Hoe je het ook wendt of keert, Engeland blijft onverminderd het beloofde land van de Europese popmuziek. De Britten zijn als altijd sterk vertegenwoordigd, niet alleen in aantal, maar ook met bands waarover gesproken wordt. Ook op Eurosonic dag 3 loont een rondje langs enkel Engelsen. Met voorjaarshit The Crookes, in de knop geknakte belofte Claire Maguire en de gevierde doompoppers van The White Lies.
Maar we beginnen bij Brother, een band uit Slough. Je weet wel, de stad waar de papiergroothandel uit comedyserie The Office staat. Brother heeft nog maar een handvol optredens op zijn naam, maar de band stond al wel op de cover van de NME, aangeprezen als redders van de ouderwetse Britrock. Vroeg op de avond krijgt Eurosonic in elk geval een lesje Britse bravoure. Brother is het soort band dat geen 'thank you' zegt, maar 'you're welcome'. "A standing ovasion, you shouldn't have", klinkt het halverwege. Nog zo'n one-liner? "This is our future smash number one."
Praatjes genoeg, maar worden er ook gaatjes gevuld? Nou, het lijkt er wel op. Tussen de zeven liedjes op de setlist staan zeker drie potentiële hits, en geen enkel zwak nummer. Plaats Brother ergens tussen Kasabian en Primal Scream, behoorlijk lomp en zonder enige vorm van experiment, maar wel met goede hooks en solo's. En met een beeldschoon afro meisje als achtergrondzangeres. Brother is zeker nog niet klaar om de wereld te veroveren, hoe hard ze zelf ook de revolutie uitroepen, maar dat moment komt er wel. (7,5)
Een stuk minder ambitieus is Summer Camp, een beauty and the nerd duo dat in Simplon speelt. Zij gestoken in een kittig rood jurkje, hij met karakteristieke bril. Achter hen een reis naar Nostalgia met een eindeloze stroom familiefoto's. Ze zijn een soort lo-fi La Roux, maar gek genoeg passen hun stemmen net niet helemaal bij elkaar. Ze hebben wel een aantal aardige songs, met name single Ghost Train, met een kaal basloopje en een melancholische synthezersmelodie. Jammer genoeg komt alles alleen een stuk minder strak uit de verf dan op plaat. Sympahtiek, maar vermoedelijk niet goed genoeg om echt te scoren. (6,5)
Inmiddels regent het pijpenstelen, maar liefhebbers van Britse popmuziek maken zich toch op voor een trip richting Grand Theater. Daar speelt Clare Maguire, een van genomineerden in BBC's prestigieuze Sound Of 2011 poll. Het blijkt helaas verspilde moeite, want Clare Maguire is een van de grootste tegenvallers van het weekend. Niet alleen maakt ze gevaarloze popmuziek, het is ook nog eens heel beroerd gedaan. Maguire lijkt zich graag te willen positioneren tussen Adele en Florence And The Machine, maar mist de charme en de uitstraling van beide. Ze wappert uitbundig met een soort zwart-kanten zakdoek. Om een soort gothic randje te creëren? Om gracieus over te komen? Wat haar doel ook is: ze faalt hopeloos. Ze zingt alles een octaaf lager dan goed voor haar is, waardoor niet een noot echt binnen komt. Haar muzikanten doen lekker mysterieus met maskers, maar zijn ondanks dat niet meer dan slappe hap. Dieptepunt: een Fleetwood Mac cover die klinkt als Dire Straits. (3)
Dan door naar White Lies, de meest gevierde band van het festival. De Engelsen verkochten meer dan een half miljoen platen van hun debuutalbum To Lose My Life, maar wordt misschien nog wel fanatieker gehaat dan aanbeden. Dat komt vooral door de pretentieuze lading die de drie bandleden aan hun songs meegeven. Alle kleding zwart, enkel licht van achteren, grootse liedjes over liefde en dood. Op zich niks mis mee, maar met een tekst als 'let's grow old together, and die at the same time' is White Lies als puntje bij paaltje komt toch gewoon de Van Dik Hout van de Engelse doempop. Dat gezegd hebbende: op Pinkpop en Lowlands moesten zelfs de felste haters toegeven dat White Lies de zaakjes goed op een rijtje had.
Vanavond begint de band met Farewell To The Fairground, hun meest succesvolle en poppy liedje. Het meest up tempo ook, en dan is White Lies op zijn best. Het is een overtuigend begin, maar daarna zakt het als een kaartenhuis in. Die kleine mannetjes staan wat hulpeloos op het grote podium, als pinguins op een losgebroken stuk ijs. Nieuwe single Bigger Than Us gaat nog, maar daarna volgt een aantal drammerige nieuwe nummers, traag en bombastisch.
De band is inmiddels uitgebreid tot vijfmansformatie (meer synthesizer, meer gitaar), maar dat levert alleen winst op in de breedte, de achterkant van de tent wordt niet gehaald. Ook in de nieuwe songs lege one-liners als 'there's nothing stranger than to love someone' en 'I feel this great pressure coming down on me'. Halverwege en aan het slot worden nog oude hits To Lose My Life en Death strategisch ingezet, maar het is niet genoeg om het doodgeboren kind te reanimeren dat deze week uitkomt. (5)
Op naar Huize Maas, waar Go Back To The Zoo bezig is aan het staartje van zijn 345ste show dit weekend. Jan Smeets geeft een knik van goedkeuring aan de boeker van de band. Dat komt wel goed op Pinkpop. Dat festival komt natuurlijk te vroeg voor de volgende band, maar de ideale voorjaarshit heeft The Crookes al: Backstreet Lovers. Wie al enigszins bekend met de band is zal vooral op dat liedje wachten, maar gelukkig heeft The Crookes meer te bieden. Ze maken eighties college pop met ongepoetste gaatjesschoenen en ze ogen beweeglijk en fris, zij het voor sommigen misschien wat te vrolijk en vrijblijvend. Het langzame nummer Youth halverwege zorgt voor een stevige dip, maar de gretigheid waarmee direct daarna het tempo opgeschroefd wordt lijkt erop te wijzen dat ze band dat zelf ook doorheeft. Terug in april voor een clubtour en dan Lowlands? (8,5)
Eurosonic dag 3: de Engelse route naar de ultieme voorjaarshit
The Crookes maken vrienden, Claire Maguire wappert de verwachtingen weg
Hoe je het ook wendt of keert, Engeland blijft onverminderd het beloofde land van de Europese popmuziek. Ook op Eurosonic dag 3 loont een rondje langs enkel Engelsen. Met voorjaarshit The Crookes, geknakte belofte Claire Maguire en de gevierde doempoppers van The White Lies.