3voor12 bespreekt Album van de Week (50): Hundred Waters

Zelfgetiteld debuutalbum destilleert warmte uit verleden en toekomst

Laurence Tanamal ,

Klassieke muziekstijlen vertonen steeds vaker tekenen van porositeit (kleine openingen in materiaal). Zoals water haast magisch door rotsen sijpelt, zo wurmt alternatieve elektronica zich door genres waarbij dit niet direct voor de hand ligt. Daar zijn groepen als Poliça en The Weeknd met hun mix van r&b en electronica, en Four Tet en The Books met hun folktronica voorbeelden van. Dit jaar verscheen het debuutalbum van Hundred Waters, een band die twee niet met elkaar harmoniërende stijlen nog subtieler weet te verweven dan de eerder genoemde bands, met een groter aandeel voor klassieke folk. Hundred Waters is verkozen tot 3voor12 Album van de Week.

Hundred Waters is een vijfkoppige band uit Florida, bestaande uit jeugdvrienden die al jaren muziek uitbrengen onder andere pseudoniemen. Eerder dit jaar mochten zij zich de eerste indieband noemen die een contract tekende bij OWSLA, het dubsteplabel van Skrillex. Op het eerste gezicht een opvallende combinatie, maar al luisterend naar hun debuutalbum doet Hundred Waters qua elektronica-experimenten niet veel onder voor een naam als Skrillex en andere labelcollega’s, al opereert Hundred Waters op een volledig ander gebied. Een aantal van de bandleden, onder wie zangeres Nicole Miglis, is klassiek geschoold en speelt piano en fluit. Zo ontstaat er in hun muziek een authentieke ambiance doordat er moderne technieken verwikkeld worden met een organisch geluid, alsof er een ruimteschip in de Middeleeuwen landt. Het album is op zo’n effectieve wijze geproduceerd dat het soms moeilijk is om het ‘ouderwetse’ instrumentarium te onderscheiden van de aanwezige futuristische technieken.

Zowel de stijl als de invloeden van de band zijn zeer uiteenlopend. Zo hoor je in Me & Anodyne een vlaag Stereolab terug en doet de zang bij Caverns en Gather denken aan Björk (ook zo’n stijlenblender). Naar eigen zeggen is Hundred Waters geïnspireerd door de Noorse band Jaga Jazzist, wiens samplestijl doet denken aan dat van henzelf. Het uiterste experiment van het album is het in morse-code getitelde nummer • • • — — — • • • (dat voor S.O.S. staat), dat rijk is aan sfeervolle klanken, gebroken beats en gesampelde vocalen. Dit nummer duidt ook de tegenstrijdigheid in hun muziek op secure wijze: nadat er naar een duistere ondertoon toe is gewerkt, slaat de muziek over naar een opgewekt ‘lalala’-zanglijntje.

Alhoewel Miglis een getalenteerd vocalist en songschrijver is, is openingsnummer Sonnet gebouwd om het sonnet Lift Not The Painted Veil (gepubliceerd in 1824) van de 18e eeuwse Britse romantisch dichter Percy Bysshe Shelley:

Lift not the painted veil which those who live
Call Life: though unreal shapes be pictured there
And it but mimic all we would believe
With colours idly spread,--behind, lurk Fear


Miglis zelf put uit eenzelfde romantiek (al dan wel wat moderner) en dan met name met een voorliefde voor de natuur. Zo zingt zij op Boreal niet over de schoonheid van een natuurlijk product, maar over het intrigerende daaromheen:

It's not the land's comestible goods, not the berry that I seek
But the way it hangs on the arrow wood
And I am not after that snowy shawl
But the way the faint flakes float and fall


De naam Hundred Waters kan herleid worden tot de Oostenrijkse kunstenaar/architect Friedensreich Hundertwasser (1928-2000), voor wie de band veel bewondering heeft. Diezelfde Hundertwasser deed ooit de semi-beroemde uitspraak ‘an uneven floor is a melody to the feet’, omdat zijn Hundertwasserhaus golvende vloeren heeft.

De atmosfeer van Hundred Waters golft net zo, aangezien de warme folk regelmatig omgebogen wordt naar abstracte elektronica, maar van een aanwezige melodie is altijd sprake. Zo zoeken zij volgens zichzelf op het nummer Wonderboom niet de melodie in de tonen, maar in het ritme. Allerlei van dit soort onconventionele benaderingen van musiceren zorgen ervoor dat Hundred Waters een breed spectrum aan stijlen biedt, waar er net zoveel inspiratie wordt geput uit een verleden van muziek en woorden (zoals van een Percy Bysshe Shelley) als uit de verre toekomst.