“We vroegen ons af wat het meest helse instrument op aarde zou zijn. Het draaiorgel natuurlijk.” De Kift speelde vorige zomer het gevolg van de duivel in een voorstelling tijdens het Oerol festival op Terschelling. Het vormt de basis van Brik, het negende album van de band uit Noord-Holland is een rit door de woestijn met een gewezen zeeman genaamd Admiraal B. Een rit in een stoffige rammelende auto. “Het mechanische van een draaiorgel paste daar goed bij”, zegt frontman Ferry Heijne. “De muziek klinkt volgens de wetten van de machine, met een boek met gaatjes. Ons draaiorgel is overigens meer een draaidrumstel geworden, met een grote trom in de vorm van een olievat en een stofzuiger er in. Draaiorgels zijn altijd kleurrijk en feestelijk, gericht op kinderen, terwijl de mannen die er nurks bij staan niets van die vrolijkheid moeten hebben. Die combinatie vind ik wel mooi.”
Auto handleiding
Zoals altijd is de verpakking van het nieuwe Kift-album een kunstwerkje op zich, een boekwerk met een juten kaft. “Het is gebaseerd op de handleiding van een van de eerste Volkswagens”, zegt Ferry Heijne. “In het midden stond dan de auto, met allemaal pijltjes naar de verschillende onderdelen van de auto. Zo verwijst de foto in het midden van Brik naar de verschillende onderdelen. De vraag naar het nieuwe album is onverwacht groot. Normaal doen we dat met familie en vrienden, maar het liep zo storm dat we via Facebook mensen moeten zoeken om te helpen plakken.”
Dat draaidrumstel is uiteraard de grote blikvanger op het podium, maar er zijn meer opmerkelijke instrumenten. Normaal hoor je bij De Kift vooral knetterend koper, op Brik zijn ook strijkers te horen, en zelfs samples. In Het Land bijvoorbeeld klinkt een fragment van funkband The Mar-Keys. “We spraken af onszelf ondergeschikt te maken aan de techniek, aan het repetitieve element”, zegt Heijne. “Ik vond dat we ook wel eens met samples konden werken. De strijkers waren een manier om ons geluid droger te maken. Door de blazers werd onze muziek tot nu toe vaak geassocieerd met water. Dit verhaal speelt zich grotendeels af in de woestijn. Mijn neef en onze gitarist Pim Heijne heeft zich erop gestort, en het werd steeds mooier.”
De duivel
Brik zou oorspronkelijk net als het toneelstuk op Oerol gebaseerd zijn op De Meester En Margaritha, een boek van de Russische schrijver Michail Boelgakov, een boek waarin de duivel en zijn gevolg neerdalen in Moskou. “Maar uiteindelijk vond ik de duivel als hoofdpersoon toch niet genoeg, en zo is er meer bij gekomen. Het is een verhaal over op de klippen gelopen liefdes.” Het personage Admiraal B wordt gespeeld door Kift-drummer Wim Ter Weele, een wat treurige figuur, die aan het begin van het verhaal met zijn kop onder de motorkap staat. “Desondanks straalde hij genoeg vertrouwen uit om hem een lift te vragen”, zegt Heijne. “Vanaf dat moment wisten we dat we op de goede weg zaten.”
Het zijn beelden die we kennen van De Kift, de zoekers, de dolenden, de eenzamen, op zoek naar geluk. In Melk En Hooi, een kernnummer op het album, zien we dat opnieuw gebeuren. “Is het leven echt zo mooi of denk ik dat alleen maar? We rijden auto, onze buikjes, die zijn gevuld: misschien wacht ons wel geluk.” En even verderop: “Knoop dus in je oren, arme vrienden dit was de mooiste nacht van ons leven. En dat hebben jullie niet eens gemerkt!” “Ik hou van dat soort wijsheden”, zegt Heijne. “Je realiseren dat het misschien wel niet beter wordt dan het nu is, en dat je dat moet koesteren.”
Politieke smeerlapperij
En toch eindigt Brik grimmig, met het titelnummer, en met een soort epiloog: De Laatste Vakman. Dat laatste is een verwijzing naar de harde subsidies op kunst en cultuur, die ook De Kift wel eens zouden kunnen treffen. De groep krijgt sinds 2008 jaarlijks ruim 230.000 euro subsidie van het Nederlands Fonds Voor Podiumkunsten (NFPK+). “Ik vind marktwerking en sponsoring geen vieze woorden, maar je kunt niet van het ene op het andere moment afkondigen dat het zo moet. Weg subsidies, zoek het maar uit. De manier waarop VVD en PVV snijden in kunstsubsidies vind ik pure smeerlapperij. Ze lopen met veel te grote voeten door het kunstlandschap, banjeren alles kapot en schijten er vervolgens ook nog eens op.”
Maar Heijne kijkt ook verder dan zijn eigen portemonnee. Slotnummer Brik gaat over de angst die volgens Heijne in Nederland regeert. “Maar nee, nee! Ze liegen, de mensen, er bestaan helemaal geen Caraibaïsche wateren, noch worden zij bevaren door zeeschuimers, zomin als kruitdamp van kanonnen zich over de golven legt.” Het is een politieke verwijzing die we de laatste jaren niet zo van De Kift gewend waren, al ontstond de band in het kraakcircuit en was het eerste album wel degelijk maatschappelijk georiënteerd. “De punkroots zijn nooit weg geweest”, zegt Heijne. “We zitten nog altijd in een kraakpand. De sfeer van angst, de haat die gezaaid wordt door de PVV, het gebrek aan saamhorigheid, dat vind ik typerend voor de sfeer in Nederland. Het album begint met ‘gij dapperen’, het eindigt met angst. Gelukkig spreekt uit het geheel nog altijd levenslust en een drang naar voren. We zullen nooit het hoofd in de schoot leggen.”
De Kift: “De punkroots zijn altijd gebleven”
Negende album Brik gekleurd door strijkers en draaidrumstel
“We vroegen ons af wat het meest helse instrument op aarde zou zijn. Het draaiorgel natuurlijk.” En dus bouwde De Kift een eigen instrument, een variant op het oud-Hollandse instrument, om hun beeldende tocht door de woestijn te begeleiden. "Draaiorgels zijn altijd kleurrijk en feestelijk, gericht op kinderen, terwijl de mannen die er nurks bij staan niets van die vrolijkheid moeten hebben. Die combinatie vind ik wel mooi.”