Ze zijn samen hoofdredacteur van OOR, het bekendste muziekblad van Nederland: Erik van den Berg en Koen Poolman. Samen leiden ze het blad maandag naar zijn veertigjarige jubileum, dat gevierd gaat worden in Paradiso, met acts als Selah Sue, The Naked & Famous, Okkervil River en Alamo Race Track. Deze maand verscheen een boek over de begindagen van OOR van de hand van oprichter Barend Toet. Hij leidt de lezer langs de oertijd van de ‘muziekkrant’. Maar hoe is het eigenlijk om anno 2011 een muziektijdschrift te maken?
OOR bestaat 40 jaar. Wat gaat er allemaal gebeuren?
EvdB: Maandag hebben we ons feest in Paradiso. Daar presenteren we ook ons speciale jubileumnummer, dat vooral over OOR zelf gaat. We hebben een groot interview met Anton Corbijn, met daaraan gekoppeld een foto gallery. Daarnaast hebben we coryfeeën uit het verleden geportretteerd, zoals Paul Evers, die vijftien jaar hoofdredacteur is geweest, Bert van de Kamp, Kees de Koning. En we hebben een Top 40 allertijden, samengesteld uit alle eindejaarslijsten.
Is OOR per definitie een rockblad? In de maand dat Adele’s album uitkwam, kozen jullie bijvoorbeeld voor White Lies op de cover.
KP: Daar hebben we flink over gediscussieerd. Adele had maar twee promofoto's waar iedereen het mee moest doen. Het waren lelijke foto's, gelikt, totaal niet rock 'n roll. Als redactie hadden we de plaat nog niet eens kunnen horen. Alleen Tom Engelshoven, die het interview deed, had hem gehoord. Ik denk dat niemand had kunnen voorzien dat die plaat weer zo'n enorm succes zou worden.
EvdB: ... En dat die White Lies plaat zo slecht zou zijn. Ook dat album had ik niet uitgebreid gehoord. Achteraf was Adele misschien beter geweest.
KP: Van White Lies hadden we in elk geval een eigen fotoshoot.
In de Engelse krant The Independent stond deze week een artikel over de headliners van Glastonbury, U2 en Coldplay. De strekking van het verhaal was: te weinig nieuwe rockbands groeien door naar dat formaat. De generatie van 2007 - Kaiser Chiefs, Franz Ferdinand - stokt. Merken jullie dat ook?
KP: Dat is moeilijk ja. U2 ga je ook niet meer dan een keer per jaar op de cover zetten. Het lijkt wel alsof alles maar sneller blijft gaan. Arctic Monkeys is ook al bijna over the hill. Arcade Fire is een voorbeeld van dat het wel kan. Die band is heel geleidelijk gegroeid, het is een band die verdieping aan kan brengen in zijn geluid. Ook een band als Interpol is na drie platen op. Voor ons is heel belangrijk dat die bands allemaal wel heel groot worden.
Die cover betekent zeven, acht pagina's. Trek je dan de haren uit je hoofd als je die moet vullen met twintig minuten Arcade Fire interview?
EvdB: Dat is lastig ja, maar wat doe je daaraan?
KP: We gebruiken het natuurlijk ook als onderhandelingspositie. Als we voor de cover gaan, laat ons dan in elk geval veertig minuten met de band praten.
EvdB: Met Kings Of Leon heb je ook zeven pagina's, maar wat ze te zeggen hebben kun je ook in drie of vier pagina's opschrijven.
KP: Gelukkig weet de ene journalist er meer uit te halen dan de ander. Maar soms weet je het van tevoren. Met Arctic Monkeys kun je niet meer dan twee pagina's vullen.
Hebben jullie overwogen om op de Top 2000 golf te springen?
EvdB: Als je voor dat soort plat eindejaarsamusement gaat, gooi je de traditie van je blad te grabbel.
KP: Die markt is ook niet groter dan de onze, dat zie je aan bladen die dat wel doen, zoals Off The Record en Lust For Life.
Wie is het grootste talent dat jullie onder je hoede hebben?
EvdB: Ik ga geen namen noemen, dat vind ik niet zuiver naar de rest.
KP: We hebben wel heel bewust ons colofon ingedikt de laatste drie jaar. De mensen die er nog steeds zijn, vinden wij goed.
OOR-oprichter Barend Toet zegt in zijn pas verschenen boek dat OOR - maar eigenlijk de Nederlandse muziekjournalistiek in het algemeen - nooit een echt grote schrijver gehad heeft. Heeft hij gelijk?
EvdB: Er worden dan vaak Amerikaanse voorbeelden bij genoemd, schrijvers die de popmuziek in een veel breder maatschappelijk kader wisten te plaatsen. Dat maakt geen deel uit van de Nederlandse muziekjournalistiek cultuur.
KP: Zou Lester Bangs opgemerkt zijn als hij in Nederland geboren was? Je moet realistisch zijn: we zijn een klein landje.
EvdB: Doet Tom Engelshoven onder voor die mensen? Dat is ook iemand met een zeer brede blik die popmuziek in een maatschappelijk kader probeert te plaatsen. Hij heeft maar een heel klein taalgebied. Er wordt vaak met een zeker dedain gekeken naar OOR. Voor een deel komt dat door onze monopoliepositie, waardoor we toch een soort autoriteit zijn. Ons wordt snel verweten dat we commercieel zijn. De nieuwe Kings Of Leon komt uit, meteen weer een groot verhaal. Maar mensen beseffen niet dat OOR gewoon een commercieel blad MOET zijn. Er werken acht mensen full-time. We kunnen ook zeggen: we stoppen gewoon met het blad, tijdschriften hebben geen toekomst meer, we gaan alleen nog maar een website doen. Maar er moet geld verdiend worden.
Is de cover te koop?
EvdB: Er is altijd een soort onderhandeling met een platenmaatschappij. Zij zeggen: er kan iemand exclusief daar en daar naartoe, maar dan willen we wel een cover hebben.
KP: Dan zeggen wij: we willen ook nog een advertentie. Soms kom je er uit, soms niet, maar dat wil niet zeggen dat je geen coververhaal maakt. Laat ik het zo zeggen: als wij drie keer een cover doen en drie keer adverteert het label niet, dan komt de liefde blijkbaar van een kant. Maar het is niet zo een op een: jij de cover, wij de advertentie.
EvdB: Er zitten allerlei voorwaarden aan. Het beeld moet goed zijn, je moet een fatsoenlijk interview krijgen, exclusiviteit is prettig. En de act waar het om gaat moet natuurlijk coverwaardig zijn.
KP: Die onderhandeling zullen ze met meer media voeren. Dat is hun goed recht.
Barend Toet zei nog iets interessants: vroeger hadden popmuzikanten meer te vertellen, nu is het meer entertainment geworden.
EvdB: Bands die muziek maken uit pure noodzaak, uit een politieke ontwikkeling, dat zie je inderdaad zelden. Dat is jammer, want dat maakt het voor een journalist lastiger om er een diepgaand verhaal te maken. Arctic Monkeys, ga er maar aan staan. Kings Of Leon, waar staat dat nu eigenlijk voor? Ik zou het niet weten. In vergelijking met begin jaren tachtig is er iets wezenlijk veranderd.
Is er een band die dat nog wel heeft?
EvdB: Arcade Fire. Daar zit een idee achter, een concept. Muzikaal inhoudelijk zijn ze een van de belangrijkste bands van het moment.
In Trouw stond zaterdag een stuk over kunstkritiek. Daarin werd iemand van de Volkskrant geciteerd, die zei: onze kunstkritiek is goed, maar het voelt te veel als huiswerk. We moeten het leuker maken. Staat kunstkritiek onder druk?
KP: Het is heel simpel: de meeste kunstkritiek op internet is vrijwilligerswerk. Je moet daar als OOR in meegaan, omdat de inkomsten gering zijn. De concertrecensie is niet meer van Tom Engelshoven, maar van een beginnende journalist die graag bij OOR wil komen werken en vijf jaar de tijd krijgt om zich op te werken. Onze website is een soort kweekvijver. Dat is de norm op internet geworden. Zo gaat het bij 3VOOR12 ook.
Tom Engelshoven zei in dat artikel: Twitter is een bedreiging voor het vak.
EvdB: Daar kon ik me wel in vinden. Twitter mist elke verdieping, duiding, historische context, reflectie. Het zijn frummeltjes die heel snel voorbij vliegen. Aan ons de schone taak verdieping te brengen.
KP: Ik kan me wel voorstellen dat je tweets gebruikt als een ankeiler voor je recensie, die een dag later komt. Voor het bereik van je recensie is het goed dat je eerst mensen lekker maakt, maar dan moet je het wel opvolging geven met een fatsoenlijke recensie.
Heeft OOR de digitale slag definitief gemist?
KP: Ik hoop dat we hem 1 april weer inhalen. Dan is er een nieuwe website.
EvdB: Dat gaat ook lukken ook. We hebben een tijdlang achter gelopen met een verouderde website. Waarmee ik niet bevestig dat we de slag gemist hadden, maar wel dat we achter liepen. Ik denk dat dat een omslagpunt gaan bereiken, dat de website op termijn misschien wel belangrijker gaat worden dan het blad.
Wat gaat er gebeuren met die nieuwe website?
KP: Alles van de oude website wordt overgeheveld. Verder is hij veel interactiever. Hij is helemaal gekoppeld aan social media, Spotify is erin geïntegreerd.
Kan ik straks het grote interview met Arcade Fire lezen op de website?
EvdB: Nee. De verdieping blijft in het blad, de site wordt zo actueel mogelijk. Cd-recensies rond de releasedatum, op een Pitchforkachtige manier. Die komen dan later terug in het blad, in plaats van andersom. Verder kun je er nieuws en concertverslagen vinden. Voor het jubileumnummer hebben we een stemmodule ontwikkeld, die komt ook op de site. 400 hoezen, waar je meteen op kunt klikken. We hebben een samenwerking met Faceculture, dat videocontent aanlevert. En het idee is ook om playlists te gaan aanleveren, bijvoorbeeld via Spotify.
De laatste jaren hebben we geen grote muzikale revoluties als de punk of house meer gezien, maar er is wel een ander soort revolutie geweest: het internet. Jullie plaatsen geen groot interview met de mensen achter The Pirate Bay. Dat lijkt me een bewuste keuze. Waarom niet?
KP: We zijn een tijdschrift, het is niet onze wereld, dat wil zeggen: dat was het niet. Gaandeweg kom je tot de conclusie dat het wel de wereld van je lezers is.
Kopen OOR-lezers nog cd’s?
EvdB: De oudere generatie zeker, die is nog behoorlijk aan OOR verbonden. Aan ons de taak om ook jongere generatie aan OOR te verbinden.
KP: Wij zijn ook verbonden aan adverteerders, die cd's willen verkopen, die willen dat mensen naar de winkel gaan, zoals twintig, dertig jaar geleden. Zo kennen ze OOR, als een blad dat de lezer naar de winkel dirigeert waar ze hun plaatjes kopen. Als wij zeggen: jongens, je bent gek als je nog naar Concerto gaat, dan ondermijnen we onze markt.
Is die muziekindustrie dan geen blok aan je been?
EvdB: Zo ervaar ik dat niet.
KP: Als The Pirate Bay bij ons zou willen adverteren zou het anders zijn, maar die wereld adverteert niet.
Het nieuwe Fleet Foxes album is dit weekend gelekt. Jullie plaatsen straks een recensie op de releasedatum, maar je lezer heeft hem al een maand geleden gehoord.
EvdB: In dat specifieke geval kunnen we het toch niet maken om nu die recensie al online te zetten. Je hebt toch ook een soort relatie met V2, je bent van elkaar afhankelijk. Dat doe je dan niet.
KP: Wij zitten nu eenmaal in de wereld van de gevestigde orde. De vrijbuiters kunnen doen en laten wat ze willen. Dat is een gegeven waar binnen je werkt. Ik heb dat nooit als een last ervaren.
Sinds kort gaan jullie regelmatig op reportage met bands, een beetje in de stijl van Nieuwe Revu. Met welk doel sturen jullie Tim Veerwater op pad?
KP: Tim gaat mee als onderdeel van de crew van een band, zodat je het meer van binnenuit meekrijgt. Een Revu schrijver moet als het even kan wat tieten en een wit poedertje scoren. Dat is niet waar wij naar op zoek zijn. Ik denk ook dat het Nederlandse muzikantenwereldje vrij braaf is.
Is het saai geworden?
EvdB: Ik kan het zelf niet meer zo beoordelen. De keren dat ik in de jaren negentig op reportage geweest ben met bands was het ook redelijk braaf. Iemand als Paul Evers ging in de jaren zeventig op pad met Herman Brood en kwam allerlei excessen tegen. Dat zie je niet meer.
KP: Ik ben ooit met Richard en Karin Cameron naar Japan geweest. Het meest rock 'n roll wat ze deden was samen een crème brulee delen.
EvdB: Ik denk dat de hoogtijdagen van de geruchtmakende rock 'n roll reportage ver achter ons liggen.
KP: De rock 'n roll in Nederland is behoorlijk verzakelijkt. Wil je nog de boel een beetje overeind houden, dan moet dat ook wel. Het is geen vetpot, om het dan ook nog allemaal aan middelen uit te geven, dat schiet niet op. Ik vind mensen als Arcade Fire of GodSpeed of Aphex Twin of Boards Of Canada veel interessanter, mensen die helemaal niet aan die wereld meedoen, maar onzichtbaar blijven. Dat je daar je fantasie op kan loslaten. Eigenlijk zou je muziek moeten horen en er geheel blanco je voorstelling van maken. Het mysterie rond popmuziek is bijna weg. Nu weet je binnen de kortste keren alles. Ik hoef helemaal niet te weten of Amy Winehouse haar leven op orde heeft.
40 jaar OOR: “De dagen van de geruchtmakende rock ‘n roll reportage liggen achter ons”
Nederlands bekendste muziekblad viert maandag feest in Paradiso
Ze zijn samen hoofdredacteur van OOR, het bekendste muziekblad van Nederland: Erik van den Berg en Koen Poolman. Samen leiden ze het blad maandag naar zijn veertigjarige jubileum, dat gevierd gaat worden in Paradiso. "Als je voor dat soort plat eindejaarsamusement als de Top 2000 gaat, gooi je de traditie van je blad te grabbel."