5 Days Off dag 1: van hoogtepunt naar hoogtepunt in Paradiso

‘Waar is het feestje? Hier is het feestje!’

Tekst en foto's Erik Zwennes ,

5 Days Off 2011 is begonnen. In Paradiso gaat het los met een schizofrene avond. Een thuiswedstrijd met een goed, maar verkeerd voorprogramma (?). Dan de boel leegvegen en verder met vergane glorie die nog niet vergaan blijkt, een hiphoporkest zonder toeters en ongegeneerd droogneuken op de lompste klanken in tijden. Gekkigheid.

‘Waar is het feestje? Hier is het feestje!’

5 Days Off 2011 is begonnen. In Paradiso gaat het los met een schizofrene avond. Een thuiswedstrijd met een goed, maar verkeerd voorprogramma (?). Dan de boel leegvegen en verder met vergane glorie die nog niet vergaan blijkt, een hiphoporkest zonder toeters, stiekem jointjes roken en daarna nog eens ongegeneerd droogneuken op de lompste klanken in tijden. Gekkigheid.

Dat voorprogramma dus, dat is The Dirt Machine oftewel Tom Trago en San Proper met een retestrakke drummer. Dit is de liveband van beide producers/dj’s, die leunt op het geluid waar ze inmiddels om bekend staan: Italo house en disco. Denk aan een minder liedjesgeoriënteerd LCD Soundsystem, aan !!! (Chk Chk Chk) met wat kraut en eighties elektronica. San Proper is de frontman, zingt, gilt, poseert en geniet van zijn nieuwe rol als ‘rocker’. Zijn lange haren wapperen over het podium, hij flirt met de wel erg jonge meisjes, gooit er een gitaarsolo uit, ramt op de bongo’s en blijkt een geboren zanger. Zelden een Nederlander geloofwaardiger Engels horen praten tegen een Hollandsch publiek. Het is allemaal een drupje smerig, maar door de funk en melodieën van Trago’s toetsen blijft het decent voor het tijdstip en publiek. Een publiek dat hier niet voor komt en er eigenlijk ook niet in komt. Het is als de komiek vóór de strippers. The Dirt Machine eindigt met een soort polka-stoemper waarna het tijd is voor De Jeugd van Tegenwoordig. Voor een ouder publiek, later op de avond, had dit gewerkt. Amsterdam is een leuke en sterke liveact rijker.

De Jeugd van Tegenwoordig is een kek groepje uit Amsterdam. Ze zijn inmiddels drie albums verder en trekken vrolijk drie keer Tivoli Oudegracht vol. Ook Paradiso is afgeladen voor deze thuiswedstrijd. Je dacht bij De Jeugd jarenlang naar de Champions League finale van 1995 te hebben gekeken, maar het blijkt nog veel beter te kunnen. Inleveren die goede beoordeling van voorgaande jaren. Welgeteld eenentwintig hits komen langs in een enorm sterke show. En dan zijn Stofzuiger, Bekkie, Applaus en Pappa is Thuis niet eens gespeeld. Het is meer dan een ordinaire hitmedley. De show staat als een huis. Zelden valt er stilte, de heren zijn verstaanbaar, de rol van producer en dj Bas Bron is veel actiever en versterkt de tracks. De eerste tien minuten zijn met Zo Volwassen Zo Beleefd, Sexy Beesten en Hengel at a Bitch gewoon eng. Watskeburt?!, volkslied van deze generatie, krijgt een keytarsolo van Bron. “Waar is het feestje? Hier is het feestje,” doceert Faberyayo, wat al snel het mantra van de avond wordt. Dan volgen wat tracks van tweede album De Machine en een epische versie van de slepende blueskraker Huilend naar de Club met eindelijk een verse van Bas Bron en opnieuw een fijne keytarsolo. Get Spanish moet wel een single worden, zo laat het publiek weten. Met wat slordige versies van Buma in me Zak en Hollereer eindigt het optreden om na een luidkeels ‘we want more’ in stijl af te sluiten met Tante Lien en Sterrenstof. De laatste track wordt vrijwel geheel meegezongen door het uitzinnige publiek. En dan is het nog niet eens middernacht.

Gevolg is dat de Paradiso feitelijk leeggekeken wordt om ruimte te maken voor het nachtprogramma, nieuwe bezoekers en passe-partout houders. Niet heel chique, maar er moet geld verdiend worden en de Jeugd-fans zijn toch uitgefeest. Dan is het aan de Vlaamse held Stijn in de kleine zaal. Stijn stond zes jaar geleden op hetzelfde festival met veel dezelfde nummers. Hij had langer meegekund als zijn twee recente platen niet flopten. De harde werkelijkheid is dat we naar een retroshow kijken. Maar wel een die enorm goed en vermakelijk is. De electro(clash)klanken zijn voltooid verleden tijd, maar dat maakt tracks als Sex Junkie en G. Daddy uit 2004 niet minder tof. De lange krullen zijn inmiddels ingeruild voor een kort koppie, maar de kleren gaan nog steeds uit, de dansjes zijn nog ongeëvenaard en het enthousiasme is gemeend. Halverwege de set danst Stijn met draadloze microfoon door het publiek, naar de bar, tapt een biertje en komt weer terug. “Ik kom zo betalen hoor.” Nieuwe nummers hebben een fijne nineties feel die zomaar weer hip kunnen worden. Maar belangrijker dan Stijn’s relevantie is zijn overgave en sterke show. Doe Maar’s Pa krijgt een geslaagde electro-bewerking. De dames glijden naar voren terwijl de Belg een studiolamp op zijn halfnaakte lichaam richt. Afsluiter G. Daddy (origineel met Raymond van het Groenewoud) komt te snel. Vlug die plaat Euphoric weer eens opzetten.

En gelijk door naar de grote zaal voor Zwart Licht XL oftewel de full band versie van de energieke Amsterdamse hiphop met grime invloeden. Akwasi, Leeroy en producer Hayzee hebben topmuzikanten gevonden. Het optreden begint niet met een knaller maar een rustige slowjazzjam. Dan komen de mc’s op en gaat het los. N*E*R*D’s Almost Over Now komt in nieuwe vorm langs, Grote Prijs winnaar Kalibwoy doet een beesten-verse, zangeres Sarah Jane steelt de show, vervreemdende visuals en een voordeelverpakking energie doen de rest. Akwasi geeft Leeroy opvallend veel ruimte, wat goed werkt omdat zijn eigen stem minder geschikt lijkt voor rustiger tracks. Overigens bewijst hij halverwege het tegendeel door een indrukwekkende a capella versie van Wat Sorry. Een stampvolle, maar doodstille Paradisokerk hoort tijdens verkiezingsnacht de woorden ‘Sorry dat ik zwart ben...’ De opbouw en verstaanbaarheid van het optreden kunnen nog veel beter, maar met Geau Geau, Blazin’ en een uitgesponnen versie van Vanaf Nu bewijst Zwart Licht dat het met deze band iets bijzonders in handen heeft.

Aan Drop the Lime en Caspa om de nacht richting ochtendgloren te beuken. De eerste doet dit in de kleine zaal wel heel lomp, hard en lelijk. Bij elke break wordt moeilijk gekeken en het publiek gelooft het ook wel. Bij Caspa is het druk en wild. Ook hij draait enorm opportunistisch, maar hij gebruikt hier in ieder geval nog relevantere tracks voor. Dit kleine gezette ventje gebruikt alles wat hij voor handen heeft om het dopamineniveau van de dansende mensen op te krikken. Hardcore (!) meets reggaeton, wobbly dubstep meets techno. Zonder schaamte wordt vrijwel elke break gebruikt om een kleine aardschok teweeg te brengen. De mc brengt de 2step/UK-garage tijden even terug. Is dit een passend einde van deze avond? Niet echt, maar de achthonderd overgebleven feestgangers vinden het prima. Morgen weer een dag.