Punk gaf de gevestigde orde in de rock ’n roll een oplawaai. Er kwamen ineens weer opwindende drie-minuten popsongs uit, even elementair als de rock ’n roll uit de jaren vijftig en de beatmuziek uit de jaren zestig. Maar hoe belangrijk ook, het was vooral een ontwikkeling in de marge.
Popmuziek was in 1976 nog overzichtelijk. Je had serieuze popmuziek en je had commerciële, hitparademuziek. In de eerste categorie bevonden zich Frank Zappa, Queen, Genesis, Pink Floyd, The Eagles, Steve Miller en Randy Newman. Goed, een enkeling had wel eens een hit, soms zelfs een hele grote maar dat beruste meer op toeval. Voornoemde artiesten brachten elpees uit waarvan soms een single succesvol werd.
Maar dat was, althans zo vonden de elpee-kopers in die tijd, toch heel iets anders dan de hitparade-pop van Abba, Boney M, Pussycat en Smokie.
Wie de Top 100 lijsten met de grootste hits van 1976 vergelijkt met die van 1977 kan daaraan niet zien dat er een revolutie heeft plaatsgevonden. Abba stond in 1976 bovenaan met Dancing Queen en Boney M in 1977 met Ma Baker. In dat laatste jaar werd de top tien verder nog bevolkt door bijvoorbeeld Vader Abraham met zijn Smurfenlied en artiesten als Baccara, Smokie en Guys & Dolls. Dan liever Tavares die in 1976 tenminste nog de een na grootste hit van dat jaar hadden met Heaven Must Be Missing An Angel.
Toch staat 1977 te boek als het jaar dat punk doorbrak in Nederland. Het jaar dat de popcultuur door de Sex Pistols ging kantelen, en dat er definitief werd afgerekend met de suffe, saaie rockalbums enerzijds en de infantiele pophitjes anderzijds.
Welnu, kwa verkoopcijfers valt daar niks van te merken. Althans nog niet in 1977. De eerste echte hits van Iggy Pop, Ian Dury, The Stranglers en Talking Heads kwamen pas in 1978. De beruchte Toppop opname van Iggy Pop, die tijdens Lust For Life al playbackend met palmbomen en andere decorstukken in de weer was, dateert pas van november 1977 en geldt eigenlijk als de ‘echte’ doorbraak van punk in Nederland. De hits van Talking Heads (Psycho Killer) Blondie (Denis) en Ian Dury (Sex And Drugs And Rock ’n Roll, kwamen pas in 1978, al kwamen die vaak van elpees uit 1977.
Hoewel nog niet meteen in de hitparade terug te vinden had punk wel degelijk een grote invloed op de popcultuur.
De Top 40 wisten de Sex Pistols in Nederland niet te halen (zelfs geen Tipparade) en hun debuutalbum Never Mind The Bollocks Here’s The Sex Pistols verscheen pas in november 1977, toch waren ze een belangrijke aanstichter voor de punk in Nederland. Al in de eerste week van 1977 kwam de band naar Nederland voor onder meer twee optredens in Paradiso. Daar waren de eerste avond naar verluidt een man of vierhonderd, en een avond later zevenhonderd, maar de geest was ook hier uit de fles.
Net als aan de andere kant van het kanaal het geval leek, begon ook in Nederland iedereen die Johnny Rotten met zijn band had gezien daarna zelf een band, een label of een platenzaak of wijdde zich op een andere manier fulltime aan iets dat ‘punkmuziek’ heette.
Een van de eerste punksingles op een van de eerste echte Nederlandse indie-labels, 1000 Idioten, heette Van Agt Casanova en was van Paul Tornado. Het is met zijn 1 minuut veertig nog altijd een hoogtepunt in de Nederpopgeschiedenis (‘zuinig mondje gaat van kwekkwekkwekkwek’).
Amsterdam kreeg zijn eigen platenzaak gespecialiseerd in punkmuziek (No Fun), er ontstonden naast 1000 Idioten tal van andere platenlabels zoals Plurex en Torso want in navolging van Groot-Brittannië had ook hier de Do It Yourself gedachte postgevat.
Wat overigens niet wegnam dat de belangrijkste Britse punkdebuutalbums van The Clash, de Sex Pistols en de Stranglers allemaal bij een ‘major’ uitkwamen. Het enige ‘indie-label’, een woord dat eigenlijk pas later veel gebruikt zou worden, dat hier veel aandacht kreeg was het Stiff-label waarop The Damned en Elvis Costello debuteerden.
De smaakmakers van dat moment zoals radio dj’s van de VPRO, KRO en VARA die aandacht besteedden aan elpeemuziek, en popjournalisten verkozen in 1977 samen Elvis Costello’s My Aim Is True tot plaat van het jaar, boven de Sex Pistols, The Stranglers, Television en Blondie.
Stuk voor stuk albums trouwens die geen enkele bedreiging vormden voor de mainstream. De meest succesvolle elpees van dat jaar waren Rumours van Fleetwood Mac en het in de laatste weken van 1976 verschenen Hotel California van The Eagles. Verder in de top tien van dat jaar: Abba, Ennio Morricone en Neil Diamond. Dus om nu te zeggen dat punk in 1977 de complete popmuziek in zijn greep had, nou nee.
De Sex Pistols brachten in 1977 een reeks klassieke popsingles uit: God Save The Queen, Anarchy In The UK en Pretty Vacant, maar als ik nu met het pistool op mijn borst een keuze moet maken tussen Never Mind The Bollocks Here’s The Sex Pistols en Rumours van Fleetwood Mac kies ik voor de laatste, en zonder pistool op mijn borst trouwens ook.
De belangrijkste, meest invloedrijke artiest van 1977 heette ook geen Johnny Rotten maar David Bowie. Niet alleen bracht hij dat jaar twee van zijn betere platen uit Low en Heroes, hij was ook de man achter de wederopstanding van Iggy Pop, die met The Idiot en Lust For Life twee van de meest invloedrijke platen van het decennium zou maken.
Het zijn deze vier platen die in de latere postpunk-jaren van een onschatbare waarde bleken. Hoe opwindend, opruiend en opzwepend de Sex Pistols ook waren, in wezen speelden ze gewoon rock ’n roll. De muzikale vernieuwing uit 1977 kwam van David Bowie, die zich in Berlijn weer door Kraftwerk en Duitse Krautrock had laten inspireren. Een plaat als The Idiot was voor een band als Joy Division minstens zo belangrijk als dat Sex Pistols debuut.
1977 was in Nederland meer een soort overgangsjaar. Het leuke was vooral dat punk wel heel inspirerend werkte op creatieve geesten zonder muzikale scholing. Je hoefde niks te kunnen om een plaat uit te brengen. Een goed idee, een nieuw refreintje, mooie klank, of hartverscheurende oerschreeuw was genoeg. De DIY gedachte zou tot heel veel heel erg opwindende pop leiden en ook tot heel veel onzin. Maar 1977 luidde wel een fase in de popgeschiedenis in waarin er een zeldzaam grote creativiteit en vernieuwingsdrang heerste. De postpunk jaren 1978-1984 waren prachtige jaren.
No Future: 1977, het jaar dat punk in Nederland begon
God Save The Queen van The Sex Pistols is de Song Van Het Jaar
In 1977 viel het eerste Kabinet Den Uyl, waren er Molukse gijzelingsacties in een trein bij De Punt en een lagere school in Bovensmilde en overleed Elvis Presley. Het was ook het jaar dat algemeen wordt aangewezen als die van een revolutie in de popmuziek.
Naar aanleiding van de tentoonstelling God Save The Queen die op 2 maart opent in het Centraal Museum in Utrecht, blikt de VPRO uitgebreid terug op de periode 1977-1984, onder de titel No Future.
Songs van het jaar 1977
1. Sex Pistols - God Save The Queen
2. Iggy Pop - Lust For Life
3. Talking Heads - Psycho Killer
4. Plastic Bertrand - Ca Plane Pour Moi
5. The Stranglers - No More Heroes
6. Ian Dury - Sex & Drugs & Rock & Roll
7. David Bowie - Heroes
8. Bob Marley & The Wailers - Jamming
9. Television - Venus
10. Paul Tornado - Van Agt Casanova