Op de voorkant van zijn derde volwaardige Atlas Sound album Parallax poseert Bradford Cox als een stijlvolle crooner, met een peperdure jaren vijftig microfoon. Op de achterkant is hij afgebeeld als James Dean-achtig Hollywood-icoon, het haar in een vetkuif naar achteren. Maar bij een tweede blik valt de bleke tint van de zanger op, en de scherpe jukbenen die vrij vallen door zijn ingevallen wangen. Het is een vernuftig beeld, een slimme knipoog naar het verval van glamour en romantiek.
Fotograaf Mick Rock, die de foto's schoot, creëerde vaker zo'n beeld. Op Transformer bijvoorbeeld, het klassieke Lou Reed album uit 1972, waarop de zanger met net zo'n ingevallen, bleek gezicht poseert, door de fotograaf extra benadrukt door de foto in zwart wit en met extra veel contrast af te drukken. Ergens klinkt titelnummer Parallax inderdaad als de eenzame morning after van Reed's Walk On The Wild Side, als Cox zingt: "He gave me pain, gave me bruises. After the first time, the muscle loosens."
Bradford Cox kennen we vooral als frontman van Deerhunter, de band waarmee hij vijf studio-albums uitbracht. Het meest recente, Halcyon Digest, stamt uit 2010 en werd wereldwijd lovend ontvangen. Atlas Sound is Cox in zijn eentje, al is het veel te eenvoudig om hem dan maar een singer-songwriter te noemen. Live bouwt hij nummers zorgvuldig op, laag voor laag, loop voor loop. Niet zelden met improvisatie als leidraad, zowel muzikaal als tekstueel. De verschillende geluidslagen worden overvoerd met allerlei effecten, op een manier die we kennen van tijdgenoten Animal Collective.
Op Parallax speelde Cox vrijwel alle instrumenten zelf in. Een nummer als Te Amo - al een tijdje op het live-repertoire - laat goed horen hoe dat in zijn werk gaat. Cox speelt op zijn piano twee tegengestelde patronen in, die hij afwisselend als loop gebruikt. Zo ontstaat een vloeiend patroon - zachtjes golvend - waarover hij voorzichtig nieuwe instrumenten drapeert: spaarzame drums (nooit een kickdrum), bas, zijn karakteristieke Gretsch gitaar. "When you're down you're always down", zingt Cox met zijn heldere, soms haast transparante stem. Het is typisch dat het liefdesliedje ('Te Amo' betekent immers 'ik hou van je') niet eindigt in stomende seks, maar in het tegenovergestelde: "We will go to sleep and we'll have such strange dreams."
In de loop der jaren lijken Deerhunter en Atlas Sound steeds meer samen te vloeien tot een signature sound van Bradford Cox: slow motion muziek, waarin door slimme geluidsmanipulatie instrumenten en vocalen in elkaar lijken over te vloeien. Op Halcyon Digest kruiste Deerhunter garagerock met ambient (wonderlijk, maar het werkte), Atlas Sound is vaak nog wat trager, en als het niet werkelijk zo is, voelt het zo door de echo's en de timing. Meest typerend zijn een galmende song met een soort French touch als Modern Aquatic Nightsongs, de ambientpop van Doldrums en de abstracte collage Flagstaff. Het lange Terra Incognita heeft een tedere nachtclubsfeer, met een sinister randje: "Carry me home, scare me to the bone".
Tegelijkertijd is Cox steeds meer pakkende liedjes gaan schrijven. Albumopener The Shakes krijgt door de dubbele drums en de sterke gitaarsound een ongeduldig soort energie. Angel Is Broken drijft op een ijzersterke gitaarhook en een zowaar meezingbaar refrein. Mona Lisa (met backing vocalen van MGMT's Andrew Vanwyngarden) is het meest catchy Atlas Sound liedje ooit, vergelijkbaar met de opgewekte Deerhunter-single Revival. Het is die balans - de liedjes laten zweven, maar toch houvast bieden - die maakt dat Bradford Cox momenteel beter is dan ooit tevoren.
Parallax van Atlas Sound verschijnt op 4AD/V2. Het album is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.
3VOOR12 bespreekt Album van de Week (45): Atlas Sound
Parallax is als de morning after van Lou Reed's Walk On The Wild Side
Bradford Cox kennen we vooral als frontman van Deerhunter, de band waarmee hij vijf studio-albums uitbracht. Atlas Sound is Cox in zijn eentje, al is het veel te eenvoudig om hem dan maar een singer-songwriter te noemen. Hij bouwt zijn nummers zorgvuldig op, laag voor laag, loop voor loop, niet zelden met improvisatie als leidraad. Maar hij weet tegenwoordig ook hoe je een pakkend liedje moet schrijven.