Het schijnt één van de grootste renpaarden uit de Amerikaanse geschiedenis te zijn geweest die Ruffian. Je moet dus wel heel zeker van je zaak zijn om je band er naar te vernoemen. Geboren winnaars? Misschien wel. Maar aan die gekke bokkensprongen moeten we wel nog een beetje wennen.
CONCERT:
Born Ruffians, Tivoli Oudegracht, Le Guess Who?, 25-11-10
MUZIEK:
Uit Toronto, Canada afkomstig drietal, dat merkwaardig genoeg onderdak heeft gevonden bij electrolabel Warp. Merkwaardig, want Born Ruffians maakt zomerse indierock die je eerder op een gitaarlabeltje uit de omgeving van New York zou verwachten: poppy gitaardeuntjes die vaak hoog op de hals gespeeld worden, met kale drums en stuwende bassen. Het hoekje waarin bijvoorbeeld ook Vampire Weekend zich wel thuis zou voelen. Toch valt er bij nader inzien best wat te zeggen voor de labelkeuze. Born Ruffians houdt er een stampend marsritme op na, dat live veel nadrukkelijker naar voren komt dan op debuut Red, Yellow & Blue of het recentere What To Say. Bovendien is de band bij vlagen zo mogelijk nog minder voorspelbaar dan labelgenoot Flying Lotus. De zang van Luke LaLonde waaiert lekker nonchalant wat heen en weer, hier en daar komen er subtiele verwijzingen naar de sixties van de toetsen, en net als je denkt te weten waar het heen gaat krijg je een abrupte tempowisseling voor je kiezen. Of wordt een nummer voor je gevoel abrupt afgekapt.
PLUS:
Heerlijk hoe die drummer de boel met een stevig ritme in het gareel houdt! Blijven doorgaan is het devies, potentiële afhakers worden direct gestraft met een draai om de oren. Wat heet: de mitrailleursalvo's die Steven Hamelin de zaal in smijt zijn haast angstaanjagend, de nonchalance waarmee het gepaard gaat – af en toe verdwijnt een stokje in de kraag van zijn poloshirt – dan weer lachwekkend. Je weet nooit echt waar je aan toe bent bij Born Ruffians, en dat is ook precies de bedoeling.
MIN:
Een blokje van een half uur. Dat is wat Born Ruffians tot zijn beschikking heeft. En dat is niet genoeg om Tivoli een beetje losser te krijgen. De wil lijkt er te zijn, maar de voeten staan als in beton gegoten. Het zal voor een deel ook wel te maken hebben met de onvoorspelbare tempowisselingen in de muziek: iedere keer als je lekker je gang gevonden hebt in het stoempende ritme van drummer Hamelin, wordt het roer radicaal omgegooid. Spannend wel, dansbaar alleen voor de gevorderden. De band zou zichzelf een grote dienst bewijzen door één of twee pakkende dansvloerknallers te schrijven. Breekt meteen de set een beetje in delen.
CONCLUSIE:
Het trucje van Born Ruffians is knap. Erg leuk ook. Maar toch blijft het een beetje hinken op twee gedachten: of je verlaat de platgetreden paden voorgoed en wordt nog gekker en onvoorspelbaarder, of je gaat na deze tour weer de studio in en komt daar pas uit als er een gegarandeerde dansplaat aan de setlist kan worden toegevoegd.
CIJFER:
7
Alles over Le Guess Who? op de speciale festivalsite
Born Ruffians drijft de dansers tot wanhoop
Onvoorspelbaarheid en verrassing overheersen
Het schijnt één van de grootste renpaarden uit de Amerikaanse geschiedenis te zijn geweest die Ruffian. Je moet dus wel heel zeker van je zaak zijn om je band er naar te vernoemen. Geboren winnaars? Misschien wel. Maar aan die gekke bokkensprongen moeten we wel nog een beetje wennen.