The Black Keys: "Danger Mouse is geen Dalai Lama"

Bluesrockers troeven eeuwige rivaal Jack White af

Atze de Vrieze ,

Het jaarlijstjescircus is in volle gang, het grote nabeschouwen is begonnen, we sluiten het boekjaar 2011. En opeens is daar nog El Camino, het zevende album van bluesrockduo The Black Keys. Niet bepaald een onbeduidend plaatje. Er zijn weinig bands bij wie de verwachtingen voor hun zoveelste album zo hoog gespannen zijn als voor dit album.

Bluesrockers troeven eeuwige rivaal Jack White af

Het jaarlijstjescircus is in volle gang, het grote nabeschouwen is begonnen, we sluiten het boekjaar 2011. En opeens is daar nog El Camino, het zevende album van bluesrockduo The Black Keys. Niet bepaald een onbeduidend plaatje. Er zijn weinig bands bij wie de verwachtingen voor hun zoveelste album zo hoog gespannen zijn als voor dit album. Dat danken The Black Keys aan Brothers, hun zeer succesvolle zesde album, dat zorgde voor een definitieve doorbraak naar het grote publiek, met hitsingles als Tighten Up en Next Girl. "Dit is een eenvoudig rock 'n roll album", zegt zanger/gitarist Dan Auerbach over El Camino. "Bas, gitaar, drums en toetsen, veel meer is het niet."

Danger Mouse
Bas, gitaar, drums en toetsen, dat is veel voor een duo. Maar dat concept heeft de band met Brothers definitief losgelaten. Al is het nooit een keiharde regel geweest om met twee personen op het podium te staan. "Vanaf het eerste album hebben we extra instrumenten toegevoegd in de studio, maar op het podium speelden we altijd met zijn tweeën. Deels uit economische overwegingen, we hadden in het begin nauwelijks genoeg geld om onszelf te betalen. Maar het klonk ook gewoon niet goed, het klonk dunner in plaats van sterker. Nu spelen we de liedjes van Brothers en het nieuwe album met zijn vieren, de oude nummers als duo."

In de studio wordt dat duo uitgebreid met Brian Burton alias Danger Mouse, een producer die al werkte met mensen als Damon Albarn, Sparklehorse en James Mercer van The Shins. Stuk voor stuk mensen die al een hele carrière achter de rug hadden en toe waren aan 'iets nieuws'. Burton werkte mee aan het vijfde album Attack & Release. Op Brothers produceerde hij alleen hit Tighten Up, nu is hij weer helemaal terug. "Brian is een man met goede smaak en een uitgesproken mening. Iemand die vecht voor iets waarin hij gelooft en die de studio gebruikt als instrument. Al heeft hij dit keer weinig studiotrucs uitgehaald. Je moet Brian ook niet overschatten. Hij is geen Dalai Lama of wizard. Er hangt een soort mystiek om hem heen doordat hij weinig interviews geeft, maar voor ons was hij simpelweg een extra persoon met ideeën."

Drugsverslaafde
Misschien is dat zo, misschien zegt Auerbach dat ook wel om toch vooral niet de indruk te wekken dat de band zelf door zijn ideeën heen is. Hijzelf vervult als producer in zekere zin dezelfde rol. Auerbach produceerde naar eigen zeggen het afgelopen jaar alleen al tien albums. Meest bekend is zijn werk met singer-songwriter Jessica Lea Mayfield, maar ook zijn productiebijdrage aan de rauwe soulzanger Nathaniel Mayer mag er zijn. "Nathaniel was verslaafd aan drugs. Hij trad niet op, zong niet, maar ik en een aantal andere mensen wilden dolgraag een plaat met hem maken. Nate was geweldig, echt fantastisch, maar hij kon geen dag zonder alcohol."

Toch heeft hij dat veel liever dan de 'luie' houding van veel andere oude soulhelden. Zo herinnert hij zich Solomon Burke ten tijde van zijn grote comeback. "Wij waren labelgenoot op Epitaph, en zodoende speelden we een keer samen. Daar zat hij dan, backstage in een gigantische Cadillac die een betere airco had dan zijn kleedkamer, terwijl een vrouw hem soep voerde met een lepel. Je weet hoe het gaat met veel van die oudere soulmannen: ze huren wat muzikanten in om de klus te klaren, en dat is het dan. Ze zijn te comfortabel."

Kleur op de wangen
Dat ziet Auerbach als zijn belangrijkste taak als producer, die vlam terug brengen, kleur op de wangen, echte opwinding. "Ik heb net een album gemaakt met Dr John. Het is bijna af en het wordt zijn beste in dertig jaar. In maart moet het uitkomen. Dr John is ook zo iemand die zijn geld verdient in het festivalcircuit. Hij speelt er een paar van zijn hits en kan zo de rekeningen betalen. Maar die man is goed, ongelofelijk. Als wat hij speelt op de toetsen is perfect, en zijn stem heeft meer karakter en soul dan 99% van de hedendaagse muzikanten."

Terug naar El Camino. Zogezegd: weinig studiotrucs. Toch is er nog een kleine truc, misschien wel het geheim van de plaat: drie zangeressen, genaamd Ashley Wilcoxson, Leisa Hans en Heather RigdonAll, die de refreintjes extra jus geven. Auerbach en drummer Patrick Carney vonden ze in Nashville, waar ze tegenwoordig wonen. Ze kleuren de sterkste nummers van de plaat, single Lonely Boy en andere gedoodverfde hits als Dead & Gone en Gold On The Ceiling. "Het zijn alle drie lokale meisjes, niet eens muzikanten, maar ze zijn opgegroeid in het kerkkoor. Er zit iets in het water daar, het is waanzinnig wat ze kunnen. We hebben hun vocalen drie keer opgenomen, zodat ze klinken als een mini-koor. Hun achtergrondkoortjes en de speelse, dansbare drums met handclaps zorgen voor een glamrockgevoel. Niet dat we daar bewust naar op zoek waren. De gitaar in Lonely Boy bijvoorbeeld doet mij meer aan surf denken. Maar naderhand liet iemand het woord 'glam' vallen, en dat klopt inderdaad wel."

Platenzaken
Zo doken de laatste albums steeds meer verschillende invloeden op in de muziek van de band. Was het in het begin nog te omschrijven als rauwe garageblues, met Brothers deed ondermeer soul zijn intrede. "Dat is puur afhankelijk van de muziek waarnaar we op dat moment luisteren. Ten tijde van Brothers was dat inderdaad veel soul, nu meer rockabilly. We kopiëren nooit, we lenen, we raken geïnspireerd." Auerbach is een zeer fanatiek verzamelaar van met name oude muziek. "Met name 45's", zegt hij. "Als we op tour zijn ga overal 's middags op zoek naar platenzaken. Het is steeds moeilijker om platenzaken te vinden, tegelijkertijd wordt het wereldje wel steeds overzichtelijker."

"Ik vind het heel erg dat de platenzaak verdwijnt. Een goede gespecialiseerde winkel is ongelofelijk veel waard, om wat voor specialisme het ook gaat. Platenzaken zijn wat mij betreft nog altijd de beste plek om liefde voor muziek te delen. Het zijn de platenzaakiconen die het verschil maken. John bij Rocket Scientists in Lower East Side, New York City, Grimey in Grimey's Record Store in Nashville, Darren bij Shake It Records in Cincinnati Ohio. Mensen je in aanraking brengen met de meest waanzinnige dingen. Als zei zeggen dat ik iets moet horen, koop ik het direct."

Een bijdrage aan Black Friday, het kleine broertje van Record Store Day, kwam dan ook niet als een verrassing. Lonely Boy, de eerste single van El Camino, verscheen in een zeer bijzondere uitgave. Een kleine knipoog richting Jack White van The White Stripes - de man die The Black Keys in interviews de afgelopen jaren tot vervelens toe voor de voeten geworpen werd - kan Auerbach niet onderdrukken. "We hebben de fabriek opgebeld en gevraagd welke bijzondere uitgave Jack White nog niet gedaan heeft. Je weet, voor zijn eigen vinylclub heeft hij allerlei geintjes uitgehaald, vinyl dat half oranje half roze is, dat soort dingen. Het enige dat Jack nog niet gedaan had, was een plaat die van binnen naar buiten speelde, dus dat wilden wij."

El Camino van The Black Keys verschijnt op Nonesuch/Warner.