Maar in maart lag The Doors al in de winkels. Het debuutalbum van de band rond zanger Jim Morrison. Rond zijn figuur zou vooral na zijn dood in 1971 een enorme cultus ontstaan. Maar in de vijf jaar dat hij samen met gitarist Robby Krieger, drummer John Densmore en toetsenist Ray Manzarek actief was, groeide de band ook al uit tot een van de meest succesvolle rockbands van hun generatie. The Doors brachten niet alleen albums uit die zoals het Velvet Underground debuut invloedrijk waren, nee ze scoorden ook enorme hits. Light My Fire bijvoorbeeld werd in de zomer van 1967 in de VS een nummer 1 hit, al kwam het in Nederland nog niet verder dan een 25ste plaats in de Top 40.
The Doors was van meet af aan uiterst succesvol. Ook hun elpee’s Strange Days (1968) en L.A. Woman (1970) kunnen als ‘classic album’ bestempeld worden, maar het debuut blijft misschien wel het meest tot de verbeelding spreken. En de in 2007 gemaakte aflevering van Classic Albums is vooral zo goed omdat er nu eindelijk eens niet wordt stilgestaan bij de figuur van Jim Morrison. Geen verhalen over zijn grootse dichterschap, zijn buitenaardse seksuele aantrekkingskracht of andere vermeende kwaliteiten die hem tot op de dag van vandaag in documentaires, boeken en films worden toegedicht.
De Amerikaanse rockjournalist Greil Marcus vertelt in een groot profilerend interview aan zijn Britse collega Simon Reynolds dat zijn meest recente publicatie, de monografie The Doors is ingegeven door de gedachte dat er boekenkasten over The Doors zijn volgeschreven maar dat geen enkel boek gaat over de muziek. Kan zijn. Maar dat doet Marcus’ boek ook niet. Op pagina 26 struikel je al over de volgende zin: ‘In The End the pauses were traffic accidents, what in the 1920’s the Berlin dadaïst Richard Huelsenbeck called “the art of yesterday’s crash” .’
Al te vaak wordt de figuur van Jim Morrison, en de muziek van The Doors, door pogingen het te duiden juist extra gemythologiseerd. Daarom alleen al is deze Classic Albums een verademing. In iedere aflevering zijn de ‘schuifmomenten’ een hoogtepunt. Ook nu weer als de engineer van The Doors Bruce Botnick achter de mengtafel de losse geluidsporen laat horen. Prachtig hoe hij zo Soul Kitchen ontleedt, en Robby Kriegers gitaarspel benoemt als het ‘simuleren van James Browns blazerssectie’. Nooit zo gehoord, maar inderdaad de invloeden van de Godfather Of Soul zijn onmiskenbaar.
Zo worden alle nummers ontleed, en wordt door de betrokkenen nog maar weer eens uitgelegd dat meer dan zes minuten Light My Fire echt te lang was voor een single om op de radio te komen, en dat de band zich toch maar schoorvoetend bij een nieuwe ‘edit’ van drie minuten neerlegde, met een wereldhit als resultaat.
Zoals zo vaak in de popgeschiedenis kwam de ‘ontdekking’ van The Doors min of meer bij toeval tot stand. De band had al demo-opnamen gemaakt, waarmee ze in 1966 bij Columbia aanklopten. Billy James legt uit dat hij er wel wat in hoorde, maar dat geen geschikte producer beschikbaar bleek. Dan niet, zal de band gedacht hebben en ze gingen verder met door veel optredens hun geluid te perfectioneren.
Het is Elektra-baas Jac Holzman die de band uiteindelijk onder zijn hoede neemt. Maar van harte ging dat aanvankelijk niet. In zijn autobiografie legt hij uit dat het, zoals in de documentaire ook wordt bevestigd, Arthur Lee, de zanger van Elektra-band Love was die hem naar de Whisky A Go Go lokte om naar The Doors te gaan kijken. Holzman vond er voorjaar 1966 nog niks aan. Hij was naar Los Angeles gekomen voor een andere band, Buffalo Springfield, want hij wilde met Elektra een beetje af van het imago van een folk-label en zich meer op de rock ’n roll gaan toespitsen. Daarvoor moest hij naast Love nog minstens een andere rockband tekenen, en hij had zijn hoop gevestigd op Buffalo Springfield, wetende dat ook Atlantic de band op de hielen zat. Met een veel groter budget.
‘The Doors weren’t showing it to me’, zegt hij in zijn autobiografie Follow The Music, maar daar komt hij een paar avonden later toch op terug. The Doors tekenen bij Elektra en zouden in een mum van tijd de band van hun eigenlijke ontdekker, Arthur Lee, in populariteit voorbijgaan. Al snel dienden zich echter de eerste schandaaltjes aan, waarvan een optreden bij de Ed Sullivan tv-show het beroemdst geworden is. Morrison moet zijn tekst ‘Girl you couldn’t get much higher’ aanpassen. Maar zoals miljoenen huishoudens die zondagavond kunnen vaststellen, doet hij dat niet. The Doors hoeven niet meer bij Sullivan terug te komen, maar daar zullen ze niet mee hebben gezeten.
Los van Light My Fire is het meer dan tien minuten durende The End het beroemdste nummer op The Doors. Zeker sinds het door Francis Ford Coppola in 1979 werd gebruikt in een cruciale scene van zijn film Apocalypse Now, geniet de lange, donkere jam een aparte status in het Doors oeuvre. Maar in 1967 moet het helemaal een vervreemdende ervaring geweest zijn. Dat was het ook, zo blijkt uit de documentaire. Het nummer werd in slechts een take, al improviserend opgenomen. Het was ook nog maar de tweede keer dat de band het speelde. De eerste keer was tijdens een optreden in the Whisky A Go Go, dat hen hun contract als vaste huisband van de club aan Sunset Strip kostte.
Dat The Doors een exceptionele band was, met voor die tijd opmerkelijke donkere muziek blijkt uit de documentaire, maar het goeie is dat niks zo nadrukkelijk wordt ingepeperd. De makers blijven heel dicht op de muziek, en dat is na alle sensatiebeluste biografieën en intellectuele poeha waar de band al slachtoffer van geworden is een weldaad.
Zelfs voor wie The Doors nooit zo heel veel betekend hebben. Ook zij die net als ik een weerzin koesteren tegen de koffieshop associaties die bij The Doors nooit ver weg zijn, kunnen aan deze Classic Album aflevering veel plezier beleven.
Ja, een bijzondere plaat The Doors. Nog altijd.
Classic Albums: 25 februari om 21:25 op Nederland 3.
Classic Albums: The Doors van The Doors (1967)
Het magische jaar 1967
Dit weekend begint een nieuwe aflevering van de serie Classic Albums, met als eerste het debuutalbum van The Doors. 1967 is een belangrijk jaar in de popgeschiedenis. Het was het jaar van de Summer Of Love, Flower Power en de elpee Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Maar in 1967 verscheen ook een aantal klassieke debuutalbums. In oktober kwam The Velvet Underground & Nico uit, vijf maanden na Are You Experienced van The Jimi Hendrix Experience en twee maanden na The Piper At The Gates Of Dawn.