Le Guess Who: John Maus is een fascinerende anti-performer

Eenmansact tot in het absurde

Atze de Vrieze ,

Onlangs haalde John Maus zich de woede van platenzaakeigenaren op de hals door te zeggen dat hij niet kon wachten tot ze allemaal dicht gingen. Dat klinkt als een onzinnige provocatie, maar met een beetje goede wil past het wel binnen het theoretisch kader dat deze muzikant probeert te schetsen. Hij rept in interviews bijvoorbeeld over het schrijven van een nieuwe taal voor het interpreteren en duiden van muziek, nieuwe technieken waarin de regels niet langer voor lief genomen worden. Dat idee zet hij om in een eenvoudige maar tamelijk bizarre liveshow.

Eenmansact tot in het absurde

Onlangs haalde John Maus zich de woede van platenzaakeigenaren op de hals door te zeggen dat hij niet kon wachten tot ze allemaal dicht gaan. Dat klinkt als een onzinnige provocatie, maar met een beetje goede wil past het wel binnen het theoretisch kader dat deze muzikant probeert te schetsen. Hij rept in interviews bijvoorbeeld over het schrijven van een nieuwe taal voor het interpreteren en duiden van muziek, nieuwe technieken waarin de regels niet langer voor lief genomen worden. Dat idee zet hij om in een eenvoudige maar tamelijk bizarre liveshow.

GEZIEN
John Maus, Le Guess Who, EKKO, 27-11-2011

MUZIEK
Maus 'speelt' nummers van zijn nieuwe album We Must Become The Pitiless Censors Of Ourselves, een album dat geheel in lijn van de titel verder gaat dan een beetje zelfreflectie. Muzikaal grijpt hij terug op de synthpop, wave en italo disco uit begin jaren tachtig. Soms switcht de gevoelstemperatuur binnen een song zomaar van donker en pretentieus naar ironisch lichtvoetig. Naast een carrière in de politieke filosofie kennen we Maus ook als voormalig bandlid van excentriekeling Ariel Pink.

PLUS
Maus start zijn set met Quantum Leap, een van de sterkste liedjes van die nieuwe plaat. Eens even kijken hoe hij het technisch aanpakt. Het is lastig te zien van achteruit de kleine EKKO. Een band heeft hij niet, zoveel is duidelijk. Wel een synthesizer of iets dergelijks? Verdomd, nee. John Maus heeft een apparaatje vooraan op het podium liggen, waar hij tegen het eind van ieder nummer even naast knielt, om zonder tussenpauze het volgende nummer aan te zetten. Wel praat-zingt hij, door een wirwar aan galmpedalen. Een ordinaire tape-act? Maar wacht, er is hier meer aan de hand. Maus - eenvoudige blouse en spijkerbroek - besprenkelt zich tussen elk nummer met water uit een flesje, zodat hij er na vier liedjes uitziet alsof hij zweet als een otter. Hij loopt heen en weer, buigt zichzelf manisch op en neer, ijsbeert met zijn hand in zijn broek en trekt een hoofd alsof hij alles geeft. Als Hans Teeuwen die een getormenteerde kunstenaar nadoet.

MIN
Een totale non-act dus, die lang niet door iedereen begrepen wordt, en waarvan je je kunt afvragen hoe ver de houdbaarheidsdatum ligt. Langer dan een halfuur duurt de set ook niet, en dat is precies goed.

CONCLUSIE
Maar opvallend veel mensen in EKKO begrijpen duidelijk wel waar Maus mee bezig is. Dat mag een compliment heten aan dit festival. Er wordt wel eens gemopperd over het gebrek aan avontuurzin bij het Nederlandse muziekpubliek, maar wie niet een beetje moeite doet om dit te begrijpen, kan het niet anders dan belachelijk vinden. Het helpt overigens dat de liedjes simpelweg heel sterk zijn. … And The Rain klinkt als een melancholische Joy Division, Keep Pushing On als een klassieke Moroder-productie op een half vergaan cassettebandje, maar net goed genoeg om op te dansen. En dat gebeurt. John Maus, een wonderlijke jongen die vragen oproept. Verfrissend.

CIJFER

8