Met name in het oosten van Europa wordt flink geprotesteerd tegen het op handen zijnde ACTA-verdrag. In de handelsovereenkomst worden internationale afspraken gemaakt over de aanpak van nepartikelen (van handtasjes tot medicijnen) en over auteursrechtenschending op internet. De Europese Commissie heeft het verdrag inmiddels ondertekend, maar ook de 27 landen van de Europese Unie en het Europees Parlement moeten het verdrag nog ratificeren. Het Poolse parlement leek dat als eerste te gaan doen, maar de Poolse premier heeft inmiddels gezegd de protesten serieus te nemen. Hij erkende dat zijn regering te weinig met de burgers overlegd heeft en hij wil er absoluut zeker van zijn dat hun vrijheden niet in het geding zijn.

Ook de Tsjechische premier Petr Necas zei maandag: “Wij zullen als regering niet toelaten dat de vrijheid en de vrije toegang tot informatie in het geding komen. We moeten onderzoeken welke impact het verdrag heeft op het dagelijks leven.” Necas wil dat experts opnieuw naar het document kijken. Ook in Slovenie is veel onrust over het verdrag. Afgelopen weekend gingen in de hoofdstad Ljubljana duizenden mensen op de been na een oproep van de Sloveense ambassadeur in Japan. Die heeft namens de regering het verdrag getekend, maar heeft daar naar eigen zeggen nu spijt van.

“Ik heb ACTA ondertekend met burgerlijke onoplettendheid, omdat ik er niet aandacht aan besteed heb”, luidt zijn wonderlijke statement. “Om eerlijk te zijn heb ik simpelweg geen connective gelegd tussen het verdrag dat ik moest tekenen en de vrijheden op wat ik beschouw als het belangrijkste netwerk dat ooit gebouwd is in de geschiedenis van de mens. Het verdrag zou de vrijheid van onze kinderen kunnen beperken.” Ook in Griekenland gingen mensen de straat op. In Frankrijk trad een belangrijke Europarlementarier terug uit onvrede over het verdrag.