Transparantie in de muziekindustrie: "We vechten elkaar de tent uit"

Verschillende partijen zitten elkaar in de weg

Tekst en foto's Atze de Vrieze ,

De muziekindustrie verandert. Vooral onder invloed van het internet verschuiven de zwaartepunten. Distributie is ineens minder belangrijk, terwijl voor live optredens meer en meer geld gevraagd wordt. Wie verdient er nog geld in de muziekindustrie? En waaraan? Jan Smeets: "Een artiest moet nooit aan het werk gaan voor hij geld heeft. Desnoods leent hij het van zijn vader, maar NOOIT van een platenmaatschappij."

Verschillende partijen zitten elkaar in de weg

De muziekindustrie verandert. Vooral onder invloed van het internet verschuiven de zwaartepunten. Distributie is ineens minder belangrijk, terwijl voor live optredens meer en meer geld gevraagd wordt. Wie verdient er nog geld in de muziekindustrie? En waaraan? Een seminar met Jan Smeets (Pinkpop), Nico Rijkhoff (Ziggo), Norbert Plantinga (Universal), Jan-Willem Bruggenwirth (538) en Eddy Tjon Fo (manager Hind). De meest opvallende en typerende uitspraak van de dag komt van Jan Smeets. "Een artiest moet nooit aan het werk gaan voor hij geld heeft. Desnoods leent hij het van zijn vader, maar NOOIT van een platenmaatschappij."

The talk of the town op het Eurosonic seminar 2011: de deal van Trijntje Oosterhuis met het AD. Iedereen wil weten hoe het precies zit, en wie er nu precies geld aan verdient. Zeker de professionals die aanschuiven bij het seminar Transparantie In De Muziekindustrie. Wie verdient er nog geld, en hoeveel? Het gebrek aan transparantie heeft in elk geval een belangrijk gevolg: iedereen zit op zijn eigen portemonnee en beschuldigt andere partijen ervan innovatie te dwarsbomen. "We zijn vanmiddag heel aardig tegen elkaar, maar de afgelopen jaren zijn we natuurlijk constant bezig geweest elkaar de tent uit te vechten", aldus Jan-Willem Bruggenwirth van radio 538. "We praten leuk met elkaar, maar als puntje bij paaltje komt, loopt het toch weer stuk omdat iemand meer geld wil zien."

Concreet voorbeeld van Eddy Tjon Fo, manager van voormalig Idols-ster Hind: "Ik wilde graag een vergelijkbare actie doen als Trijntje en 5,5 miljoen singles gratis verspreiden. Toen ik mij vervolgens bij Buma/Stemra meldde, kon ik 35.000 euro bij ze afrekenen." Het optreden van Tjon Fo illustreert het belangrijkste probleem van de muziekindustrie op het moment. Hij maakt verwijten aan auteursrechtenorganisaties, illegale downloaders en stugge radiomakers, maar vergeet de optie dat de consument het product - en de bijbehorende groteske sponsordeal met een huidsmeerseltje - misschien gewoon niet wil hebben. "Er bestaan miljoenen liedjes op deze", zegt Jan Smeets. "Het is nu eenmaal heel moeilijk om er bovenuit te steken."

Opvallend genoeg lijkt de partij die de meeste verwijten naar zijn hoofd krijgt - het label - vandaag het meest open minded. Norbert Plantinga (Universal) legt uit hoe hij zijn bedrijf om probeert te vormen van disitributeur naar dienstverlener. "Heel anders dan een paar jaar geleden werken wij met iedere partij samen die binnen onze doelstellingen past, ook als dat niet meteen geld oplevert. Blijkt zo'n partij toch onbetrouwbaar te zijn, dan stoppen we er weer mee." En het heetste hangijzer: "Wij zijn absoluut niet van plan ons materiaal terug te trekken uit Spotify. In tegendeel. Onze artiesten proberen we te stimuleren ook b-kantjes beschikbaar te stellen, binnenkort willen we ook live materiaal toevoegen."