Plato Rotterdam sluit: vergrijzing, markt en belabberde popcultuur

Dick van Dijk (Plato): “Dit zijn de laatste stukjes van hoe het ooit was”

Atze de Vrieze ,

Rotterdam verliest opnieuw een platenzaak. Plato Rotterdam sluit naar alle waarschijnlijkheid per januari de deuren. Er wordt nog wel gezocht naar een potentiële nieuwe eigenaar, maar feit is dat de huidige baas – Rein Mos – ermee stopt. Naast de teruglopende markt voor fysieke geluidsdragers lijken de vergrijzing van de sector en de belabberde popcultuur in de Maasstad een belangrijke rol te spelen. Dick van Dijk, baas van de Plato groep: “Het komt natuurlijk door het gebrek aan perspectief. Als het een gouden handel was stonden ze in de rij. Maar je kunt met veel enthousiasme en liefde van een winkel als Plato Rotterdam prima leven.”

Dat de markt voor fysieke geluidsdragers al jaren onder druk staat, is geen nieuws meer. Ook dit jaar worden weer minder cd’s verkocht. De gouden tijden van de platenzaak zijn voorbij. Plato Rotterdam opende exact aan het begin van zo’n gouden periode, in 1988. “Wij waren de eerste winkel in Rotterdam met alleen maar cd’s”, herinnert Rein Mos zich. “Het was precies het moment dat het aanbod groot genoeg werd om er een hele winkel mee te vullen. Er volgde een enorme vervangingsmarkt, iedereen die LP’s thuis had staan wilde ze opnieuw hebben op cd, zonder gekraak. Het was een fantastische tijd voor de platenzaak. Nu komt de LP weer een beetje terug en ziet de wereld er heel anders uit. De muziekbeleving is enorm, maar je kunt het overal vandaan halen.”

Popcircuit op zijn gat
Ondertussen ligt het popcircuit van Rotterdam al jaren op zijn gat, en dat is volgens Mos ook voor platenzaken een probleem. “Dat was absoluut een factor. Als je kijkt naar een stad als Utrecht, daar heb je verschillende podia, waar iedere groep terecht kan. Ik kreeg net weer de lijst concerten in Tivoli binnen. Allemachtig. Mensen gaan daar naar concerten. Een festival als Le Guess Who? is sterk verbonden met de popcultuur. Onze winkel is erbij betrokken, er zijn instores in andere winkels. Er is volk op de been en daar wordt iedereen blij van. In Rotterdam hebben we Rotown, een prachtig podium, maar met de sluiting van Watt is een groot stuk popcultuur verdwenen. Er is geen continuïteit meer. Ik hoor bijna nooit meer van mensen in de winkel dat ze naar een concert in Rotterdam geweest zijn. Zelfs Rotterdamse bands willen tegenwoordig het liefst hun cd presenteren in Paradiso.”

Dick van Dijk merkt inderdaad een sterke samenhang tussen de gezondheid van winkels en hun verbondenheid met een levendige popcultuur in een stad. Hij noemt de Plato-winkels in Groningen, Utrecht en Concerto in Amsterdam als sterke voorbeelden daarvan. “Je spreekt elkaars klanten voortdurend, kunt samenwerken. We verkopen tickets, organiseren instores, soms zelfs tourtjes, zoals met Sean Rowe, die in Utrecht, Groningen en Zwolle speelde. Wij draaien de film Searching For Sugarman in popcentra, bij ons kunnen mensen de dvd kopen. Dat hoort bij de hedendaagse winkelcultuur. Je moet leuke dingen doen, mensen komen niet meer vanzelf. Belevingswinkels werken, winkels waar je naast muziek ook kleding of boeken kunt kopen. Dit zijn de laatste stukjes van hoe het was, de toekomst van de platenzaak begint zich zo langzamerhand wel af te tekenen.”

Boeken, films
Volgens Van Dijk ligt de toekomst dan ook in de kruisbestuiving met andere culturele uitingen. Niet alleen poppodia, maar ook boekenzaken en filmwinkels. De boekenbranche heeft het op dit moment ook moeilijk en staat daardoor misschien wel meer dan ooit open voor samenwerking, merkt ook Van Dijk. In het Noord-Hollandse Schagen is de samenwerking met een boekhandel een succes, net als in Deventer, waar sinds vorig jaar geen zelfstandige Plato-winkel meer is. “In Deventer loopt het nu beter dan toen het nog een losse winkel was. In Zwolle zit onze zaak tegenover de Broerenkerk, die voor veel geld verbouwd is. De kerk zit aan het conservatorium vast, er komt een podium, een boekhandel, en wij verhuizen er heen. Dat moet in het voorjaar open gaan. Zes jaar geleden reageerde de boekenbranche ook al enthousiast, tot ze de marges in de muziek zagen. Oh, laat maar, hoorde je dan. De boekensector is opvallend sterk beschermd, door het lage BTW-tarief, door de vaste boekenprijs. Daardoor hebben ze relatief rustig lang op hun stoel kunnen zitten en hun geld kunnen verdienen.”

Met vlaggenschip Concerto in Amsterdam (waarin onlangs een koffie-boeken-hoek geopend werd) gaat het intussen verrassend goed, vertelt Dick van Dijk. De winkel kreeg een flinke knauw doordat de Utrechtsestraat lange tijd open lag, maar 2012 is zeker een beter boekjaar dan 2011. “Concerto loopt fantastisch. En dat is opvallend, want ik hoor van redelijk bekende winkels over een terugloop van wel dertig procent.” Het probleem van Concerto is veelzeggend: een straat in verbouwing kan een relatief kleine winkel flink in problemen brengen. Veel platenzaken struikelen over huurverhogingen op hun A1-locaties (niet meer van deze tijd, zegt Van Dijk).

Vergrijzing
De kracht van de onafhankelijke platenzaak is de individuele insteek, het directe contact met de klant. Maar het is ook de zwakte. Zo ziet de platenzakenbranche zich ook geconfronteerd met een toenemende vergrijzing. Dertig jaar geleden begon je nog rustig en ambitieus op je 25ste je eigen platenzaak, nu gebeurt dat nauwelijks meer. “Bij Concerto is het nog altijd geen enkel probleem om geschikte jonge mensen te vinden om in de winkel te werken”, zegt Van Dijk. “Maar ze doen het nu een paar jaar en gaan vervolgens plannen maken voor de rest van hun leven. Er is natuurlijk ook geen droog brood te verdienen. Wij zouden de oude knarren ook graag goed willen betalen, maar dat is niet mogelijk. Echt carriere maken achter de kassa is er niet meer bij. Dat zie je overigens in de hele detailhandel. Ook bij de Albert Heijn zie je een of twee 35-plussers en voor de rest scholieren, die op hun 18e bedankt worden omdat ze te duur zijn. Die jonkies zien dat ook: ik moet of mijn eigen winkel beginnen, of ik moet iets anders gaan doen in de muziekbranche.”