EMA, Erika M. Anderson, vormde voorheen samen met haar ex de noiseformatie Gowns, dat na vijf jaar in de lokale underground en één album uit elkaar ging. Op de achtergrond werkte ze al aan solonummers en geheel 2010 werkte ze aan haar eerste soloalbum Past Life Martyred Saints. Ze wordt in artikelen en recensies neergezet als een donker, ongrijpbaar persoon. Maar wie in haar debuutalbum duikt moet opvallen hoe hoopvol en warm ze schrijft. Op de dag van het interview verschijnt een zeer lovende recensie op de invloedrijke muzieksite Pitchfork. De plaat krijgt een 8,9, wat in de praktijk betekent dat een artiest veel boekingen en aandacht tegemoet kan zien. Samen lezen we de woorden van de recensent. Met veel verbazing en gezucht werkt Erika zich door de tekst. “Kom ik echt zo moeilijk over? Ik ben heel benaderbaar en heb volgens mij een heel luisterbare en opbeurende plaat gemaakt. Voor mij is dit een popalbum. Straks wordt iedereen nog bang voor me.”
Snappen journalisten en liefhebbers jou? Heb je het idee dat ze begrijpen wat je over wil brengen?
“Dat verschilt sterk. Je kunt er ook geen pijl op trekken. Dan lees je weer een briljante ontleding van je plaat op een klein blogje of een bizarre analyse op een grote muzieksite, dan weer andersom. Je hoort vaak artiesten zeggen dat het ze niet uitmaakt of dat ze het niet lezen, maar natuurlijk is het interessant hoe je overkomt en hoe mensen je nummers interpreteren. Niet dat je je daar door laat sturen, maar ik vind het boeiend. Net als dat ik het leuk vind om op een dag als deze met mensen te praten over mijn werk. Ik heb altijd getwijfeld over mijn kunnen, maar nooit over mijn identiteit.”
Het klinkt alsof dit een album is dat je maar een keer kan maken, dat nu alles is vastgelegd wat je kwijt wilde en er nu een creatief zwart gat volgt.
“Toen ik met Gowns het album Red State opnam, had ik ook al het gevoel dat we maar één album zouden maken. Ik vind het noodzakelijk om te putten uit authentieke emoties en ervaringen. Ik schrijf vanuit mijn persoonlijke ervaringen en zou moeite hebben om algemene thema’s of universele ervaringen en emoties te gebruiken in teksten. Succes zou me wel eens ‘out of touch’ kunnen brengen met die pure emoties. Dan word je geleefd. Maar tegelijkertijd vind ik dat je dit vak moet benaderen als een soldaat: iemand die enkel aan zijn volgende stap denkt en niet aan de oorlog. Kijk naar je eigen voeten en zet die volgende stap.”
Hoe kwam je uit het grote Gowns-avontuur?
“Ik stond op het punt om terug naar ‘the midwest’, naar huis, te verhuizen. Om te stoppen met de muziek. Ik was opgebrand, kapot en gaf les als invaldocent. Het voelde alsof ik had gefaald. Op de achtergrond was ik bezig met een concept-track die maar niet rond kwam. Het was enorm frustrerend, maar het lukte gewoon niet. Het was misschien wel té ambitieus. Een gitaarsymphonie mixen op een laptop in je slaapkamer is gewoon niet ideaal. Ik voelde me Sisyphus (mythologisch figuur uit de Griekse oudheid, red.) die een rotsblok de berg op probeerde te duwen en steeds wanneer ik er bijna was, rolde het weer naar beneden. It broke my heart. De reacties waren ook zo lauw. Ik probeerde iets nieuws te doen, maar men vond het te veel zang voor een noise-plaat en te veel noise voor een folkplaat. Toen werd ik gebeld door het label met de vraag of ik bezig was met solomateriaal. Ik twijfelde. Ook omdat ik niet wist of ik wel weer wilde toeren en een publiek figuur wilde zijn. Ik dacht alleen maar: ‘ik wil een fijne bank; een klein beetje zekerheid in het leven’.”
Wat heeft je doen besluiten om toch door te zetten?
Een goede vriend van mij gebruikte het woord ‘aflossing’; ergens doorheen moeten totdat de schuld aan ‘de kunst’ is afgelost en je de vruchten van je werk mag ontvangen. Ik had zoiets van: ‘ik geef het nog één kans’. Het voelde niet goed om in die fase en stemming te stoppen. Als ik zou stoppen had ik dat eerder moeten doen. Dan had ik vijf jaar geleden naar de universiteit moeten gaan. Ik ben enorm blij dat ik heb doorgezet. Het is de plaat die ik in mijn hoofd had, en meer. Het voelt als mijn popalbum. Ik vind het een album waar ook voldoende vrolijkheid en opgetogenheid in zit. Ik vind het heel belangrijk om muziek te maken; een gesprek te starten waarbij iedereen het gevoel heeft in te kunnen haken. Ook al denken velen van niet, mensen weten veel van muziek omdat het oergevoelens en -emoties aanspreekt. Ik heb zoiets van: ‘ik weet zeker dat je dit kent, dat je dit begrijpt’.
Je hebt aan jezelf getwijfeld, is die twijfel met dit album weggenomen?
“Ik kom van een achtergrond waar kunst niet als essentieel wordt gezien. Dat geldt voor mijn familie, maar ook mijn geboortegrond, South Dakota (staat in het mid-westen van de VS, red.). Kunstenaars worden toch vooral als onbelangrijk en pretentieus gezien. Tegelijkertijd houden ze wel enorm van rockmuziek. Ik geloof inmiddels wel in mijn kunnen, maar het blijft onwerkelijk om artikelen over jezelf te lezen. Er zijn momenten dat ik gek wordt van mijn eigen onzekerheid. Maar langzaam ontstaat het besef dat ik een vrouwelijke soloartieste ben die haar eigen muziek produceert en dat het iets bijzonders is, iets waar ik trots op mag zijn. Het is mooi om nummers die al vijf of zes jaar oud zijn, zoals Marked of Butterfly Knife, eindelijk goed op te nemen. Nu hebben ze voor mij echt bestaanrecht. Ik heb in dit proces de grenzen van mijn kunnen ontdekt door ze constant op te zoeken.
Je hebt een heel persoonlijke plaat gemaakt. Vind je het niet raar of eng om dat met anderen te delen?
“Ik vind het enger om te bedenken dat mijn familie dit gaat horen. Mijn opa en oma bijvoorbeeld. Mijn oma is heel handig met techniek. Ze heeft het Gowns album gedownload en dat zal met dit album ook wel gebeuren. Ze is heel conservatief. Over die Gowns plaat zei ze: ‘ach, de helft van de tijd versta je toch niet wat ze zingt’. Ik hoop dat ze me niet naar de betekenis van bepaalde teksten vraagt.”
In je muziek quote je regelmatig uit de rockgeschiedenis van de jaren ‘90. Wat is jouw relatie met de muziek uit dat decennium?
“Live Trough This van Hole (1994) heeft mij muzikaal bevrijd. Maar als je ook maar raakt aan die plaat, werkt het als vergif. Courtney Love wordt zo breed gehaat anno nu. De reacties van mensen op haar persoon hebben mij doen twijfelen over de rol van vrouwelijke muzikanten en mijn eigen rol. Het blijft een rare gewaarwording dat van regisseur Roman Polanski bekend wordt dat hij seks had met een jong meisje en mensen zich genoodzaakt voelen om te zeggen hoe goed ze zijn films vinden, maar dat Courtney Love’s platen nu besmet zijn.”
Wil je gezien worden als vrouwelijke muzikant of als muzikant?
“Als muzikant. En toch verdedig ik hier Courtney Love. Het was belangrijk voor mij om een vrouw gitaar te zien spelen op televisie.”
Als je terugkijkt naar het meisje dat begon met Gowns, dat volwassen werd en in die achtbaan scheurde, herken je je dan nog in haar?
“Ik heb lang niet aan haar gedacht. Dus je kunt wel stellen dat er een bepaalde afstand is. Ik denk dat die tijd nog een plek moet krijgen. Ergens hoop ik dat toeren met deze band minder intens en wild is, maar tegelijkertijd houd ik en zeker ook het publiek van gevaar op het podium. Ik heb mezelf lang schuldig gevoeld over de tijd met Gowns. Ik denk dat er wel een moment komt dat ik blij ben dat ik al die jaren in kraakpanden heb gewoond, dat ik die bizarre liefdesaffaire heb meegemaakt, dat ik al die uitersten heb beleefd. Nogmaals, ik heb al lang niet meer aan haar gedacht.
Beluister Past Life Martyred Saints (Souterrain Transmissions/Konkurrent) nu op de Luisterpaal.
EMA: soldaat in haar eigen creatieve oorlog
“Het voelde alsof ik had gefaald”
EMA, Erika M. Anderson, vormde voorheen samen met haar ex de noiseformatie Gowns, dat na vijf jaar in de lokale underground en één album uit elkaar ging. Op de achtergrond werkte ze al aan haar eerste soloalbum Past Life Martyred Saints. “Straks wordt iedereen nog bang voor me.”