De 'Tïtty Twïster'; het zal bij liefhebbers van Quentin Tarantino en Robert Rodriguez meteen een lichtje doen branden. Het is de naam van een stripclub die centraal staat in de From Dusk Till Dawn-trilogie. De vergelijking blijft niet bij de naam alleen. Ook de aankleding van binnen is sterk geïnspireerd door de films. Sleazy, veel pornorode neon, afgeragde piano's, danspalen, een dj-booth, podium en heel veel donkere hoekjes waar van alles kan gebeuren. Een programma is nergens te verkrijgen, het enige houvast dat er is, is een groot bord met de liedjes voor de hard rock karaoke. Op het podium staat een coverband en iedereen is vrij is om een lied aan te vragen en mee te zingen.
'If you're drunk, go outside, strip and sing a song, but up here on stage, you gotta be sober!' vertelt een Cheech Marin-lookalike die op het podium de dienst uitmaakt. Hij is onverbiddelijk voor de aspirant-zangers die het wagen om toch met een slok op te gaan zingen. Wie wel zijn best doet, wordt beloond met een luid applaus van het publiek, lovende woorden van Cheech en een Bloody Mary. De nummers waar uit kan worden gekozen, zouden niet misstaan op een Guitar Hero-compilatie: ZZ Top, Cheap Trick, Johnny Cash, Steppenwolf, oftewel de betere benen-wijd-vuist-in-de-lucht-rock. Een Iris waagt zich aan een nummer dat enigszins uit de toon lijkt te vallen: En Vogue's 'Free Your Mind'. Het blijkt goed uit te pakken; Iris heeft stalen longen en gouden stembanden. Waar een stripperspaal eerder ongebruikt bleef, zucht die nu onder het gewicht van een volslanke dame.
'Volslank' is zeker niet de kwalificatie voor drie professionele strippers die pimp-daddy/dj/Duitser Horst (die wel erg veel op Joost van Bellen lijkt) aankondigt. Van een verrassing is geen sprake als vooral de mannen in het publiek zich richting de palen begeven en de dames achterblijven of zelfs het hazenpad kiezen. De wulpse strippers blijven an sich nog vrij netjes. De kleren blijven aan, geen titty te zien. Dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de manier waarop ze zich geil om de paal heen kronkelen. Het publiek heeft nog niet genoeg gehad als de dames hun podium verlaten, maar the other show must go on. De coverband is weer terug.
Dan besluit ik iets geks te doen: ik doe mee met de karaoke. De enige plek op Lowlands om even dat rockstergevoel te krijgen, is hier. De camera en kladblok worden opzij gelegd en Cheech vraagt me: 'What song are you gonna sing?' Ik probeer het hem te vertellen, maar de microfoon die ik pak, staat uit. De moed zinkt dan al in mijn schoenen en ik moet nog beginnen. Ik krijg een andere microfoon in de handen gedouwd en die doet het wel. 'The Darkness met "Thing Called Love",' zeg ik, terwijl ik hoongelach verwacht van een publiek dat nog maar net AC/DC en Queens Of The Stone Age voorbij hoorde komen. Geen hoongelach, maar flink gejuich zorgt ervoor dat mijn moed als een vuurpijl naar mijn stembanden schiet. Ik zing en iedereen zingt mee, de gitarist soleert als een gek en bij de uitsmijter op het eind, mag ik met een sprong aangeven wanneer alles stopt. Mijn five minutes of fame zitten erop, tijd voor een bloody mary.
Alles kan, mag en moet in de Tïtty Twïster
Pooier Joost van Bellen organiseert waardige opvolger van Magneetbar
De Magneetbar is niet meer, leve de Tïtty Twïster! Waar voorheen de Bravo stond, staat nu een veel kleinere tent, buiten voorzien van rood neonlicht, twee grote middelvingers en vlammenwerpers. De tekst op de voorkant is dreigend: 'We may not go down in history, but we may go down on your sister'. Tijd om erachter te komen wat er zich achter de klapdeuren (in de vorm van naakte vrouwen) bevindt.