alle mensen die live meedoen in de studio zou opnemen. Frank Timmerman bijvoorbeeld speelt op de plaat de nodige percussie. Live speelt hij ook bas, maar dat wilde ik in de studio graag zelf doen. Dat vind ik veel te leuk."
 
Er zit een merkwaardig spanningsveld in je muziek, tussen het pure gevoel en de geconstrueerde, analytische manier van denken en schrijven. Hoe kijk je daar zelf tegenaan?
"Als ik begin te zingen, doe ik dat vaak vanuit klank. Vaak heb ik in mijn tekstboekje al wel wat zinnen opgeschreven, of wat woorden in mijn hoofd. Dat gaat heel intuïtief, als een collage. Maar uiteindelijk komt er wel een logisch verhaal uit voort. Die twee kanten zitten in mij: ik ben gevoelig voor sentiment, maar ik ben ook een lezer. Ik probeer al zo veel gevoel in mijn zang te leggen, ik moet voorkomen dat het te veel wordt, zowel voor mezelf als voor de luisteraar. Het is niet zo dat ik van een afstand observeer en de gevoelens van anderen omschrijf. De liedjes gaan over mij. De dood, relaties die kapot dreigen te gaan, het keert onwillekeurig steeds terug."
 
Heb je van veel mensen afscheid moeten nemen in je leven?
"Vrienden van vroeger, muzikale vrienden. Wat betreft de dood: geen directe vrienden, maar meer dan genoeg daar omheen. Ouders van vrienden, mensen die te vroeg aan kanker overlijden. Ik heb mensen hun kind zien begraven, ik heb kleine neefjes hun vader zien begraven omdat hij zich had opgehangen. Daar zit het leven vol mee, misschien bij mij voller dan bij een ander. Afgelopen zondag zou ik bij een fan spelen, op haar laatste verjaardag, een vrouw van 32 jaar. Drie dagen daarvoor belde haar vriend vanuit het ziekenhuis dat het niet meer hoefde. Dat heeft enorm veel indruk op me gemaakt. Ze hadden al een lijstje doorgegeven van liedjes die we moesten spelen. Ik heb geen moment hoeven nadenken of ik dat wilde doen, maar ik zag er wel tegenop. Ik kende die vrouw niet eens, en toch raakte het me enorm. Als is het maar omdat je er weer eens stil bij staat dat ons dat allemaal te wachten staat."
 
Who Took The Wheel gaat over het grijpen van de regie over het leven. Was er een concrete aanleiding?
"Ik ben zelf heel bang om de regie te verliezen, en dat gebeurt regelmatig, zowel in mijn persoonlijke leven als met mijn muziek. Concrete aanleiding was de onrust in het Midden-Oosten. Dat was geen politiek, dat waren mensen die geen geld hebben, misschien daardoor geen relatie, die daar gek van worden en de boel in de fik steken. Nederland gaat ook steeds meer die kant op. We hebben nu een kabinet dat amper een meerderheid heeft en dat beslissingen neemt waar de helft van de bevolkingen niets mee te maken wil hebben. Om over de PVV nog maar te zwijgen, ik zie hen echt als een nieuwe variant op de NSB. Dat vind ik eng, maar ik vind ook dat je dat hardop moet durven zeggen."
 
Zo zitten in bijna al je liedjes dubbele lagen. Van groot naar klein, van persoonlijk naar grote thema's.
"Ik zou het jammer vinden als mijn liedjes maar op een manier te begrijpen zijn. Laatst deed ik een project rond de dichteres Neeltje Maria Min, ik zong haar gedicht Voor Wie Ik Liefheb Wil Ik Heten. Zij zei die avond iets interessants: de zinnen die mij het meest bijblijven, zijn de zinnen die ik niet begrijp. Dat zijn vaak de mooiste en meest rake zinnen."
 
Heavy Flowers van Blaudzun verschijnt bij V2. Het album wordt 6 januari gepresenteerd in Tivoli Oudegracht.