De feiten liegen er niet om: iedere week sluiten zes clubs in de eens zo florerende Britse dancescene noodgedwongen de deuren, en ook in Nederland lijken de gouden tijden voorbij. Aan de andere kant floreren Berlijnse clubs als Berghain als nooit tevoren, was de zomer op Ibiza weer volledig volgeboekt en lijkt de dance eindelijk ook in de VS voet aan de grond te krijgen. Aan zes panelleden met verschillende posities in de scene de moeilijke taak om op Amsterdam Dance Event antwoord te geven op de vraag hoe het gesteld is met de danceindustrie. “Crisis? What crisis?”
“Vraag en aanbod”, breekt Joel Zimmerman de discussie open. Zimmerman heeft als directeur van het Amerikaanse boekingsagentschap WME veel dj’s en producers onder contract staan (waaronder Deadmau5, die dezelfde naam in zijn paspoort heeft staan), en heeft veel kennis van de internationale markt. “De vraag is in Europa hetzelfde gebleven, maar het aanbod van dj’s en clubs is de afgelopen tien jaar enorm toegenomen. Een paar jaar geleden zaten er in één straat in Londen wel tien clubs. Achter al die draaitafels moest een dj staan, terwijl de spoeling van goede dj’s behoorlijk dun is. Daardoor zag je dat middelmatigheid de norm werd en vernieuwing steeds minder een rol van betekenis ging spelen: er werd teveel op veilig gespeeld.” Nederlandse danceveteraan Lucien Foort knikt instemmend: “Ook in Nederland treedt steeds meer verzadiging op. Er zijn jongens bij die voor honderd euro een avond staan te draaien, terwijl je voor een A-grade artiest ook gewoon een A-grade prijs blijft betalen. Het aanbod is te groot, de kwaliteit te laag en de variatie te klein: het moest wel een keer misgaan.”
Naast de moordende onderlinge concurrentie heeft de industrie ook nog eens te maken met een publiek dat steeds minder te besteden heeft. Ook hier worden de klappen van de economische crisis hard gevoeld: “Vooral de plaatverkoop loopt snel terug”, denkt Gladys Pizarro, CEO van Launc Entertainment Inc. “Daar hebben de grote jongens dan weer minder last van, maar vooral de middelgrote artiesten en de mensen uit de muziekindustrie hebben daar zwaar onder te lijden.” De doelgroep heeft minder te besteden, en de kwaliteit loopt terug. Toch ziet Pizarro mogelijkheden: “Je zal zien dat de specialisten het gaan winnen van de generalisten. Vroeger werd alles dat uit Europa kwam klakkeloos overgenomen in andere delen van de wereld. Nu krijgt iedere markt steeds meer zijn eigen toegangsvoorwaarden. Iedereen, ook mensen uit de muziekindustrie, moet zich blijven ontwikkelen.”
Ondanks de vele moeilijkheden, waakt het panel voor teveel (cultuur)pessimisme. Toch moeten lichtpunten ver gezocht worden. Zimmerman ziet in de VS een totaal andere situatie dan in Europa: “Dancemuziek lijkt nu eindelijk massaal door te breken. Dat leek al eerder te gebeuren rond 2000, maar door 9/11 werd dat toen weer tenietgedaan. Er was toen even geen behoefte aan dans. Nu openen iedere week nieuwe clubs de deuren en worden festivals goed bezocht.” Ook Foort ziet elders nieuwe markten ontstaan: “In Azië en Noord-Afrika is dance enorm in opkomst. Daar zie ik zeker mogelijkheden. Misschien heerst er op sommige markten een crisis, globaal is dat zeker niet het geval.”
De belangrijkste conclusie lijkt daarmee getrokken, maar op de valreep produceert Zimmerman nog een even overtuigend als relativerend slotakkoord over het Engelse probleem: “Ik was nog niet zo lang geleden in een Britse club. Wat me toen opviel, was dat bijna negentig procent van de aanwezigen mannelijk was. Dat wil je gewoon niet op een avondje uit.”
ADE: “Middelmatigheid is de norm geworden”
Panel over de staat van dancemuziek trekt harde conclusies
Iedere week sluiten zes clubs in de Britse dancescene noodgedwongen de deuren, en ook in Nederland lijken de gouden tijden voorbij. Aan de andere kant floreren Berlijnse clubs als Berghain als nooit tevoren, was de zomer op Ibiza weer volledig volgeboekt en lijkt de dance eindelijk ook in de VS voet aan de grond te krijgen. Hoe is het gesteld met de danceindustrie?