"Ik ben niet de stem van mijn generatie", verklaarde Arctic Monkeys-frontman Alex Turner dit weekend in Observer Magazine. Het etiket kreeg hij opgeplakt na de eerste twee albums, die door de Britse popmuziek als twee rechtse directen geïncasseerd werden, platen vol treffende schetsen van het rauwe Engelse nachtleven. Voor een woordvoerder van zijn generatie is Turner in elk geval nogal een mompelaar. Wat hij dan wel is? Een eenvoudige jongen die zijn hart uitstort in popsongs, verklaart hij zelf op het vierde Arctic Monkeys-album Suck It And See. Zo bescheiden gebleven, ondanks die feilloze neus voor gouden melodieën. Je zou hem haast de Lionel Messi van de popmuziek noemen, de man met de vinnige voetbewegingen.
Observeren of duiden doet Turner op Suck It And See steeds minder. Neem Reckless Serenade, een ballade met een plagerig eenvoudige gitaarsolo. "I've been trying to figure out exactly what it is I need. Called up to listen to the voice of reason, and got the answering machine", zingt hij in het refrein. Meer dan voorheen lijken zijn teksten te beginnen bij fraaie beelden, waar langzaam maar zeker een liedje omheen ontstaat. In Black Treacle zingt hij over 'bellybutton piercings in the sky', in Hellcat Spangled Shalalala zingt hij dat 'her steady hands may well have done the devil's pedicure'.
Suck It And See, het is een Engelse uitdrukking die gebruikt wordt om sceptici over de streep te halen. Probeer het nu maar, dan merk je vanzelf of het wat is. Sceptici heeft Arctic Monkeys vooral sinds album nummer drie, Humbug, een ambitieuze, gelaagde plaat. Psychedelischer en langzamer dan de eerste twee. De fans die de band daarmee afschrikte zullen vermoedelijk niet terugkeren, want het tempo gaat nog verder omlaag. Alex Turner heeft de crooner in zichzelf meer de ruimte gegeven. Op Humbug stond het lieflijke Cornerstone, nu zijn er naast Reckless Serenade langzame songs als Love Is A Laserquest, Suck It And See en Piledriver Waltz.
De laatste zou wel eens de aanstichter kunnen zijn van deze nieuwe koers. Turner schreef het voor de film Submarine en nam het op met alleen producer James Ford. Voor het album werd een nieuwe versie opgenomen met de hele band. Zoals veel Arctic Monkeys songs heeft het een opvallende ritmische verschuiving: de wals uit de titel hoor je alleen in het refrein. Het heeft bovendien een typische Alex Turner-zinsnede, zowel qua beeld als klank: "Seems like you've been for breakfast at the Heartbreak Hotel. […] Your waitress was miserable, and so was your food."
Zo'n ritmische twist zit ook in Library Pictures, een liedje met twee gezichten. Het is het hardste nummer van de plaat en het enige dat teruggrijpt op de vroege sound. Er wordt nog steeds gerockt, zeker, maar niet meer zo overtuigend. Don't Sit Down 'Cause I've Moved Your Chair bijvoorbeeld is lang niet hun beste single, al heeft het wel een sterke Stooges-drive en een bizarre tekst. Brick By Brick, het eerste nummer dat naar buiten gebracht werd, deed heel wat wenkbrauwen fronsen. Het breekt regel 7 in het Groot Handboek der Popmuziek: laat nooit je drummer achter de microfoon plaats nemen, zeker niet als je een frontman met een verbluffende timing hebt. Brick By Brick is een eendimensionaal niemendalletje, maar in een opzicht past het wel op Suck It And See: de eenvoud staat centraal.
Meest illustratief daarvoor is de hit van de plaat: Hellcat Spangled Shalalala. Een tamelijk serieus, zelfs dreigend, midtempo liedje in de coupletten, een luchtige meezinger in het refrein; Shalalala. Het is precies die balans die van Suck It And See zo'n knappe plaat maakt. Eenvoudig, transparant en toch razend slim.
Suck It And See van Arctic Monkeys verschijnt op Domino/Munich. De band speelt 23 juni in Paradiso en 19 augustus op Lowlands. Suck It And See is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal. Beluister ook de Pandora's Box playlist met muziek die de band zelf als invloed noemt.
3VOOR12 bespreekt Album van de Week (22): Arctic Monkeys
Suck It And See maakt indruk met plagerige eenvoud en sterke ballads
"Ik ben niet stem van mijn generatie", verklaarde Arctic Monkeys-frontman Alex Turner dit weekend in Observer Magazine. Het etiket kreeg hij opgeplakt na de eerste twee albums, die door de Britse popmuziek als twee rechtse directen geïncasseerd werden, platen vol treffende schetsen van het rauwe Engelse nachtleven. Wat hij dan wel is?