Dat ze vijf minuten eerder beginnen dan gepland is wellicht een voorteken van de gretigheid van de Australiërs. Wolfmother werpt Pinkpop na een hele mep gezapige dan wel rustiger acts met één schreeuw in een andere dimensie; heavy rockriffs golven door een zee van uitzinnige fans. Pinkpop is wakker, het voelt alsof de zondag nu pas begonnen is.
CONCERT:
Wolfmother, Pinkpop Mainstage, zondag 12 juni 2011
MUZIEK
Australisch heavy rockmonster met veel haar, zware riffs en classic metal vocalen. Frontman Andrew Stockdale raakte in 2008 zijn twee mede-oprichters kwijt wegens de bekende 'onverenigbare persoonlijke en muzikale meningsverschillen'. Inmiddels zijn ze vervangen door drie kundige en langharige muzikanten.
PLUS
Goede keuze. Niet alleen kloppen de looks nu helemaal (ergens tussen Slash en The Darkness in), Wolfmother is weer een zeer strakke band. Zoals ze vorig jaar 013 platspeelden, zo gaat nu Pinkpop voor de bijl. Daar in Tilburg maakte Jan Smeets vorig jaar de komst van de Aussies bekend, maar ziekte van Stockdale verhinderde dat. 'Thanks for having us back this year,' merkt hij nu op. 'Sorry you missed last year, but we'll make up for it by doing two years in one!' De lat ligt hoog, maar als Wolfmother dan 'Woman' op de menigte loslaat, geloven ze hem stuk voor stuk. Stockdale weet hoe je een beestachtige rockshow geeft, gitaaruithalen met veel bombarie, klassieke rockposes, de cameraman wordt over het podium gejaagd en al rennend steekt de frontman van links tot rechts, van voor naar achter de lont in het kruitvat. Pinkpop gaat plat voor deze rockklassieker in de dop, het iconische anthem van Wolfmother. Dat opvolgen lijkt lastig, maar met het lange 'White Unicorn' (met The Beatles' 'Dear Prudence' als intro) lukt dat wonderwel. De band laat genoeg lucht in de set door geregeld een psychedelisch jammend intermezzo (zoals een stuk 'Riders On The Storm' van The Doors) in te bouwen. De spanningsopbouw is zo dik in orde.
MIN
De set kent amper zwakke momenten, maar in vergelijking komen oudje 'Apple Tree' en titelnummer van de laatste cd 'Cosmic Egg' hier net wat minder hard uit de verf. En what's up met dat lelijke logo met die twee luipaarden?
CONCLUSIE
Als je in een set van tien nummers maar drie songs speelt van je tweede en nieuwste album, is dat zoveel als een bekentenis dat Cosmic Egg het bij lange na niet haalt bij het titelloze debuutalbum. Het volstaat prima om een kanjer van een rockshow neer te zetten. De band is in vorm en het kippenvel op de armen staat zo dik als de haardos van Stockdale. Natuurlijk lenen Stockdale en co van alles; van klassieke hardrock en psychedelische rock tot stoner en de voorbeelden van Led Zeppelin. Dat doen ze wel zo opwindend goed, dat het leidt tot een hardrockend feestjes over de hele festivalweide, waarbij mensen, bier, een teddybeer (?) en wat al niet door de lucht vliegen. Hoe hard nodig ook vandaag, eigenlijk speelt Wolfmother nog te vroeg. Want wat een gave slotact was dit geweest, zeker in het donker. Met een lange versie van 'Joker and the Thief' neemt Wolfmother afscheid, Landgraaf aan zijn voeten achterlatend. Als Smeets ze nog een half uurtje extra had gegeven, hadden ze echt twee Pinkpops kunnen afleveren.
CIJFER:
8
Wolfmother doet twee Pinkpops in één
Hardrockende Aussies verdrijven de gezapigheid
Dat ze vijf minuten eerder beginnen dan gepland is wellicht een voorteken van de gretigheid van de Australiërs. Wolfmother werpt Pinkpop na een hele mep gezapige dan wel rustiger acts met één schreeuw in een andere dimensie; heavy rockriffs golven door een zee van uitzinnige fans. Pinkpop is wakker, het voelt alsof de zondag nu pas begonnen is.