Brian Eno: “De popgeschiedenis is een grote poging om de boel te belazeren”

Gevierde producer tapete de vingers van Chris Martin aan elkaar

Atze de Vrieze ,

Hij zette Talking Heads op de kaart, stond David Bowie bij in zijn Berlijnse periode, zorgde er halverwege de jaren tachtig voor dat U2 zich ontwikkelde van zomaar een stadionact tot een van de belangrijkste bands ter wereld en hielp Coldplay weer op het goede spoor. Ondertussen bouwde hij aan een eigenzinnig eigen oeuvre, waaraan deze week weer een nieuw album wordt toegevoegd

Gevierde producer tapete de vingers van Chris Martin aan elkaar

Hij stond David Bowie bij in zijn Berlijnse periode, tekende voor drie cruciale Talking Heads album, zorgde er halverwege de jaren tachtig mede voor dat U2 zich ontwikkelde van zomaar een mega-act tot een van de belangrijkste bands ter wereld en hielp Coldplay weer op het goede spoor. Ondertussen bouwde Engelsman Brian Eno aan een eigenzinnig en experimenteel eigen oeuvre, waaraan deze week weer een nieuw album wordt toegevoegd (nu op de Luisterpaal). 3VOOR12 zocht de meesterproducer op in zijn studio in Londen. (Luister ook naar de speciale Brian Eno door de jaren heen playlist op Spotify)

'Ik wil jullie wat laten horen.' Brian Eno heeft zich nog even teruggetrokken in zijn studiootje, een klein vertrek in zijn werkkantoor in Notting Hill, Londen. Hij geeft er interviews, met dat nieuwe album Small Craft On A Milk Sea als aanleiding, maar tussen twee gesprekken trekt hij zich steeds even terug achter de computer. Om zich te realiseren waar het ook alweer allemaal om begonnen was. Hij zit achter een enorme Apple monitor. Daarvoor geen toetsenbord, maar een synthesizer. 'Moet je horen', zegt hij. 'Lang geleden maakte ik een album genaamd Discreet Music. Nu heeft iemand er een nieuwe versie van gemaakt, maar dan acht keer trager. Vier uur en een kwartier lang. Het klinkt prachtig.' 

Het doet denken aan een mooie anekdote over Evening Star, zijn samenwerkingsalbum met gitarist Robert Fripp uit 1975, een experimenteel album met loops, synthesizers en een met allerlei effecten bewerkte gitaar. De BBC kreeg het album per ongeluk achterstevoren aangeleverd - de tape verkeerd op de spoel - en kwam daar pas achter toen Eno de volgende dag aan de telefoon hing. Je kunt het ze moeilijk kwalijk nemen, want als je van iemand zulke trucs kan verwachten, dan is het van Eno.  

In de centrale hal van zijn werkvertrek staan drie zelfbedachte instrumenten, Eno noemt ze Monochords. Het zijn enorme houten bielzen, die leunen op stenen blokken. Daar bovenop een enkele snaar, gespannen over twee elementen. Eno zet een van de apparaten aan en plaatst een magneet onder de snaar. Een diepe, lage drone vult de ruimte. 'Dankzij die twee elementen kan deze toon eeuwig doorgaan. Hier onder hangt een mandje met stenen', wijst hij. 'Ik kan de snaar stemmen door er stenen in te leggen of uit te halen. Ik ben dol op de instabiliteit van het systeem. Noten die zich op hun gemak voelen, daar kan ik niks mee. Ik laat ze liever op hun tenen lopen.'  

Knoppenkast
Brian Eno, 62 is hij inmiddels. Hij ziet eruit als een vriendelijke geluidswetenschapper die zich al veertig jaar bezighoudt met experimenten in zijn laboratorium. Dat is in zekere zin ook zo, maar Eno is altijd met beide benen in de echte wereld blijven staan. Hij begon zijn carrière als geluidsmagier in Roxy Music. Getooid in extravagante kleren - vaak vrouwelijk - stond hij gebogen over een knoppenkast het geluid te manipuleren. In de jaren die volgden zou hij steeds meer vanaf de zijlijn de touwtjes in handen krijgen.

Zijn eigen muziek werd intussen steeds eigenzinniger en gericht op experiment in de studio. Via albums als Another Green World en Discreet Music kwam hij uit bij een genre dat voor altijd aan hem verbonden zal blijven. Ambient Music, Eno bedacht de term in 1978, opvallend genoeg precies toen de punkrevolutie losbarstte. Geen liedjes, maar sferen, functionele muziek. 'Het concept van achtergrondmuziek specifiek voor een bepaalde omgeving is gepionierd door de firma Muzak in de jaren vijftig, en draagt sindsdien de naam muzak', legde hij uit bij zijn album Music For Airports. 'Zij arrangeerden bekende liedjes op een lichtgewicht manier. Begrijpelijkerwijs heeft dat ertoe geleid dat de meest luisteraars het idee van omgevingsmuziek niet de moeite waard vinden.'  

Geluiden van mijlenver
Eno vond dat een misvatting en was ervan overtuigd dat hij muziek kon maken die tegelijkertijd interessant en volstrekt te negeren was. Dat idee is inmiddels ruim dertig jaar oud, maar het is relevanter dan ooit. Was je vroeger afhankelijk van de eigenaar van het vliegveld om bepaalde muziek door de speakers te laten klinken, nu kan iedereen op zijn iPod overal de muziek horen die hij wil. 'Eerlijk gezegd had ik nooit gedacht dat het idee van persoonlijke stereo's zo'n vlucht zou nemen', bekent Eno. 'Ik herinner me dat ik in New York voor het eerst iemand met een koptelefoon op straat zag lopen. Het was de componist Rhys Chatham. Ik weet nog dat ik dacht: wat een idioot. Waarom zou je zo naar muziek willen luisteren? Maar inmiddels wordt vijftig procent van de muziek op die manier beluisterd.'  

'Natuurlijk denk ik daar ook over na als ik muziek maak, maar ook weer niet te veel. Zelf luister ik namelijk zelden zo muziek. Ik houd er niet van om door zo'n koptelefoon afgesloten te worden van de wereld. Je kunt niet meer horen wat er om je heen gebeurt. Ik doe juist het tegenovergestelde. Ik heb een digitale recorder met een microfoon en een koptelefoon. Als ik die opzet en over straat loop, hoor ik alles wat iedereen hoort, maar dan luider. Ik herinner me dat ik voor het eerst in West-Afrika was, ergens aan de rand van Accra, een grote stad in Ghana. Ik had een cassetterecorder met een lang snoer en een microfoon. Die microfoon heb ik bovenin een boom gehangen, zelf ben ik er onder gaan zitten. Zo kon ik geluiden horen van mijlenver weg. Het was adembenemend om het geluid te horen van een stad die overgaat in het platteland. Het is de sterkste herinnering die ik heb aan die reis.'  

Nieuwe lading
Waar de muzak van geluidsbedrijven bedoeld is om de scherpe kantjes of onaangename klanken van een omgeving te bedekken, is goede ambient volgens Eno juist bedoeld om ze te versterken of er een nieuwe lading aan te geven. Dat concept kan met de huidige technieken veel verder verfijnd worden dan dertig jaar geleden. Zo bracht Eno onlangs de iPhone app Bloom op de markt, een ambient tool waar de luisteraar zelf input in kan geven. Te koop voor 3,99 euro. 

'Zelf zie ik het niet als een tool', zegt Eno. 'Ik zie het als een muziekstuk. Jij als gebruiker kunt het activeren, maar het heeft zo'n klein palet aan mogelijkheden, dat het nooit veel zal afwijken van wat ik in gedachten had. Het is een nieuwe manier om een eindeloos muziekwerk te maken. Ik vind het geweldig dat er inmiddels tussen de 300.000 en 400.000 van verkocht zijn. Dit is hoe het moet voelen als een rozenkweker een nieuw soort roos ontwikkelt. Zelf verkoopt hij alleen de zaadjes, de gebruiker is de tuinier die het water geeft en de bloem op ziet bloeien. Het is zo veel meer bevredigend om een muziekstuk te maken dat voor iedereen anders is dan een grote hoeveelheid albums te verkopen die overal hetzelfde klinken. Het is als de truc van een kind dat een vel papier opvouwt, de hoekjes eraf knipt en het dan weer openvouwt. Opeens zie je een geweldig patroon. Je kunt zeggen: je belazert de boel als je de computer het werk laat doen, maar de popgeschiedenis is een grote poging om de luisteraar te belazeren. Dat is de magie.'  

Generatieve muziek, noemt Eno het. Muziek die door een maker geïnitieerd en door een computer verder ontwikkeld wordt. Met steeds terugkerende patronen, maar ook steeds anders. Dat soort muziek maakte Eno ook al voor er computers voor waren, als een schrijver die steeds hetzelfde boek schrijft. Zijn eerste ambientexperimenten klonken zo, maar ook in grote hitproducties duikt die techniek steeds weer op. Luister bijvoorbeeld naar U2-hit The Unforgettable Fire. Het nummer begint met een subtiele gitaartokkel van The Edge, die door allerlei effecten een eigen leven begint te leiden. Het geluid is er in feite al niet meer, maar het beweegt zich voort. Niet alleen in het intro, maar steeds opnieuw door het hele liedje. 'Tegen bands waarmee ik werk zeg ik vaak: probeer een ding te vinden dat je het hele liedje lang kunt doen. Alles er omheen verandert steeds, waardoor dat herhaalde element steeds een andere context krijgt. In Braziliaanse muziek gebeurt dat continu.'  

Feesttrucjes
Die truc werkt inderdaad keer op keer. Het is de hook in Devo's Jocko Homo. De beroemde leadgitaar in David Bowie's Heroes en nog meer in zijn Sound And Vision. De futuristische funk van Talking Heads. En het magistrale strijkersmotief in Coldplay's Viva La Vida. Het is Eno's meest recente samenwerking met een band van wereldformaat. Een band die na drie albums vermoeid en door zijn ideeën heen leek. 'Op een gegeven moment kennen de bandleden elkaar en elkaars muzikale gewoontes door en door, terwijl in het creatieve proces verrassing juist enorm belangrijk is. Zo irriteerde het me dat Chris Martin alle liedjes op de piano met tien vingers speelde. En dus heb ik zijn vingers met tape aan elkaar geplakt. Op een gegeven moment heb ik zelfs een hand op zijn rug gebonden. Dat soort dingen vinden muzikanten leuk en het werkt. Focus niet op wat je allemaal kan, focus op het minste dat nodig is.'  

Om de balans te ontregelen nam Eno ook zijn vriend Jon Hopkins mee naar de sessies. Dezelfde Hopkins waarmee hij al een paar jaar samenwerkt. Onder zijn eigen naam maakt de Schot de laatste jaren naam met broeierige, dynamische elektronica. 'Jon is een geweldige muzikant', vertelt Eno. 'Zijn grote talent is dat hij enorm goed kan luisteren en de sfeer in een ruimte en in de muziek aan kan voelen. Ik herinner me de eerste Coldplay-sessie waar hij bij was. Chris zat achter de piano, Jon aan de andere kant van de ruimte achter een andere. Chris speelde een enorm complex akkoord en zei: "Ik weet eigenlijk niet eens hoe dit heet". "Oh, dat weet ik wel," zei Jon, terwijl hij het op gehoor naspeelde. Alle monden in de studio vielen open. Ik vroeg hem of hij nog meer van die feesttrucjes kende. "Ja hoor," zei hij, "ik kan ook met mijn handen achter mijn rug spelen."'   

Geïmproviseerd
Eno en Hopkins werkten samen met gitarist Leo Abrahams aan Small Craft On A Milk Sea, een nieuw album dat teruggrijpt naar de basis van de ambient, met repetitieve warme soundscapes, maar waar ook plotseling complexe ritmes en onheilspellende tempoversnellingen in opduiken. 'Het album is grotendeels geïmproviseerd', vertelt Eno. 'We zijn in feite drie producers die elk ons eigen geluid voortbrengen. Leo speelt weliswaar gitaar, maar dat is nog maar het begin. Hij bewerkt het geluid met allerlei effecten. Die plotselinge tempowisselingen zijn geïnspireerd door filmmuziek. Ik zie Small Craft On A Milk Sea als een soort omgekeerde silent movie: geen film zonder geluid, maar een soundtrack zonder film. In films zijn we gewend aan ruwe cuts. We vinden het heel normaal om plotseling in een andere tijd op een andere plek te zijn. In de muziek passen we die techniek niet vaak toe.'   

Om te bewijzen dat het leven echt in cirkels loopt, brengt Eno Small Craft uit bij Warp, het Engelse elektronicalabel dat Eno jaren na zijn eigen experimenten het woord ambient voorzichtig uit handen nam. Het label herbergt artiesten als Boards Of Canada en Autechre, die het genre naar een nieuw level brachten. Maar de meest opvallende vaandeldrager is Aphex Twin, de man die debuteerde met twee dubbelalbums Selected Ambient Works, waarvan de tweede verscheen bij Warp. 'Het is goed om thuis te komen', grinnikt Eno. 'Ik vind zelf overigens dat ik te veel credits krijg in de ambientgeschiedenis. De muziek zelf heb ik niet uitgevonden, alleen het woord. Het gekke is, ik vond het concept zo briljant dat ik dacht dat binnen vijf weken iedereen het zou gaan doen. Het duurde vijftien jaar.'   

Ars Longa, vita brevis
Vijftien jaar dus, maar Eno kreeg uiteindelijk zoals zo vaak het gelijk aan zijn zijde. Veertig jaar popmuziek maakte hij van dichtbij mee. Hij bevond zich in het oog van de storm tijdens de punk en de opkomst van de elektronische muziek en zocht altijd naar onontgonnen terrein. Dat is er nog altijd, denkt hij, ook al is zo'n beetje elke stroming uit het verleden al eens in een nieuwe vorm teruggekomen. Je zou de geschiedenis van de popmuziek haast uitleggen aan de hand van Eno's Bloom-app. 'Ik denk dat er op dit moment meer creativiteit is dan ooit', zegt Eno. 'Vroeger hadden we nog de bottleneck die platenmaatschappij heette, waardoor je maar twee procent van alle muziek hoorde. Nu horen we alles. Om nog maar te zwijgen over alle technologische mogelijkheden, die we nog niet eens allemaal kunnen bevatten.' Hij zet zijn leesbril op zijn voorhoofd en staat op. 'Zo, nu moet ik weer pauze houden', zegt hij. 'Life is short, art is long.'