Darko Esser: “Er zou een vacuüm kunnen ontstaan tussen ticketkanonnen en het middensegment”

Nijmegenaar werkt aan zijn profiel met labels Wolfskuil en Balans

Atze de Vrieze ,

Wie vooruit wil in de danswereld, kan dat op verschillende manieren doen. Een dansvloerhit maken of draaien is belangrijk, maar de echt grote jongens hebben stuk voor stuk een compleet imperium om zich heen. Dat dat niet alleen voor de absolute top geldt, bewijst Nijmegenaar Darko Esser, die de laatste tijd stilletjes werkt aan zijn profiel.

Nijmegenaar werkt aan zijn profiel met labels Wolfskuil en Balans

Wie vooruit wil in de danswereld, kan dat op verschillende manieren doen. Een dansvloerhit maken of draaien is belangrijk, maar de echt grote jongens hebben stuk voor stuk een compleet imperium om zich heen. Dat dat niet alleen voor de absolute top geldt, bewijst Nijmegenaar Darko Esser, die de laatste tijd stilletjes werkt aan zijn profiel. Sinds jaar en dag is hij danceprogrammeur bij poppodium Doornroosje. Ruim twee jaar geleden verscheen zijn eigen debuutalbum Balans, nu stort hij zich op zijn twee labels, Balans en Wolfskuil. “We organiseren nu ook steeds meer evenementen onder die namen”, vertelt Esser. “Dat deden we al, maar we pakken het steeds serieuzer aan.”

Wolfskuil en Balans zijn voor Darko Esser twee verschillende platforms. Op het eerste label verschenen recent releases van onder meer Steve Rachmad, Tim Wolff en ESHU. “Wolfskuil is een vrij breed label, met het accent op house en techno. De tracks zijn over het algemeen melodieus en geschikt voor ‘peaktime'. Daarnaast hebben we Wolfskuil limited, releases op gekleurd vinyl die meer de diepte in gaan. Trager, experimenteler, wat mij betreft in de categorie ‘freestyle electronics’.”

“Balans is meer puristisch van aard”, vervolgt Esser, “Een knipoog naar het verleden, zonder nostalgisch te willen zijn.” Op het label verscheen werk van onder meer ROD (Esser’s goede vriend Benny Rodrigues), Dimi Angelis, Betek en The Parallel. “Een technoplaat op dat label klinkt zoals techno hoort te klinken, een beetje zoals producers rond de Berlijnse club Berghain dat doen. De muziek die zij maken is een logisch vervolg op wat ooit in Tresor en in Londen gemaakt werd, aangepast aan deze tijd. Je ziet vaak dat jonge gasten het verleden wel kennen en teruggrijpen naar hetzelfde geluid of samples. Maar ze hebben het zelf niet meegemaakt, en dus kunnen ze niet anders dan muziek maken die thuishoort in het heden.”

Die muziek brengt Esser vervolgens zelf naar de clubs, met eigen avonden in zijn eigen Nijmegen, maar ook in Studio 80 in Amsterdam en in Perron in Rotterdam. Dat laatste is een relatief nieuwe club in de buurt van het Centraal Station. 17 februari strijkt Balans er voor het eerst neer. “Die club is een verademing voor Rotterdam”, vindt Esser. “Het was de laatste jaren wat stil rond Rotterdam op clubgebied, wat jammer is gezien de rijke geschiedenis op het gebied van electronische muziek die deze stad kent. Nu zijn er weer wat mensen opgestaan, waaronder Aziz Yagoub, de man achter Perron.”

Met zijn eigen feestjes richt Esser zich voorlopig vooral op Nederland. Uitbreiding naar steden als Maastricht, Utrecht en Groningen behoort tot de mogelijkheden. Het buitenland is interessant, maar geen prioriteit. “In veel landen wordt nu vooral voorzichtig geboekt”, zegt Esser. “Men wil allereerst grote headliners boeken, de ticketkanonnen. Er worden regelrechte oorlogen gevoerd over gages. Van sommige artiesten is het gage in anderhalf jaar tijd drie keer over de kop gegaan. Zo ontstaat een steeds groter gat tussen de grote namen en de middenklasse. Dat middensegment heeft het gewoon zwaarder. Er zou zelfs een vacuüm kunnen ontstaan, al maak ik me daar in Nederland minder zorgen om.”