Muzikanten zetten eigen podium op in Amsterdam

Een eerste antwoord op de cultuurbezuinigingen van kabinet Rutte

Tamara Jansen ,

Een groep muzikanten begint in hartje Amsterdam een eigen podium, Splendor, die gefinancierd wordt door muzikanten, lidmaatschapsgeld van (toekomstige) leden en obligaties. Tenminste, als er voor 15 maart genoeg geld is afgedragen aan het Stadsdeel, om de verbouwing tot een podium te financieren. De vereniging wil met de exploitatie niet afhankelijk zijn van overheidssubsidies.

Een eerste antwoord op de cultuurbezuinigingen van kabinet Rutte

Een groep muzikanten begint in hartje Amsterdam een eigen podium, Splendor, die gefinancierd wordt door muzikanten, lidmaatschapsgeld van (toekomstige) leden en obligaties. Tenminste, als er voor 15 maart genoeg geld is afgedragen aan het Stadsdeel, om de verbouwing tot een podium te financieren.Initiatiefnemer Wilmar de Visser heeft een vereniging opgericht, gelijknamig  aan het toekomstige podium. De vereniging wil met de exploitatie niet afhankelijk zijn van overheidssubsidies. De groep bestaat nu uit zo’n 35 mensen, die voornamelijk hun achtergrond hebben in klassiek en jazz.
   
Het doel van Splendor is een plek creëren voor muzikanten om te repeteren en te spelen. Omdat niemand afhankelijk is van subsidies, mag er geëxperimenteerd worden en kan de muzikant zich op geheel eigen wijze ontwikkelen. De muzikanten zitten ook niet vast aan producties en podia, waardoor de vrijheid om te spelen veel groter is.

Een eigen podium opzetten zonder geld van de overheid en grote sponsors. Het klinkt een beetje onrealistisch, maar Splendor heeft een constructie bedacht die het tegendeel kan bewijzen. Ten eerste moet er gezocht worden naar een geschikte locatie. In het centrum van Amsterdam moet dat geen gemakkelijke klus zijn. De Visser: “Ik ben met het plan naar Stadsdeelkantoor Centrum gegaan en ik vertelde dat ik op zoek was naar een geschikte locatie. Zo zijn wij bij een pand gekomen, vlakbij Waterlooplein, wat heel goed past bij wat ik in mijn hoofd had. Met zo’n vijf à zes mensen regelen we nu alle zaken.” Het pand dat aan Splendor toegewezen is, moet nog verbouwd worden. Het Stadsdeel herstelt het gebouw, waarna de vereniging op eigen kosten kan ombouwen naar een podium. De bedoeling is dat er straks drie zalen zijn, voor 100, 60 en 30 man publiek.

Elke deelnemende muzikant betaalt mee aan Splendor en legt duizend euro in. De Visser hoopt ongeveer 50 muzikanten te werven, wat zou uitkomen op een bedrag van 50.000 euro. Mocht een muzikant uit het project stappen, krijgt hij zijn geld terug. Dat iedereen een gelijk bedrag betaalt is volgens De Visser erg belangrijk: “Het is de bedoeling dat iedereen gelijk is binnen het podium. De kans op conflicten is veel groter als de een meer geld inlegt dan de ander. Daarbij is duizend euro een reëel bedrag en is de drempel niet te hoog om mee te doen aan dit project.”

Maar met duizend euro per muzikant is er lang niet genoeg geld om een verbouwing te financieren, laat staan het podium draaiende te houden. Met lidmaatschappen wil de vereniging meer geld bij elkaar krijgen en tegelijkertijd publiek trekken. Er kan een lidmaatschap gekocht worden van 100 euro per jaar. In ruil daarvoor geven de muzikanten het hele jaar door concerten, die gratis te bezoeken zijn voor deze lidmaatschaphouders. Momenteel zit Splendor op driekwart van deze duizend beoogde leden. De 100.000 euro die hiermee binnengehaald wordt, zou een groot deel van de kosten van de verbouwing moeten dekken. “We zijn al een aardig eind op weg met leden”, vertelt De Visser. “Misschien halen wij de duizend niet voor 15 maart, maar dat is niet heel erg. We kunnen zelf tot die tijd ook wat geld inleggen, wat we op den duur weer terug krijgen.” Tenslotte worden er obligaties van duizend euro per stuk verkocht.

Het kabinet heeft het voornemen te snijden in de cultuursubsidies. De regeringspartijen willen dat artiesten zelf meer initiatief nemen om projecten te financieren en minder afhankelijk zijn van subsidies. Met Splendor is er een eerste antwoord op de plannen van het kabinet. De Visser: “Het plan ligt al wat langer op tafel, maar het komt zeker goed uit met de plannen van het kabinet. Ik vind het slecht dat er gesneden wordt in cultuur, maar ik vind het ook een goede zaak dat er aangespoord wordt meer op eigen initiatief te doen. De cultuursector mag best wel eens opgeschud worden.”

De muzikanten van Splendor hebben veelal een achtergrond in klassieke en jazz muziek. De Visser wil andere genres hiermee echter niet uitsluiten: “De groep mag muzikaal best verbreed worden. Het gaat om kwaliteit, fantasie en talent. Het genre is daarbij veel minder belangrijk. Er moet wel rekening gehouden worden met het publiek, want zij zijn een groot deel van onze financiering. En het moet natuurlijk enigszins aansluiten bij het geheel. Iets als heavy metal is bijvoorbeeld wel uitgesloten. Dat past niet.”