Le Guess Who: Gary War vooral curieus

Klus geklaard, op naar de volgende

Tekst: Marc van der Laan, foto's: Jorg Roosma ,

Gary War maakt uptempo lo-fi synthpop die teruggrijpt naar de jaren zeventig en tachtig. Kortom, hetzelfde idioom waarbinnen John Maus afgelopen zomer voor een kleine hype zorgde met zijn album We Must Become the Pitiless Censors of Ourselves. De status van Maus heeft War nog niet, maar misschien dat de tour die ze nu samen doen daar verandering in zal brengen. Op de laatste avond van Le Guess Who staan de twee achtereenvolgens in EKKO, beiden in hun eentje.

Klus geklaard, op naar de volgende

Gary War maakt uptempo lo-fi synthpop die teruggrijpt naar de jaren zeventig en tachtig. Kortom, hetzelfde idioom waarbinnen John Maus afgelopen zomer voor een kleine hype zorgde met zijn album We Must Become the Pitiless Censors of Ourselves. De status van Maus heeft War nog niet, maar misschien dat de tour die ze nu samen doen daar verandering in zal brengen. Op de laatste avond van Le Guess Who staan de twee achtereenvolgens in EKKO, beiden in hun eentje.

CONCERT
Gary War, Le Guess Who?, EKKO, 27 november 2011

MUZIEK
Lo-fi synthpop met elementen van shoegaze en garagerock, die duidelijk geïnspireerd is door wave-bands uit jaren zeventig en tachtig zoals Joy Division, Depeche Mode, OMD en New Order, om er maar een paar te noemen. Over de synthpop-basis speelt War gitaar met veel echo en flanger. Zijn vervormde stem is zo zacht weggemixt dat hij nauwelijks te verstaan is.

PLUS
Op een versterker en gitaar na is het podium van EKKO bijna helemaal leeg gemaakt voor het optreden van War. Bijna uit het niets begint de man, die op het eerste gezicht een roadie leek te zijn, te spelen. Blijkbaar is het toch echt de hoofdpersoon zelf. De tape met het eerste nummer start en War begint met zijn zwaar vervormde gitaarpartijen. Met de haren voor de verwilderde ogen declameert hij zijn ook al vervormde teksten in de microfoon. Die look komt bekend voor... Ja, natuurlijk: Jay Reatard, maar dan de autistische versie.

MIN
De afstandelijke performance voegt erg weinig toe aan de tape. De vormeloze gitaarpartijen doen daar eerder afbreuk aan. Het tempo waarmee War zijn nummers er doorheen jaagt, roept de vraag op of hij hier eigenlijk wel wil staan. Het einde van zijn optreden is dan ook typerend: War hangt de microfoon naast de standaard en loopt naar de achterkant van het podium om daar zijn gitaar weer in de koffer te stoppen. Klus geklaard, op naar de volgende.

CONCLUSIE
Wat War op plaat doet is bijzonder. De manier waarop hij daar live invulling aan geeft, heeft vooral een hoog curiositeitsgehalte, maar voegt muzikaal verder erg weinig toe.

CIJFER
4