Potje videoclipfonds TAX voorlopig leeg

Evaluatie: doorgaan met clipsubsidie

Atze de Vrieze ,

Muzikanten en clipmakers kunnen tot nader orde geen beroep doen op subsidie van het TAX Mediafonds. Het clipfonds heeft zijn volledige budget voor dit jaar uitgegeven, zo werd vandaag bekend. Of de subsidiepot volgend jaar weer gevuld wordt is zeer de vraag. Het TAX-fonds moet nog afwachten welke gevolgen de grote bezuinigingen op cultuursubsidies hebben.

Evaluatie: doorgaan met clipsubsidie

Muzikanten en clipmakers kunnen tot nader orde geen beroep doen op subsidie van het TAX Mediafonds. Het clipfonds heeft zijn volledige budget voor dit jaar uitgegeven, zo werd vandaag bekend. Clipmakers kunnen bij het fonds tot maximaal 30.000 euro subsidie per aanvraag krijgen, tot maximaal 250.000 euro per jaar. Of de subsidiepot volgend jaar weer gevuld wordt is zeer de vraag. Het TAX-fonds moet nog afwachten welke gevolgen de grote bezuinigingen op cultuursubsidies hebben. Met het fonds werden onder meer clips van zZz, Aux Raus, Tim Knol, Flinke Namen en Krause mede bekostigd.

Het fonds presenteert ook een evaluatie (pdf). Daaruit blijkt dat betrokkenen unaniem pleiten voor voortzetting van het fonds: “Niemand die wij spraken wil stoppen”, melden onderzoekers Vinken en Van Kampen. “Maar ‘na de complimenten’ werd bijna iedereen op aspecten wél kritisch en kwam met tips voor verbetering van de uitvoeringspraktijk.” Kritisch werd vooral gekeken naar de actieve scouting door de commissie. Het TAX-fonds probeerde clipmakers en muzikanten aan elkaar te koppelen, maar is daar zelf niet helemaal tevreden over. Daarbij werd vooral gekeken naar grote, bekende artiesten. “Op het niveau van de ster zijn de belangen nog groter en gebeurt alles in een nog hoger tempo, dus wordt er minder risico genomen en geëxperimenteerd. De beeldmaker werd daarbij makkelijk ondergesneeuwd.”

Dat komt uiteindelijk de kwaliteit van clips niet ten goede, vindt het TAX-fonds, en dat is wel een belangrijk doel. Het onderzoek concludeert dat die doelstelling gehaald wordt. “Er is ook een substantieel deel goede clips gemaakt, waaronder zelfs potentiële klassiekers. Er ontstaat mede dankzij het succes van deze clips op het internet, langzaam iets van een Nederlandse clipcultuur.” Wel werd geconstateerd dat nog wat argwaan bestaat bij de muziekindustrie, met name over de keuzes van de commissie. “Sommige vertegenwoordigers van labels, producenten en ook muzikanten zijn achterdochtig over de keuzes bij de opzet en de besteding en verwijten het TAX-fonds vaak een eenzijdig hanteren van criteria ‘in zo’n schimmig donker vergaderzaaltje’.”

De evaluatie stelt in elk geval dat het belang van videoclips ook in het internettijdperk nog groot is. “Een videoclip is er om aandacht te krijgen voor muziek. Maar hoewel bij de marketing airplay op de radio nog steeds het belangrijkste middel is, is zelfs daar het gebruik van beeld belangrijker aan het worden. De publieke omroep zet bij radio 3FM daar zelfs speciaal op in. Mensen luisteren steeds meer naar de radio via websites op de computer of de telefoon. Daarnaast probeert men met marketing aandacht op te wekken via nieuwe podia als blogs en YouTube-achtige uploadsites en wordt door labels geprobeerd geld te verdienen met merchandising en interactiviteit rond webfanbases.”