Dat Destroyer al negen albums maakte en pas nu breed opgepikt wordt, ligt dat nu aan hem of aan ons? Nu ineens krijgt de band rond Canadees Dan Bejar uitnodigingen voor de grote festivals (waaronder Lowlands), terwijl tot nu toe alleen een enkele journalist de loftrompet over hem afstak. Wel, Kaputt, dat negende album, is dan ook een sluwe plaat. Een plaat met verschillende lagen, maar bovenal één vol sterke songs met zeer toegankelijke melodieën.
Toegankelijke melodieën zijn nieuw voor Destroyer, al ontwikkelde hij zich wel langzaam in die richting. Zijn laatste album Trouble In Dreams uit 2008 bijvoorbeeld is een ingetogen, dromerige indieplaat, zijn oudere werk is wat vreemder. Kaputt is een extravagante klankenparade, een ode aan de super hifi producties uit het eind van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig. Met synthesizers en drumcomputers, maar ook met zalvend koperwerk en de uitgesproken gitaar van trouw bandlid Nicolas Bragg. Met knipogen van Steely Dan tot Roxy Music tot Bowie's jaren-tachtig-werk, gestileerd en dandyesk. Popmuziek die zo opgepoetst is dat het glimt en glanst.
Er zijn mensen die zweren bij de muziek uit die tijd, er zijn mensen die het vervloeken. Voor beide groepen kan Kaputt interessant zijn. Want er is nog die andere laag, die van de eigenaardige, ongrijpbare songwriter Dan Bejar. Zijn teksten zijn cryptisch maar zeer sfeervol. "I write poetry for myself", croont hij in Blue Eyes zelfverzekerd met die rare, afgeknepen stem. In hetzelfde liedje zingt hij de pers plagerig toe ("don't be ashamed and disgusted with yourself"). In titelnummer Kaputt roept hij schimmige beelden op van nachtclubs met coke en vrouwen, in Song For America stelt hij dat ene Jessica 'on vacation to the dark side of town, forever' is.
Het zijn die duistere flarden, niet helemaal te plaatsen maar toch tot de verbeelding sprekend, die van Kaputt meer maakt dan een eighties pastiche. Nummers worden versterkt door ambient-achtige soundscapes die tussen de dwarsfluitsolo's en LinnDrum door gevlochten zijn. Ook in tegenspraak met de gouden regels van de radiopop waar Destroyer zo mee flirt is de lengte van een aantal kernliedjes. Single Kaputt duurt ruim zes minuten, Suicide Demo For Kara Walker (gemaakt met beeldend kunstenaar Kara Walker) ruim acht en slotnummer Bay Of Pigs zelfs meer dan elf minuten.
Er zijn ook songs die simpelweg catchy zijn, zonder omwegen, zonder ironie. Het lome openingsnummer Chinatown bijvoorbeeld, of het uptempo Savage Night At The Opera, een liedje waar Junior Boys trots op zou zijn. Destroyer jongleert met stijlen en ongeschreven regels. Hij laat je er stil bij staan dat de context van geluid enorm belangrijk is. Het is geen retroplaat, het is een plaat die bekende klanken terug laat komen in een nieuwe context. Een ongeschoren indiezanger in maatpak, achter de bar van een cocktailbar vol neonlichten.
Kaputt van Destoyer verschijnt op Dead Oceans/Konkurrent. Het album is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal. Duik ook in de invloeden achter dit album met de Pandora's Box playlist. Destroyer speelt 29 juni in de Tolhuistuin in Amsterdam, 30 juni in Vera in Groningen en later dit jaar op Lowlands.
3VOOR12 bespreekt Album van de Week (23): Destroyer
Kaputt glimt, glanst en schuurt
Dat Destroyer al negen albums maakte en pas nu breed opgepikt wordt, ligt dat nu aan hem of aan ons? Wel, Kaputt, dat negende album, is dan ook een sluwe plaat. Een plaat met verschillende lagen, maar bovenal één vol sterke songs met zeer toegankelijke melodieën.