Shugo Tokumaru: Sprookjesachtige folk in een Oosters jasje

Japanners overwinnen zaal met onweerstaanbare charme

Tekst en foto's: Jochem Boom ,

Shugo Tokumaru is een beleefde Japanse jongen. Hij stelt zichzelf netjes voor en breekt daarmee meteen het ijs. Daarna overwinnen de Japanners met hun onweerstaanbare charme en sprookjesachtige folk in een Oosters jasje.

Japanners overwinnen zaal met onweerstaanbare charme

Shugo Tokumaru is een beleefde Japanse jongen. Hij stelt zichzelf netjes voor en breekt daarmee meteen het ijs. Dat doet hij niet in gebroken Engels, maar zowaar in het Nederlands. Veel bands komen niet weg met flauwe ingestudeerde tekstjes, maar Tokumaru brengt het zo oprecht dat we hem wel moeten geloven. Die warmte aan het begin blijft het optreden lang werken. Want hoewel de muziek misschien niet altijd even origineel is, Shugo Tokumaru live zien is geloven.

GEZIEN:

Shugo Tokumaru, Motel Mozaique, Gouvernestraat zaal 1, vrijdag 8 april 2011

MUZIEK:
In de kern is Shugo Tokumaru niet meer dan een van de vele singer-songwriters die vandaag en morgen op het festival spelen. Maar de Japanse afkomst van hem en zijn twee begeleiders onderscheidt  het trio van de rest. Om te beginnen zingt Shugo Tokumaru in zijn moedertaal. En ook de melodieën hebben een duidelijk oosters tintje. Tokumaru is een begenadigd gitarist. Hij speelt zowel snelle melodien als klassieke akkoordenschema's zonder blikken of blozen. Die partijen passen bovendien bijna altijd perfect bij het liedje.

PLUS:
Dat exotische geluid en die grappige taal die je niet verstaat laten je geboeid luisteren. Ook het beeld van Tokumaru die het hele optreden ontspannen op zijn barkruk zit wekt sympathie op. De jazzy feel van de gitaarpartijen en vooral de, voor popmuziek, redelijk vrij spelende drummer houden het muzikaal interessant. Die basis wordt sprookjesachtig ingekleurd door meerstemmige zang en typische instrumenten als xylofoon, blaasharmonica en schattige percussie.

MIN:
Het concert is ontzettend sfeervol en Tokumaru zingt mooi, maar een lijn is niet te vinden. De liedjes zijn verhaaltjes zonder terugkerende elementen. Ze hebben geen vaste refreintjes en al helemaal geen duidelijke kop en staart. Verhalende songs in het Engels kunnen boeiend zijn door de tekst, maar de gemiddelde Nederlander zal het Japans van Tokumaru natuurlijk niet kunnen volgen. Dat bij elkaar opgeteld zorgt er voor dat alle liedjes na een half uurtje hetzelfde klinken. Als we eerlijk naar de muziek luisteren hebben we dit geluid, afgezien van het Oosterse tintje en het jazzy gevoel, al veel vaker gehoord. Het is mooi voor even, maar de toevoeging van alweer die typische lo-fi folk instrumenten had best anders gemogen.

CONCLUSIE:

De drie Japanners wekken veel charme op, maar weten het muzikaal helaas niet helemaal waar te maken. Ja, de muziek klinkt fris, maar dat komt vooral door de Oosterse structuren en melodieën die hier in Nederland niet zo bekend zijn. Zodra je daar doorheen hebt geprikt blijkt Shugo Tokumaru ineens niet zulke hele bijzondere, maar wel hele sfeervolle muziek te maken.

CIJFER:
7