Le Guess Who: Endless Boogie solliciteert naar de Titty Twister

Diep en vies, op de groove en lekker soleren

Atze de Vrieze ,

Stephen Malkmus, headliner van de eerste Le Guess Who avond, toonde zich een groot fan van Endless Boogie, een psychedelische rockband uit New York. Zo groot dat hij de band in 2010 al eens uitnodigde op het festival All Tomorrows Parties, toen dat gecureerd werd door zijn band Pavement. Vanmiddag deelden ze al even het podium voor een blokje classic rock in de 3VOOR12 sessie, vanavond staat Endless Boogie aan zijn zijde in de grote zaal van Tivoli.

Diep en vies, op de groove en lekker soleren

Stephen Malkmus, headliner van de eerste Le Guess Who avond, toonde zich een groot fan van Endless Boogie, een psychedelische rockband uit New York. Zo groot dat hij de band in 2010 al eens uitnodigde op het festival All Tomorrows Parties, toen dat gecureerd werd door zijn band Pavement. Vanmiddag deelden ze al even het podium voor een blokje classic rock in de 3VOOR12 sessie, vanavond staat Endless Boogie aan zijn zijde in de grote zaal van Tivoli.

GEZIEN
Endless Boogie, Le Guess Who, Tivoli Oudegracht, 24-11-2011

MUZIEK
Endless Boogie vernoemde zich naar een plaat van bluesicoon John Lee Hooker uit 1971 en refereert nadrukkelijk aan rockbands uit hetzelfde decennium als Canned Heat, maar eigenlijk meer nog aan obscuurder spul uit die tijd. Bands als Hairy Chapter, Coloured Balls en Groundhogs noemen ze zelf. Namen die de gemiddelde luisteraar weinig zullen zeggen, maar frontman Paul 'Top Dollar' Major wel, want hij is een berucht verzamelaar van muziek uit die tijd. Echte recordcollectorsmuziek dus.

PLUS
Wel, Endless Boogie dus, geen coupletten of refreinen, zelfs geen riffs, gewoon hangen in die groove en soleren. Het zijn lange nummers zonder kop en staart, zonder climax ook. Deze band is welhaast een karikatuur, versterkt door het lange, sluike haar van de frontman en de diepe groeven in zijn gezicht. Hij oogt als de eigenaar van een whiskytent langs de highway, met kogelgaten in de bar. Als de gepensioneerde huurmoordenaar, die nog dikwijls terug denkt aan de tijd dat hij met niet meer dan een bot mes mensen omlegde. Hij mompelt iets onverstaanbaars over 1973, en iets over 1972. Het is allemaal best.

MIN
Opvallend bandlid is trouwens bassist Matt Sweeney, bekend van zijn plaat met Bonnie Prince Billy en uit bands als Chavez en Zwan. Jazeker, die Smashing Pumpkins spin-off. Als bij de laatste jam Stephen Malkmus de bas overneemt van Sweeney en die doorschuift richting microfoon realiseer je je ineens dat die Paul Major helemaal zo'n goede zanger niet is. Nee, niet inruilen, dat is zonde. En vooruit, niet al het gitaarwerk is splijtend. Vooral aan het begin is de mix ook niet helemaal op orde. Dat de bas hard staat is goed, maar die leadgitaar willen we ook horen. Dat wordt gaandeweg wat beter, maar echt vol wil het maar niet klinken.

CONCLUSIE
Het eind is het best van dit merkwaardige optreden, zonder een echt hoogtepunt en zonder echte liedjes. Het is wat het is, je kunt er voor vallen en je kunt het flauwekul vinden. Maar zet deze band in de Titty Twister op Lowlands 2012, met de mooiste verlopen meiden er omheen, en het wordt een doorslaand succes van Ivo Niehe-achtige proporties. Diep en vies.

CIJFER

7