De revival van de disco in de clubs duurt nu alweer een jaar of tien, maar zelden of nooit zagen we een live-band als Escort. Cho en Balis begonnen zo'n zes jaar geleden zonder al te grootse plannen aan een track, genaamd Starlight. Simpelweg een discotrack zoals ze die zelf in dj-sets graag draaien. Die eerste single werd al snel opgepikt, en Escort kreeg een uitnodiging voor een belangrijk evenement. "Ze wisten dat alles met echte instrumenten opgenomen was en namen aan dat we een band waren. Dat was niet zo, maar we hebben ja gezegd. Het was een te mooie kans om te laten liggen. En dus zijn we als een dolle gaan repeteren."
Sinds die tijd staat Escort - zestien man sterk - regelmatig op de planken in New York en omgeving, en langzaam werd gebouwd aan het debuutalbum, dat eind vorig jaar uitkwam. Het is een indrukwekkende ode aan de gouden tijden van de disco, zeker als je je bedenkt dat nog altijd alles met beperkte middelen opgenomen werd. "We hadden natuurlijk niet de beschikking over een heel symfonieorkest, dus we hebben alles met twee strijkers opgenomen. Honderden takes, met verschillende instrumenten, op verschillende plekken in de kamer. Het moest steeds net anders klinken. Gelukkig wonen en werken in New York sommige van de beste muzikanten ter wereld."
Nummers als Cocaine Blues, All Through The Night en Cameleon Chameleon zijn verschrikkelijk catchy en doen denken aan de hitproducties van Quincy Jones op Michael Jackson's Off The Wall. "Off The Wall is mijn favoriete disco-album allertijden", zegt Cho. "Quincy Jones is een van de allerbeste arrangeurs allertijden. Het geheim van dat album? Behalve Michael Jackson natuurlijk, de drumsound. Ik las ooit eens dat Quincy Jones speciale metalen plaatjes liet maken om de snare van de hi-hat te scheiden, plus een soort douchekapje voor over de basdrum. Zo kon hij de verschillende geluiden van elkaar isoleren en ze kraakhelder opnemen. De drumbreaks op dat album klinken glorieus."
Escort mikt dus qua sound op de wat latere hitproducties van Quincy Jones, maar qua gevoel meer meer op de vroege disco, nog voor disco hypercommercieel doorbrak. Begin jaren zeventig was de muziek nadrukkelijk verbonden aan de afro-Amerikaanse gemeenschap in New York, en zeker ook aan de homobeweging. Zij gebruikten disco als een ultieme uitvlucht, niet zelden hedonistisch en decadent. "Die sfeer willen we zeker laten weerklinken in onze songs", vertelt Cho. "Al heeft Dan noch ik daadwerkelijk het recht om aan de maatschappelijke lading te refereren."
Een van de meest succesvolle songs tot nu toe is Cocaine Blues, een nummer dat refereert aan de losbandigheid van de vroege disco. Het voelt direct bekend. Niet zo vreemd, want het is een soort knip-plak-cover, met elementen uit verschillende songs, met eigen arrangementen. "Cocaine running around my brain, dat komt uit het reggaenummer van Dillinger, die het weer had uit oude folksongs. In hetzelfde nummer zit de tekst 'A knife, a fork, a bottle and a cork, that's the way we spell New York'. Ook dat komt uit oude folksongs. Johnny Cash heeft ook een nummer dat Cocaine Blues heet. Het heeft dezelfde wortels als ons liedje, maar hij koos een totaal andere richting."
Cho en Balis hebben dus goed geluisterd hoe het moet, en kiezen nauwkeurig wat ze willen gebruiken. "Zoals een dj voor een set twintig platen kiest uit het oneindige aanbod, het is een vorm van cureren. Het laatste nummer, Karawana, is gebaseerd op een sound poem van DaDa-kunstenaar Hugo Ball. Onze percussionist kent heel wat trucs, het leek me goed om die allemaal in te zetten in een enkel nummer. Hugo Ball's tekst paste er goed bij. En ineens realiseerde ik me dat het nummer I Zimbra van Talking Heads ook op een tekst van Hugo Ball gebaseerd is, en dat disco classic Din Daa Daa van George Kranz ook een sound poem is. Dit is onze bijdrage aan een piepkleine traditie binnen de disco. Nu zijn er dus drie."
Escort speelt woensdag 7 maart in Paradiso tijdens 5 Days Off.
Escort: authentieke disco als monnikenwerk
New Yorkse band voor het eerst in Europa tijdens 5 Days Off
Disco: luchtige, speelse muziek, niet al te pretentieus of artistiek. Nou, dat lijkt maar zo, merkten Eugene Cho en Dan Balis, twee New Yorkers die op het lumineuze idee kwamen zelf een disconummer op te nemen naar de oude standaard. Escort, hun debuutalbum, werd een zeldzaam arbeidsintensief werk. Woensdag 7 maart is de band voor het eerst op Europese bodem, tijdens 5 Days Off. Eugene Cho: "Disco mag gerust beschouwd worden als de gouden tijd van de productie. Sommige nummers hebben zeer ambitieuze arrangementen. Producers en songwriters hadden enorme budgetten tot hun beschikking, waardoor ze eindeloos konden schaven en experimenteren. Het resultaat is soms fantastisch."