Vandaag (dinsdag) is de CMJ Music Marathon begonnen. Meer dan twaalfhonderd bands verspreid over vijf dagen in down town New York City. Kiezen is bijna onmogelijk daar er naast het officiële programma nog meer onofficiële feestjes worden georganiseerd. Van café’s die hun drankomzet op willen krikken, (lokale) radiostations, tot grote en kleine merken die zich graag verbinden aan de muziek van morgen.
De Bowery Ballroom bevindt zich op de hoek van Delancey en Bowery. De eerste straat loopt over in de Williamsburg Bridge richting Brooklyn. Bowery zelf is een vreemde brede straat met honderden lampenwinkels, keukenbenodigdheden en industriële producten. En dan zit je dus in hartje Manhattan. De zaal zelf ziet er van buiten werkelijk niet uit, maar eenmaal afgedaald naar de kelder kom je in een stijlvolle lounge die doet denken aan de kelder van Weber/Kamer 401 bij het Amsterdamse Leidseplein. Twee smalle trappen aan de andere kant van de lounge leiden je naar een zaal die zeker door kan gaan voor ballroom. De hoge ruimte zou wel achthonderd man kunnen huizen, was het niet dat in naam van de wetgever maar 498 bezoekers worden toegelaten. Met hout op de vloer, kitchy jugendstil lampjes en bronskleurige satijnen gordijnen voor het podium ontstaat een barokke sfeer. Zoals in zoveel zalen is ook hier geen backstage ruimte voor de apparatuur van bands die nog moeten spelen, dus staat alles in een hoek van de zaal met een lintje er omheen.
Later deze week staan in de Bowery Ballroom Arctic Monkeys, Dum Dum Girls, Odd Future, BB King en The Drums. Vandaag begint de avond met het jonge Hospitality uit Brooklyn. Het is een leuke schizofrene band. In eerste instantie zijn ze makkelijk te verwarren met een lief en nerdy Scandinavisch bandje dat popliedjes speelt over liefde en de hond van de buren. Tegelijk heeft het een scherpe kant die doet denken aan Sonic Youth en Deerhoof. Zangeres Amber Papini kan het ene moment een SoKo-achtig liedje aanzwengelen om vervolgens in Los Campesinos! of Yuck stijl de boel om te gooien en met knappe breaks haar drie mannen te dirigeren naar een spetterend orgasme. In januari volgt het debuutalbum via Merge Records waar ook Arcade Fire, She & Him en Wye Oak onder contract staan.
Iets verder in noord-oostelijke richting ligt Ludlow Street waar Strokes voorman Julian Casablancas op zijn solodebuut een prachtig liedje over schreef. De straat doet denken aan de Groninger Peperstraat vol muziekcafe’s, winkeltjes en kleine restaurants. The Living Room zit er bijvoorbeeld, maar in The Cake Shop is het vanavond feest. Het Australische The Grates is overgevlogen en mag in een afzichtelijke pijpenla-kelder de boel op stelten zetten. Het is een rock-’n-roll trio dat door de gulden strot van zangeres Patience Hodgson soms aan (The) Gossip doet denken. Patience is een lekker ding dat flirt met de camera’s en en na elk nummer de halve zaal high five’d. Haar enthousiasme is aanstekelijk en wanneer ze op de monitor klimt en het plafond zoent heeft ze de hete kelder mee. Denk aan Yeah Yeah Yeah’s met Von Bondies en soms een snufje grunge gitaren: enorm charmant en energiek, maar ook een beetje van zes jaar terug. Een ideale band voor London Calling.
Een paar deuren verder zit Pianos waar in de twee ruimtes de hele avond bands back-to-back geprogrammeerd staan. Korte shows waarbij het snel alles of niets is. Daar kunnen we dus ook kort over zijn:
Tall Ships
Vriendelijke melodieuze ‘mathcore’ van de warmste soort uit Brighton, UK. Prachtige vocalen in de lijn van Foals en Thom Yorke met dwingende gitaren en stuwende drums. Een Fool’s Gold afrobeat-gitaargeluid gecombineerd met Battles percussie en scherpte. Er wordt ook hier ouderwets bizar hard doorheen geluld, maar het brengt Tall Ships niet van de wijs. Ze winnen de zaal voor zich met een sterke set.
A Lull
Pretentieuze ritmische indierock met onbehouwen ijle zang van een opvallende voorman. Met een dubbele drum ontstaat een Slagerij van Kampen sfeer die door diepe synths tot een muur van geluid wordt gesmeed. Het doet Brits aan al komen de heren uit Chicago. Doet denken aan Underworld, Bloc Party, Battles en af en toe wat LCD Soundsystem. Ondanks een beestachtige ritmesectie toch vaak net niet. Afgelopen april kwam het album Confetti uit, ook de zanger lijkt niet op te kijken van het feit dat maar drie man in de zaal deze plaat heeft gehoord.
Indian Rebound
Indian Rebound wil de muziek van Smith Westerns en Strange Boys combineren en slaagt daar best aardig in. De tieners zijn echter nog te geforceerd en zelfbewust aan het performen. De slepende rammelrock met klaagzang heeft veel potentie, maar kom over anderhalf a twee jaar nog maar eens terug.
Tiny Victories
Ja! dit is leuk. Anderhalf uur voor de show heeft de manager van Tiny Victories deze gig geregeld. Een übernerd met knopjesfetisj en een langharige drummer slopen dit zaaltje; uitgelaten en meeslepend. Het doet denken aan Fuck Buttons, maar de noisy geluidsmuren worden niet agressief of donker, maar juist heel melodieus en dansbaar ingezet. Nineties computerdrums met corny handclaps en zang in de lijn van Phil Collins, Caribou en Yeasayer. Deze antihelden mogen zo geboekt worden voor Pitch festival of 5 Days Off. Af en toe neigen de blije synths iets te veel naar Moby, maar dat is ze vergeven.
Cuckoo Chaos
Cuckoo Chaos uit San Diego doet denken aan een poppy Ganglians met opnieuw die Fool’s Gold geluiden en typische Vampire Weekend samenzang. Het spelplezier spat er vanaf en dat is ook wel eens leuk om te zien, veel bands lijken hier toch het gevoel van een auditie over te brengen. Kan zo naar Nederland, dansen gegarandeerd.
Gauntlet Hair
Gauntlet Hair is de band waar deze avond de grootste buzz om heen hing. Het debuutalbum (nu op de luisterpaal) van dit duo uit Denver, Colorado is net uit en word goed ontvangen. Live is het duo aangevuld tot een kwartet en brengt het hun noisy shoegaze-achtige popliedjes met zware, vaak vervormde drums met een glimlach. Ze zijn zichtbaar blij met de aandacht en rechtvaardigen met een zelfbewuste en uitbundige set de buzz van de avond.
Tot slot nog wat lessen uit New York:
- Rietjes hebben hier hoedjes. Wel zo hygiënisch en het sluit de flesopening af, handig tegen GHB en Rohypnol.
- Oei, wat hebben de pauze-dj’s hier een goede muzieksmaak. Men draait in de lijn van de act en verwijst naar de muziekhistorie van waaruit de bands putten.
- Climate control, het is en blijft een vak. Een vak dat Amerikanen blijkbaar beter verstaan dan Nederlandse zalen.
- Stolichnaya wodka in alle smaken van de wereld. Komt u maar door hoor.
- Meer meisjes bij moeilijke/scherpe bandjes. Zoiets dwing je niet af, maar het is wel zo leuk. De college radio stations die hier op CMJ hun jaarlijkse feestje vieren, moeten hier haast wel een belangrijk aandeel in hebben. Soms is de verhouding gewoon 60/40 in het voordeel van de vrouwen.